Vraag en antwoord: twijfelen of je het wel kan ondernemen

Geplaatst op 12 februari, 2010 

In de serie ‘Vraag en antwoord’ het lezersprobleem:

Twijfelen of je het wel kan ondernemen

Nou beste lezer, je intuïtie heeft je naar het juiste adres gebracht want je bent hier bij de koning van de twijfel. Of toch niet? Of wel? Of toch niet? Of wel?

Twijfel kan heel gezond zijn. Zo wilde ik eergisteren op bezoek gaan bij iemand die ik graag wilde zien. Alleen helaas pindakaas: het sneeuwde. Het sneeuwde zachtjes maar net genoeg om mijn reisplannen in twijfel te trekken: zal ik nou wel of niet de weg op gaan? Mijn twijfel was voldoende om op Internet informatie in te winnen over de weersverwachtingen voor die dag en de verkeerssituatie en ik nam de beslissing thuis te blijven.  Twijfel kan een gezonde prikkel zijn om een aantal zaken even op een rijtje te zetten en een beslissing te nemen of te herzien.

De andere kant van de twijfel is obsessief twijfelen, vastzitten in een vicieuze cirkel van twijfel.  In dat geval saboteert de twijfel het nemen van een beslissing en het ondernemen van actie. Ik heb met dit soort twijfel geworsteld (of anders gezegd: dit soort twijfel worstelde met mij) over de vraag ik wel of geen vader wilde worden. En ik kan je vertellen: je wordt doodmoe van dat geworstel. Ik schreef hierover in ‘Wezenlijke keuzes maken‘.

Seth Godin heeft het over de ‘lizard brain‘, het gedeelte van de hersenen dat ons saboteert. Ik vond hierover de volgende video van Seth Godin:

Seth Godin: Quieting the Lizard Brain from 99U on Vimeo.

Een manier om de lizard brain te slim af te zijn, is hele kleine stapjes nemen zodat de ‘radar’ van de lizard brain deze niet opmerkt. Als de lizard brain merkt dat je een symfonie wilt componeren, dan komt het meteen in actie (dat kun je toch niet). Maar als je jezelf tot doel stelt om drie leuke akkoorden te spelen, dan is de kans dat de lizard brain in actie komt al veel kleiner. Oplossingsgericht werken kent hiervoor de methode van het weken met schaalvragen.

Mijn lizard brain vraagt zich af of dit nou wel zo’n goede blogpost is. Maar wat weet mijn lizard brain nou eigenlijk van bloggen af? Helemaal niks.

Bewaard onder Oplossingsgericht werken, Vraag en antwoord | 14 Comments

Tags: , , ,

Etiketten plakken

Geplaatst op 11 december, 2009 

Stel dat we elkaar ergens ontmoeten en ik stel me voor als ondernemer, welke vragen roept dat dan op, welke etiketten plak je me dan op? En als ik me voorstel als schrijver, welke vragen roept dat dan op en welke etiketten? En als ik me voorstel als gitarist?

Afhankelijk van hoe ik mezelf voorstel, roept het meteen vragen op en plak je me bepaalde etiketten op. Dat is heel normaal, andersom doe ik dat ook. Bij een ondernemer horen andere etiketten dan bij een schrijver en bij een gitarist  horen weer andere etiketten. Sommige van die etiketten kan ik terughoren aan de hand van de vragen die je me zou stellen. Vragen zijn soms bedoeld om de etiketten in het hoofd af te vinken en te verhelderen zodat het plaatje weer klopt.

Steve Pavlina schreef in zijn prachtige blogpost ‘Intimacy Abundance and Label-Free Relationships’ het volgende:

Labels can be useful tools at times, such as for the purposes of communication, but they can easily be abused. If a label unduly restricts your freedom of choice, you’re giving too much power away, and you’re crossing the border from conscious living to unconscious living.

Etiketten waar ik hier over wil reflecteren, zijn die van de ondernemer.

Wat is een ondernemer? Een ondernemer heeft een bedrijf, heeft een visie en een missie van waaruit hij/zij onderneemt, heeft ook producten en/of diensten, heeft klanten, doet aan marketing en verdient geld. Die hoeveelheid geld moet elk jaar toenemen want dat noemt een ondernemer gezond.

Die etiketten zijn voor andere ondernemers weer handige aanknopingspunten want zij bieden producten en diensten aan om die etiketten in te vullen, om ondernemers aan klanten te helpen, om ze te helpen hun visie en missie helder te maken, of om te helpen met de marketing van de producten en diensten. Als je de aanbieders van deze ondersteunende producten en diensten mag geloven, heb je als ondernemer deze dingen allemaal nodig, heb je visie, missie, producten, diensten, klanten en marketing nodig om succesvol te kunnen zijn.

Succesvol zijn betekent voor een ondernemer gewoonlijk kassa, geld verdienen.  Succes is ook een etiket. Succesvol zijn betekent voor een ondernemer iets anders dan voor een schrijver en voor een gitarist betekent het weer wat anders.

Ben je ondernemer en werkt het bovenstaande voor je? Prima, houden zo. Voor mij werkt het niet. Hoe ik ook mijn best doe de etiketten in te vullen die ik verbind aan ‘ondernemer’, het lukt me niet op een manier waar ik blij van wordt.

Dat wil niet zeggen dat ik mezelf niet als ondernemer wil zien, integendeel. Voor de belastingdienst en de Kamer van Koophandel ben ik een ondernemer, een juridische term waar deze instanties mee werken om de radertjes van hun organisaties te laten draaien. Voor de belastingdienst bijvoorbeeld is het belangrijk te weten of je ondernemer bent of particulier want daar gelden andere regeltjes voor.

If a label unduly restricts your freedom of choice, you’re giving too much power away….

Dus geef ik mijn etiketten te veel macht. Wat kan ik doen?

Via Stan Lenssen leerde ik het begrip ‘Vrije werker’ kennen.

Nou is vrije werker natuurlijk ook weer een etiket maar eentje waarmee ik blanco kan beginnen omdat ik er geen voorgeschiedenis mee heb. Ik kan het helemaal zelf invullen en weer veranderen (daar ben je tenslotte vrij voor). De mate van vrijheid is voor de vrije werker de maat voor het succes. En vanuit die perceptie ben ik succesvoller dan ooit te voren.

Ik zat net nog een formulier in te vullen voor de voorschool van mijn dochter en moest daar mijn beroep invullen. Ik speelde even met de gedachte ‘vrije werker’ in te vullen, of goudzoeker of schatgraver.

Lees ook:

Bewaard onder Ondernemen, Persoonlijk | 6 Comments

Tags: , , ,

Het bord boven de supermarkt

Geplaatst op 17 oktober, 2009 

Vrijdagochtend was ik op bezoek bij Huub Koch om de ontwerpen te bekijken en te bespreken die hij heeft gemaakt voor mijn nieuwe huisstijl. Het pakketje ‘huisstijl’ bestaat uit de ontwerp van een woordmerk, een WordPress theme ontwerp voor mijn blog en een communicatieconcept om mezelf als ondernemer te positioneren.

Ik was blij verrast met de ontwerpen die Huub had gemaakt. Vooraf had ik wat vrees dat ik totaal geen klik zou hebben met de ontwerpen maar het tegendeel was waar. Ik was verwonderd te zien hoe een eerder gesprek met Huub en wat correspondentie per e-mail over mijn ondernemerschap en favoriete films, vertaalbaar zijn naar vorm en kleuren. Wat ik te zien kreeg was werkelijk prachtig! Ik heb de ontwerpen mee naar huis genomen om ze ook aan andere mensen voor te leggen en het mooiste en best passende ontwerp te kiezen.

In één van de ontwerpen had Huub een woordmerk gemaakt waarbij mijn achternaam oranje was ingekleurd. Ik zag mijn eigen achternaam en die kleur en zag ineens het reclamebord voor me dat mijn vader vroeger boven zijn supermarkt had staan: Supermarkt de Kock. Het bord was van hout, het was groot, het was oranje en de letters waren wit. Als kind had ik een pesthekel aan dat bord. Ik vond dat bord lelijk, ik vond de naam lelijk en ik vond de kleur lelijk. Alles aan het bord vond ik lelijk.

En vrijdagochtend lag dat ontwerp daar voor me met diezelfde achternaam en diezelfde oranje kleur. Het was alsof de geest van dat houten bord van mijn vader zei ‘Joehoe, daar ben ik weer…..’. Tot mijn verrassing vond ik het mooi, erg mooi zelfs. Mijn ergernis over dat Supermarkt bord was verdwenen, opgelost. Ik vond de herinneringen aan dat bord wel vertederend. Weg ergernis, ik moest erom lachen.

Misschien dat mijn dochter zich ook gaat ergeren aan mijn woordmerk. Ik denk dat ik haar dan wat kleurpotloden en viltstiften geef en een groot stuk  papier en haar vraag ’teken en kleur jij het dan maar zoals jij het mooi vindt’. En dan geef ik haar die tekening veel later weer terug als zij voor zichzelf begint.

Ik heb wel alvast een beetje het zekere voor het onzekere genomen en haar het woordmerk ontwerp al laten zien. Volgens mij vond ze het wel mooi.

Bewaard onder Persoonlijk | 7 Comments

Tags: ,

Blog-Art: het verslag en zo

Geplaatst op 13 oktober, 2009 

Het weer had afgelopen vrijdag bijzonder goede voornemens met het eerste Blog-Art evenement want het was heerlijk zonnig herfstweer. Zonnetje, treintje, boekje, zo’n dag was het. Wel een jas mee want er stond een stevige wind.

De eerste Blog-Art gaat van start

Toen ik om kwart voor drie in Den Haag het Theater aan het Spui binnenstapte was het er nog rustig. In de foyer liepen al wat mensen rond: sommigen rustig (de bezoekers) en anderen wat meer gehaast (de organisatie). Tijd genoeg Karin Ramaker een hand te geven, haar te feliciteren met de eerste Blog-Art, om koffie te bestellen en een strategisch tafeltje op te zoeken. Omdat er tegelijkertijd een programma draaide in de foyer en in de kleine zaal stippelde ik ondertussen op het programmaboekje mijn route uit. Het werd langzaam drukker en al snel doken laptops, netbooks, smartphones en meer van dat moois op voor de eerste tweets over  Blog-Art.

Ik wist niet dat Den Haag ook een nachtburgemeester heeft maar kwam daar al snel achter toen Rene Bom , nachtburgemeester van Den Haag en master of ceremony van Blog-Art, de eerste woorden sprak. Hij gaf de microfoon snel door aan de wethouder van cultuur en financiën Marieke Bolle die zei blij te zijn met een evenement als Blog-Art in Den Haag.

Ik had ondertussen gezelschap gekregen van Arnoud de Jong. Arnoud blogt al acht jaar op zijn weblog Verbal Jam . Later bleek dat ik Arnoud al een tijdje via Twitter volg maar dat kwartje viel op dat moment niet. Als de online wereld elkaar ineens offline ontmoet kun je rare dingen verwachten. Een echt gezicht of een avatar kunnen twee heel verschillende dingen zijn. Ik moet mijn avatar trouwens ook maar eens updaten want die matcht niet meer helemaal met de stand van zaken nu.

Muziek maken met een stoel.

Na de opening was er muziek in de foyer. Matt Harris maakte muziek op de rocking chair van Harco Rutgers. Het Engelse woord rocking chair betekent schommelstoel maar de rocking chair van Harco was geen gewone schommelstoel maar een schommelbankje vol met electronica en geluidseffecten. Als je op de rocking chair tikt, klopt, slaat, bonkt, beukt of trommelt, kun je er muziek mee maken.

Nu hou ik meer van strakke-vierkwartsmaat-rockmuziek dus ik was meer geboeid door het verschijnsel rocking chair dan door de voor mij nogal science fiction achtige muziek die Matt Harris ermee maakte. Mijn dochter en ik trommelen na het eten wel eens op tafel en maken dan samen muziek. Daar heeft ze dan enorm plezier in. Misschien dat Harco Rutgers eens met de meubelindustrie moet gaan praten want ik denk dat er een interessante markt ligt te wachten om ook andere meubels (vooral tafels!) om te bouwen tot elektronische muziekinstrumenten.

Creatief ondernemen met de stichting Dollypop.

Na de laatste klanken van de rocking chair verhuisde ik naar de kleine zaal waar een op papier interessant onderdeel op het programma stond:een presentatie van de stichting Dollypop. De naam van de man die de presentatie gaf is langs me heen gegaan (tip: als je een presentatie geeft, laat ook altijd je eigen naam op de agenda of in het programmaboekje zetten).

De stichting Dollypop houdt zich bezig met creatief ondernemen. Een aanpak die me wel aansprak is het bedenken van oplossingsrichtingen door allerlei verschillende mensen bij elkaar te zetten. Een bedrijf, gemeente of organisatie heeft een probleem en in plaats van dat de probleemeigenaren en specialisten rond de tafel gaan om een oplossing te bedenken, komen er ook heel andere mensen aan tafel zoals een kunstenaar, een psycholoog, een filosoof.

Deze manier van werken levert een heel rijke output op met als nadeel dat er ook creatieve ideeën zijn waarvan het bedrijf, gemeente of organisatie zegt dat zij daar niets mee kunnen. Stichting Dollypop benadrukte daarom het belang van een goede probleemdefinitie of oplossingsvraag. Voorzichtig kwam hierover in de zaal, die voor de helft uit zelfstandige ondernemers en freelancers bestond, een dialoog op gang. Wat kun je als creatieveling, als kunstenaar, voor het bedrijfsleven betekenen? Hoe kun je als kunstenaar bijdragen leveren om maatschappelijke problemen op te lossen? Bijzonder interessante vragen maar de opzet en indeling van de presentatie bood helaas te weinig tijd en ruimte hier verder op in te gaan.

Vanuit mijn ervaring bedacht ik me dat kunstenaars in staat zijn om met een stukje van een idee, of als het idee nog erg vaag is, alvast aan de slag te gaan en van daaruit verder te werken. Geen enkele schrijver begint pas een boek te schrijven als hij het hele idee voor dat boek in zijn hoofd heeft zitten. Een schrijver begint al met schrijven als hij een paar zinnetjes heeft. Door op te schrijven wat hij al heeft borrelen er weer andere zinnen op die samen met de zinnen die er al zijn langzaam maar zeker het verhaal vormen. En tot verrassing van de schrijver gaat dat verhaal soms een eigen leven leiden, gaat het een eigen kant op en vertelt het verhaal zichzelf.

Veel bedrijven willen graag eerst de volledige oplossing van het probleem kennen voordat ze de oplossing uitvoeren. Het bedrijf mist dan de kansen die er zijn om alvast stukjes van het probleem op te lossen en om die alvast uit te voeren. Kunstenaars kunnen dat vaak wel en kunnen met deze manier van werken bedrijven zeker van dienst zijn.

Hoewel het onderwerp van de stichting Dollypop interessant was, vond ik dat de presentatie wel wat pittiger had kunnen zijn. Beetje sambal erin zeg maar. Met zo’n mooi onderwerp als creatief ondernemen had er naar mijn idee meer ingezeten.

En nog een wethouder.

Toen ik terug naar de foyer liep werd iedereen opgeroepen naar de kleine zaal te gaan voor een toespraak van Rabin Baldewsingh, wethouder van Den Haag op het gebied van onder andere burgerzaken, leefbaarheid en media.

Hij liet een prachtige kans liggen om op Blog-Art spijkers met koppen te slaan: de VOC mentaliteit zoals Balkenende dat wel noemt. Hij vertelde dat hij een online burgerplatform in Den Haag wel ziet zitten en voegde eraan toe dat hij hierover nog een beetje twijfel in zijn hart heeft. Hij riep de aanwezige bloggers op dat kleine beetje twijfel weg te nemen door zo’n burgerplatform te beginnen. Die bloggers vroegen Rabin Baldewsingh waarom hij er zelf niet mee begint. Daarop riep de wethouder met luide stem: ‘Ik daag U uit!’.

Op deze manier gaat dat platform er volgens mij niet komen. Had de wethouder de aanwezigen gevraagd wie hem wil helpen met zo’n platform, dan had hij ter plaatse het project online burgerplatform Den Haag kunnen starten. Als je de vraag naar een burgerplatform en de daarvoor benodigde financiële middelen (wethouder) in een ruimte hebt samen met creativiteit en expertise (de bloggers), dan moet het toch raar lopen wil je daar geen win-win situatie uit creëren.  Maar zo raar liep het wel. Of misschien had gewoon één van de bloggers moeten roepen: ‘Zullen we het samen doen?’.

Video kunst met Michael Minneboo.

Na het ik-daag-u-uit van wethouder Rabin Baldewsingh was de presentatie van Michael Minneboo een verademing. Michael vertelde over video-art en deed dat aan de hand van enkele filmpjes op zijn weblog.

Eerst liet hij zijn filmpje zien over de lamelos veiling. Dat filmpje vond ik vooral grappig. Van zijn volgende voorbeeld van wat video-art kan doen was ik onder de indruk. Het was het filmpje ‘Moments‘ van Will Hoffmann met muziek van de IJslandse band ‘Parachutes‘. Echt prachtig. Zo’n filmpje waarvan je na afloop zegt ‘Waar maak ik me toch druk om, ik ga leven!’. Michael vertelde over de compositie van dit filmpje en wat maakt dat het zo pakkend is.

Vanuit de zaal maakt Arnoud de Jong een interessante opmerking over wat er kan gebeuren als je in de openbare ruimte staat te filmen, dat mensen er agressief van kunnen worden. Zeker iets om rekening mee te houden als je in het openbaar gaat filmen.

De neplog van Stella de toiletjuffrouw.

In de foyer stond de neplogwedstrijd op het programma. Wat nou precies het wedstrijdelement was heb ik waarschijnlijk net gemist want toen ik in de foyer arriveerde begon Willem Claassen te vertellen over de neplog van Stella de toiletjuf.

Stelle de toiletjuffrouw is een bedacht personage die in werkelijkheid niet bestaat. Daarom is haar weblog een neplog. Het idee van zo’n neplog lijkt me wel grappig om vanuit een heel ander perspectief te schrijven.

Het Twittergedicht van Rutger de ex-superheld.

Daarna stapte Rutger de Quay het podium op in de foyer voor zijn Twittergedicht. Op zijn twitterprofiel schrijft Rutger over zichzelf: ‘In een vorig leven was ik een superheld. Nu ben ik gewoon dertien en een beetje gek.’ Rutger is dertien en twittert en blogt op de koekjesfabriek. Ik vond één twittergedicht wel een beetje kort, van mij had hij er wel wat meer mogen voordragen.

Blogpassie met Erwin Blom.

Na het eten ging mijn programmavoorkeur uit naar de presentatie van Erwin Blom over de kracht van weblogs. Met Erwin Blom had Blog-Art een echte ambassadeur van het webloggen in huis. Wat een enthousiasme en passie!

Erwin ging terug in de tijd naar de punkmuziek eind jaren 70. De essentie van het webloggen gaat terug naar de ‘do it yourself’ mentaliteit van de punkperiode, het zelf doen waar je in gelooft.

Waarom webloggen? 1. Om verhalen te vertellen. 2. Om kennis te delen 3. Voor PR. Bovenaan zijn lijstje met succesfactoren staat niet verwonderlijk passie gevolgd door deskundigheid, persoonlijkheid, open communicatie en regelmaat. Over wat het hem oplevert: een uitlaatklep, kennis, netwerk, werk en een Dutch bloggie .

De presentatie van Erwin liep uit en dat was ook niet verwonderlijk. Als hij dubbele spreektijd had gekregen had hij deze ook ruimschoots volgepraat. De winst van zijn presentatie zat niet zozeer in de inhoud (die voor de ervaren bloggers wel bekend was), maar in het plezier en de passie waarmee hij erover sprak.

Het teruggrijpen naar de punktijd vond ik zeer geslaagd. Nu het bloggen steeds professioneler wordt, steekt ook het gevaar de kop op om elkaar te kopiëren, om van elkaar af te kijken of om het bedenken van verdienmodellen belangrijker te maken dan het bloggen zelf. En dat zou jammer zijn dus back to basics: zelf doen waar je in gelooft.

Low battery power.

Na de presentatie van Erwin blom was er nog volop te doen op Blog-Art. Ik had graag nog ‘Teletekst is dood‘ gezien en ook de forumdiscussie over oude en nieuwe media. Ook de presentatie van Mindz.com over social networks leek me leuk. Vermoeid en met nog een aardige reis voor de boeg besloot ik naar huis te gaan. Onderweg in de trein las ik op Twitter nog wat leuke berichtjes over wat ik allemaal miste. Maar toen ging bij mij de accu uit. Niet van de telefoon maar van mij.

Ik was net op tijd thuis om de eerste beelden van Blog-Art te zien tijdens het late journaal:

Blog-Art op het NOS journaal van 9 oktober 2009 (22:50uur) from Marco Raaphorst on Vimeo.

Kortom…

Als netwerk evenement vond ik de eerste Blog-Art zeer geslaagd, het heeft me allerlei nieuwe en leuke en contacten opgeleverd die dankzij Twitter, LinkedIn en Mindz verder zijn versterkt. Ook de sfeer en organisatie waren prima. Wat betreft de inhoud viel het me een beetje tegen omdat ik graag ook nieuwe dingen en ontwikkelingen had willen horen. Misschien kunnen nieuwe ontwikkelingen op de agenda voor Blog-Art 2010 met als gevaar dat Blog-Art een soort van conferentie wordt in plaats van een kunst evenement. Andere suggesties voor Blog-Art 2010:

After party.

’s Zondags nog even nagenoten van Blog-Art met de sfeerimpressie van Madbello:

#blogart / @blog_art Preview: Blog Art 2009 from Mad Bello on Vimeo.

Bewaard onder Bloggen | Reageer

Tags: , , , , ,

Met een sjamaan op stap

Geplaatst op 14 augustus, 2009 

Het begon met een blogpost van Frank Bruining: ‘Sjamaan in het bedrijfsleven’. Daarna een paar tweets via Twitter over sjamanisme en het bedrijfsleven.  Gevolg: een interview in Utrecht met sjamaan Gertrud Althausen, op Twitter en omstreken beter bekend als @Hemelwandelaar.

De online van Dale zegt over Sjamaan: priester-tovernaar.

Hmmm, een priester-tovenaar in het bedrijfsleven? Is dat een bedrijf managen met magie, iets waar de Harry Potter fans de deuren van de bioscoop en boekhandel voor plat lopen? Is dat zoiets als Gandalf (Lord of the Rings) die in het bedrijfsleven de strijd met de kwade krachten aangaat (de concurrentie natuurlijk)?

Rijk aan ervaringen in en met het bedrijfsleven en met de problemen waar veel bedrijven al lang mee worstelen (vaak gecamoufleerd of zogenaamd niet de moeite waard om aan te pakken omdat de winstcijfers steeds naar tevredenheid waren) raakte ik nieuwsgierig naar de rol van een sjamaan in het bedrijfsleven.

We hadden afgesproken op Utrecht CS en in stationsrestauratie ‘De Tijd’ spraken we twee uur lang over sjamanisme, over wat er zoal in veel bedrijven leeft en speelt, hoe een sjamaan daar tegenaan kijkt en ook welke rol een sjamaan kan spelen bij het oplossen van die problemen.

Eerst bijpraten. Via Internet kwamen we ongeveer een jaar geleden in contact met elkaar en dat contact is sindsdien via allerlei blogs, forums en sociale netwerken gebleven. Leuk om dan te merken dat het contact ‘live’ ook stroomt. Pikant ook omdat volgens de Tzolkin, de heilige Maya kalender, Gertrud mijn occulte partner is. Volgens de Tzolkin is een occulte partner iemand die je je schaduwzijde laat zien, die kanten van jezelf die je bij jezelf verdringt.

Daarna interviewen. Gertrud wilde graag weten hoe ze haar activiteiten kan verwoorden en aan het bedrijfsleven presenteren. Ik wilde weten volgens welke methode, concept of techniek een sjamaan werkt en wat dit een bedrijf oplevert. Voeg deze twee dingen samen en je hebt een interview.

Twee uur later. Een heleboel informatie rijker maar geen helder verhaal. Ik was op zoek geweest naar de sjamaanformule, een formule die beschrijft dat als X het probleem is in het bedrijf, de sjamaan aanpak Y kiest en dat dit voor het bedrijf Z oplevert. En deze formule bestaat niet! Het idee dat zo’n formule bestaat stamt uit de oude paradigma’s van waaruit veel bedrijven nog werken, de paradigma’s waar veel consultants, adviseurs en managers mee werken. Paradigma’s die soms even wat probleemverlichting geven, maar die vaak na verloop van tijd leiden tot probleemverdichting. De tijdelijke oplossing werkt niet meer en de frustratie van de zoveelste mislukte poging iets te veranderen doet de veranderbereidheid nog verder afnemen. Een sjamaan werkt vrijwel volledig vanuit de ongrijpbare wereld van de intuïtie en daar bestaat geen formule voor.

Even lunchen. Nog steeds nieuwsgierig en geïntrigeerd door het verhaal dat er nog niet was, vraag ik haar samen te gaan lunchen. Omdat het heerlijk weer was en we al die tijd binnen hadden gezeten, besluiten we een stukje richting centrum te lopen en op het eerste het beste terras neer te ploffen voor een broodje.

Alsnog een verhaal. Nou zul je altijd zien dat de meest bijzondere dingen gebeuren als je er niet op bent voorbereid. Tijdens de lunch vertelt Gertrud hoe alles een betekenis heeft en hoe alles om ons heen wat te vertellen heeft. Ze maakt dat duidelijk aan de hand van de naam van het café/restaurant waar we zitten (Stairway to Heaven), een tekst op de menukaart (all about love), de kleur van het zonnescherm, de manier waarop sommige voorbijgangers lopen en het eten op onze borden (gele paprika, zo vertelt Gertrud, is de kleur van de communicatie en de zielekleur van mijn creatieve ziel).

Alles heeft betekenis, niks is zonder betekenis. Van je naam, wat je eet, hoe je je kleedt, wat je zegt, hoe je iets zegt, en ook wat je niet zegt… Wat er in je leven gebeurt en de mensen waar je mee omgaat… Alles wat zintuiglijk en buitenzintuiglijk waarneembaar is, dat is waar de sjamaan mee werkt om te komen tot een soms verbluffend inzicht.

De meterkast. We komen op het onderwerp techniek. Haar vader had als ingenieur in de elektrotechniek gewerkt en omdat ik ooit elektrotechniek heb gestudeerd, hebben we een link. Ze vertelt wat ze van haar vader aan kennis heeft meegekregen over meterkasten, zekeringen en aardlekschakelaars. Ik moet er om lachen, met een sjamaan over elektro praten… Maar toch niet zo gek als het lijkt want ze vertelt dat aardlekschakelaars voor het eerste chakra staan.

Overbelasting. Ik vertel haar dat thuis de elektrische groep waar de keukenapparatuur op zit, er regelmatig uitknalt omdat er teveel stroom wordt gevraagd. En, ik zei het al eerder: voor een sjamaan heeft alles betekenis, dus ook een probleem met een meterkast. Ze stelt me een paar vragen en zegt dat de keuken (waar de overbelasting optreedt) in dit geval het derde chakra symboliseert. Ze vertelt me waar het derde chakra voor staat en geeft als huiswerk mee verder uit te zoeken waarom dan juist in de keuken de elektrische groep eruit knalt (fijn, huiswerk!).

Er begint me wat al iets te dagen: dat die meterkast iets vertelt dat ik zelf doe. Dat ik regelmatig meer van mezelf vraag dan ik aankan en dat, als ik dat maar lang genoeg doe, de stop er bij mij ook uitknalt en ik tot helemaal niks meer kom. Dan vraag ik van mezelf als het ware teveel stroom en gaat de boel plat en het licht uit.

Dus als het allemaal werkt zoals ik denk (ze zegt: ga dat eens proberen te voelen) dat het werkt, dan zal de zekering er in de meterkast er minder vaak uitvliegen als ik wat minder van mezelf vraag. Ik geloof wel dat er waarheid in zit en ben ook een beetje sceptisch want ik kan natuurlijk ook minder keukenapparatuur tegelijk gebruiken. Ik ben benieuwd wat het huiswerk nog oplevert.

Nieuwsgierig? Ben je nieuwsgierig naar het hoe/wat/waar/waarom van een sjamaan? De beste manier om dat te ontdekken is zelf een sjamaan aan het werk zien, ermee samenwerken.

Waarschuwing! Alles wat je de sjamaan vertelt en niet vertelt kan betekenen dat je aan de bak moet. Met jezelf.

De tijd. Terug thuis laat ze per e-mail weten waarom we bij ‘De Tijd’ hadden afgesproken: omdat het de tijd was dat we elkaar weer tegenkwamen als onderdeel van ons zielscontract.

Bewaard onder Persoonlijk, spiritualiteit | 2 Comments

Tags: , , ,

Gedachten als magneet

Geplaatst op 21 juli, 2009 

Je gedachtegoed is het sterkste magnetische veld op aarde dat heel exact jouw eigen publiek weet aan te trekken!

Huub Koch op zijn blog in het artikel  ‘Hoe ontwikkel je als zelfstandige een eigen visie op het gebied van persoonlijke marketing en communicatie?’

Bewaard onder Citaten, spiritualiteit | Reageer

Tags: , ,

Onderneem het

Geplaatst op 3 juli, 2009 

Gisteren kreeg ik een e-mail van Petra Maartense, blogger en schrijfster, met de volgende vraag:

Wat is het geheim van het succes van een zelfstandige? Vertel me jouw gouden tip of advies voor mensen die graag zelfstandig ondernemer willen worden! Graag op basis van je eigen ervaring, als je wilt met een kort eigen
verhaaltje erbij. Welke valkuilen ben jij tegengekomen en hoe heb je het opgelost? Wat is het belangrijkste om op te letten?

Petra verzamelt materiaal voor een boekje met tips en adviezen voor mensen die twijfelen of ze het wel kunnen, zelfstandig ondernemer zijn, en of het niet heel erg zwaar is.

Als je zin hebt om ook een bijdrage te leveren aan haar boekje, neem dan contact op met Petra Maartense. Haar contactgegevens staan op haar blog ‘De vliegende schildpad‘.

Hier mijn kijk op ondernemen:

Over ondernemen zijn ontelbaar veel boeken en websites vol geschreven. Allemaal wijsheid, kennis, inzichten en ideeën van ANDEREN. Ook voor degene die dit stukje leest: jij leest over iets dat werkt voor een ander. Die ander dat ben ik, de schrijver van dit stukje. Wat voor jou, de lezer werkt, weet ik niet. Misschien werkt wat voor mij werkt ook voor jou. Misschien ook niet. Dit is de tijd, niet alleen op het gebied van ondernemen, om alles wat anderen zeggen en schrijven te gebruiken als hulpmiddel bij het ontdekken van wat er in JOU leeft! Ontdekken van JOUW waarheid! Ontdekken van JOUW innerlijke ondernemer! Als Columbus het advies van andere ondernemers had opgevolgd had hij Amerika echt niet ontdekt.

Ik heb een ondernemingsplan bestaande uit maar een paar woorden:
‘Ik doe waar ik blij van word. En als jij daar ook blij van wordt, dan doen we samen waar we blij van worden.’

Dat is bij alles wat ik wil doen, bij alle keuzes, bij alle stappen, mijn wegwijzer. Het is de wegwijzer die me wegvoert van de weg van anderen. Het is de wegwijzer die me mijn eigen weg wijst. Door daar trouw aan te zijn en daarover steeds opnieuw te reflecteren, is ondernemen voor mij een intuïtief avontuur geworden. Bijzondere kansen, mogelijkheden, mensen, zogenaamde toevalligheden, stromen in overvloed.

Door mezelf letterlijk en figuurlijk af te stemmen op mijn gevoel, het gevoel in mijn lijf, krijg ik de feedback die ik nodig heb. De feedback die mij vertelt of ik mijn ‘ondernemingsplan’ trouw ben, of ik wel doe wat ik leuk vind en of ik er wel blij van word.

Door daar trouw aan te zijn omzeil ik ook de grootste valkuilen: de weg van een ander volgen. De weg van een ander volgen lijkt soms verleidelijk. Vooral als die ander een zogenaamde ‘expert’ is en al veel ervaring heeft en het klappen van de zweep kent. Wat voor die ander werkt hoeft voor jou niet te werken. En de tijd verandert steeds sneller. Wat gisteren werkte, werkt morgen misschien niet meer.

Een andere beruchte valkuil bij het ondernemen is geloven in schaarste. Geloof in overvloed! Bedenk je eigen economie, een economie gebaseerd op ondernemen vanuit overvloed, vanuit gelijkwaardigheid, vanuit respect voor mensen en de planeet, vanuit respect voor het leven. Vier en dien het leven en het leven viert en dient jou. Herdefinieer het begrip succes. Als succes alleen betekent een hoop geld, dan is dat een armoedige vorm van succes. Alles wat je met plezier doet, waar je blij van wordt, alle waarde die je bijdraagt aan anderen en de planeet, is succes. Herdefinieer alles.

De planeet schreeuwt het uit om mensen die hun eigen weg gaan. Obstakels zul je tegenkomen tijdens je weg. Elk obstakel en elk probleem is je bondgenoot en helpt je om te leren en te groeien, om sterker te worden en om vooruit te komen.

Randy Pausch zei het als volgt:
“Muren zijn er om de mensen tegen te houden die het niet graag genoeg willen. Ze zijn er om de ánderen tegen te houden.”

De omstandigheden om te gaan ondernemen zijn nog nooit zo ideaal geweest als nu. Ga aan het roer staan en laat de wind en de zeilen je meenemen. Maar stuur zelf.

Bewaard onder Mening, Ondernemen, Persoonlijk | 2 Comments

Tags: , , , , , , ,

Interview Martijn Aslander

Geplaatst op 29 juni, 2009 

Op woensdag 10 juni had Joris van Heukelom een meer dan inspirerend interview met Martijn Aslander.  Om je een indruk te geven hier enkele passages uit dit interview van Martijn:

Hier het volledige interview met Martijn, ik heb het interview uitgeschreven…

Joris: Welkom in Curriculum Vitae, het betere gesprek op web en tv. Deze uitzending is nu al een uitdaging, dat wat het al voor de uitzending begon. De bedoeling is namelijk dat onze gasten één keer ze de beslissing hebben genomen en de durf hebben om op deze mooie stoel te gaan zitten, dat ze ons een CV sturen. Maar de gast van vandaag die weigert dat. Wat er dan gebeurt, is complete chaos in het productieteam, er wordt gebeld, er wordt genegotieerd om een mooi woord te gebruiken. En wat bleek? Op een bepaald moment gingen wij maar bellen, de gast en ik, en bleek dat de gast, hij blijft nog even anoniem in deze introductie, geen CV had. Goed, dag kan. Je kan geen CV hebben. Maar toen stelde ik de simpele vraag: maar je hebt toch wel een baan? Nee, geen baan. Maar je leeft toch wel ergens van? Ja, van donaties, van wat mensen mij geven. Het werd op dat moment ook in mijn hoofd vrij ingewikkeld. Toen kwam deus ex machina nederdalen en toen zei ik: weetje, zet op één A4’tje kort je levensloop van toen je een jaartje of 4-5 was tot nu en dan doen we daar wel mee. Dat verhaaltje dat kreeg in een dag of twee geleden binnen en dat las ik en toen dacht ik: verrek, dat is eigenlijk een mooie synopsis voor een mooi jongensboek. Onze gast van vandaag: Martijn Aslander. Martijn, welkom in de studio.

Joris: Klopt het een beetje, mijn verhaaltje?

Martijn: Ja, zo zou je het ook kunnen zeggen.

Joris: Ja, nee, vanuit mijn perspectief.

Martijn: Ja, dat klopt.

Joris: Ik was een beetje in de war.

Martijn: Nou, dat is ook een deel van mijn werk dus dat is gelukt.

Joris: Mensen in de war brengen?

Martijn: En aan het denken zetten.

Joris: Ja heel goed. Kom jij nou uit een groot gezin?

Martijn: Nee, gewoon een huis-tuin-en-keukengezin. Een normaal gezin. Normale gezinnen bestaan natuurlijk niet. Vader, moeder, zusje.

Joris: Geen twaalf kinderen?

Martijn: Nee.

Joris: Want dat gevoel had ik meteen: deze man, deze extreem sociaalvaardige man, moet wel opgegroeid zijn in een heel groot gezin.

Martijn: Nee. Maar ik heb gemazzeld. Ik ben opgegroeid in een heel klein dorpje in Drente, alleen daar zat een heel groot vakantiepark. En daar kwamen zomers zo elke week zo’n vijfduizend mensen in dure bungalows of in tentjes dus arm en rijk, en uit alle hoeken van het land. En na een week waren ze weer weg, waren er weer nieuwe. Dus ik heb tien jaar lang allerlei sociale vaardigheden kunnen oefenen en als het mis ging kreeg ik een week later weer nieuwe mensen.

Joris: Ging je daar dan bewust mee om?

Martijn: Nee, dat heb ik pas achteraf kunnen constateren: oh, daar heb ik dat geleerd, wat een goed idee.

Joris: En wat zijn dan de dingetjes die je daar dan geleerd hebt, waar je nu nog wat aan hebt?

Martijn: Dat mensen uit de randstad anders praten en anders doen dan bijvoorbeeld mensen in Drente die ik gewend was bij mij in het dorp. En dat mensen uit het zuiden weer een andere vorm van uitbundigheid hebben, en dat Friezen… Dus op die manier leer je dat spelenderwijs.

Joris: Dat praten dat geloof ik wel, maar dat doen?

Martijn: Wat is je vraag?

Joris: De vraag is heel simpel: wat doen mensen uit de randstad anders dan de mensen uit de provincie?

Martijn: Die nemen meer een pose aan. Vanuit mijn perspectief natuurlijk met mijn beperkte referentiekader op dat moment, leek het zo.

Joris: En als je dan nog even verder gaat, vakantiepark, middelbare school: meteen wat mij opviel in dat mooie verhaaltje is toch het bewustzijn van geld.

Martijn: Ik begrijp niet zo goed wat je vraagt.

Joris: Nee ik vraag ook nog niks, ik probeer jou in verwarring te brengen. Het bewustzijn van geld. Want er staat heel duidelijk: toen ging in centjes verdienen aan al die mensen en ik verdiende al zes Euro of zes gulden in die tijd per uur.

Martijn: Het was meer de fun hoor, niet het geld. Ik ontdekte in één keer bijvoorbeeld in het dorpje waar ik daarvoor woonde, daar was een heel groot hunebed en hadden ze nog geen bebording geregeld, en ik zag keer op keer, toen was ik een jaar of 5-6-7 of zo, dat mensen de weg zochten naar dezelfde plek. Op een gegeven moment dacht ik: als ik nou op die kruising ga staan met mijn fietsje, en als ouders dan aarzelend een beetje om zich heen kijken en vragend kijken van waar moeten we nou naar toe naar dat hunebed, dat ik kon zeggen: goh, u zoekt zeker het hunebed, zal ik even voorop fietsen? Daar had ik ook lol aan, ik vind mensen helpen leuk. En dan merkte ik dat ik daar in één keer geld voor kreeg. Daar vroeg ik geen geld voor, ik kreeg het gewoon. Ik dacht: hé, dat is leuk, als je mensen helpt dan krijg je zomaar wat terug.

Joris: Welke rol speelt geld dan in je leven?

Martijn: Dat is al jaren complex. Ik heb er een andere relatie mee dan de meeste mensen. Het is handig dat het er is maar ik merk dat, zeker waar ik nu sta, dat mensen te veel focussen op geld omdat ze denken dat je daar dan spullen mee kan kopen en dat je daar gelukkig van wordt. Mijn passie is dingen in beweging krijgen en ik heb ontdekt dat geld daar vaak een beperkende factor in speelt in plaats van een versterkende factor. En in dit economisch tijdsgewricht beginnen we ook te zien dat het best een goed punt is daarover na te denken.

Joris: Hoe overleef je dan?

Martijn: De aanname die iedereen doet is dat als je niet van te voren geld vraagt voor wat je doet dat je dan waarschijnlijk niks krijgt of bijna niks. Maar als ik een groot probleem voor je op los en jij bent eigenaar van een groot bedrijf, dan bespaar ik je misschien een paar ton en wil je misschien wat terug doen. Op het moment dat ik de beste spreker ben op een congres of niet één van de slechtste sprekers op het congres waar heel veel sprekers zijn, dan zou het raar zijn als ik het minste kreeg. Ik heb geleerd daarop te vertrouwen en daar leer je veel meer van. Je krijgt een kortere feedbackloop en je krijgt sneller inzicht. En je leert ook op welke plekken je welke dingen moet doen. Dus het leert mij elke keer weer opnieuw of ik ook van waarde ben. Als je focust op waarde in plaats van op winst, veel bedrijven zijn dat vergeten volgens mij, dan blijf je scherp en dan blijf je volgens mij ook bezig met luisteren naar ‘wat wil de klant?’

Joris: En is dat nou iets wat in de volledige maatschappij aan het omturnen is, aan het veranderen is? Ben jij een voorbode van een nieuwe trend?

Martijn: Ik heb het natuurlijk niet uitgevonden, wat ik doe is zo oud als de weg naar Rome. De grap is: de verspreidbaarheid van inzichten en ideeën en kennis is groter dan ooit. Er zijn een aantal paradigma verschuivingen in onze samenleving en de economie, en die zijn wat mij betreft fundamenteel. Als je dat perspectief erbij pakt en je gaat dan kijken naar de veranderende rol van geld in deze samenleving, dan denk ik dat ik inderdaad in de voorhoede zit van die mensen Maar ‘I am only the messenger’.

Joris: Als messenger ben je ook ervaringsdeskundige.

Martijn: Inmiddels wel ja.

Joris: Precies, want jij hebt meegemaakt, als ik dat dan moet geloven, en dat doe ik, dat je voor de klas staat, op een podium staat, mensen inspireert, dat je een raad van bestuur een bepaalde kant opkrijgt, en dat die dan achteraf, nadat de feiten gepleegd zijn, naar je toe komen en zeggen: ‘hier heb je wat geld’.

Martijn: Ja, of andere dingen. De grap is: geld is niet altijd belangrijk. Als ik voor een vliegtuigmaatschappij spreek en ik help ze met wat voor kennis of inzichten dan ook, wil ik dan geld hebben of tickets? Die lege stoelen die hebben ze toch al dus geef mij maar wat lege stoelen. Dat kost hun niks en levert mij weer op. Je kunt veel speelser omgaan met beloningsmodellen. Elke adviseur die op dit moment kijkt zou ik willen vragen: hoe kun jij nou in Godsnaam, en ik snap het toneelstukje wel dat we geleerd hebben met z’n allen, maar hoe kun je nou van te voren weten wat je waard bent? Ja marktmechanisme, prijsperceptie, al die blabla, dat zal, maar volgens mij kun je alleen achteraf bepalen wat iets waard is. En om het nog complexer te maken: heel vaak kan een advies pas over een jaar blijken wat het advies waard geweest is, niet eens on the spot. En dat het complex is dat snap is. Maar dat wil niet zeggen dat de discussie en het denken erover niet minder waardevol is. Veel adviseurs zijn niet bezig met nadenken over waarde maar met het binnenhalen van klanten.

Joris: Deze topic, dit paradigma, deze manier van denken, die is erg in. Die wordt eigenlijk een stuk geaccelereerd door de crisis.

Martijn: Ik heb de tijd mee.

Joris: We zijn met z’n allen wel tegen een hele dikke boom gereden.

Martijn: En terecht.

Joris: Ja, nee, eens. Maar dank je niet als die crisis straks achter de rug is, dat kan best 2-3-4 jaar duren…

Martijn: Nee, mensen beginnen versneld te ontdekken dat vlak voordat je doodgaat dat het niet telt hoeveel huizen je bezeten hebt, in hoeveel auto’s je gereden hebt. Wat telt is: heb ik de kansen en mogelijkheden gepakt die ik had, heb ik mijn talent kunnen ontplooien en heeft een ander waar wat aan gehad? Wat voor ervaringen heb je zelf opgedaan en achtergelaten op deze planeet? Dat is niet per se idealistisch, dat is vooral praktisch. Ik merk gewoon dat je daar blijer van wordt dan van het binnenharken van geld, het opbouwen van bezit en daarmee verwerven van status. In de netwerksamenleving krijg je status als je toegang hebt en kunt bieden en ook biedt.

Joris: Er is ook zoiets als legacy, datgene zoals het altijd gegaan is, zoals al die bedrijven werken. Gaan die bedrijven dan van binnenuit veranderen?

Martijn: Mijn voorspelling is dat binnen toen jaar bedrijven niet meer aan goede mensen kunnen komen, de grote bedrijven. Het grote hiërarchische tijdperk, de hiërarchische structuur, is ten einde. Het werkt niet meer. We krijgen vijf tot zevenhonderdduizend man tekort op de arbeidsmarkt binnen tien jaar. Talent laat zich niet meer vangen voor geld. Van negen tot vijf in een gebouw zitten, tijd ruilen voor geld, met z’n allen in de file gaan staan, niet eens software mogen downloaden op het web terwijl die gewoon beter is en gratis is dan de spullen die het bedrijf aanbiedt, doesn’t make sense!

Joris: Goed punt. Was ook één van de vragen die ik had voorbereid. Dat is leuk want ik heb nog geen één keer op mijn blaadje moeten kijken bij jou, dus dit wordt een lang gesprek. Dat vindt Romy altijd heel prettig, dat ik lang praat. Maar als alle goed mensen straks niet meer in de bedrijven zitten, wie gaat binnen de bedrijven dan die goede mensen nog inhuren?

Martijn: Die bedrijven vallen gewoon om, die hebben geen bestaansrecht meer. Laten wen wel zijn, we hebben zeker een aantal honderdduizenden mensen verborgen werkloosheid, mensen die betaald worden terwijl ze niet echt wat toevoegen. Niks ten nadele van die mensen, die kunnen waarschijnlijk heel veel. Iedereen heeft talent, iedereen heeft drive en passie, maar dat systeem sluit niet aan bij de wensen en mogelijkheden van die mensen.

Joris: Maar goed, als alles optimaal georganiseerd zou zijn, zouden er veel meer werklozen zijn.

Martijn: De vraag is of dat erg is. Je moet het in Nederland echt stelselmatig verprutsen wil je geen dak boven je hoofd hebben en geen eten hebben. Het probleem wordt pas als je veel status denkt nodig te hebben en dat ontleent aan bezit waardoor je geld nodig hebt. Als je dat kan loslaten kun je gewoon bezig met zelfverwezenlijking. Kijk naar de piramide van Maslow. In Nederland hebben we shelter, we hebben een dak boven ons hoofd, we hebben te eten. Het enige dat we nog moeten doen is onszelf verwezenlijken, daar worden we uiteindelijk optimaal gelukkig van. Helemaal met het web en met WIFI en een laptop met om je heen kijken hoe jij van waarde kan zijn voor een ander, ben je daar echt beter toe in staat dan ooit eerder in de geschiedenis van de mensheid.

Joris: Vind je dan niet dat je dat laatste stuk van de piramide van Maslow en daarmee ook de oplossing van een grote problematiek, dat je die niet ontzettend technologiseert? Want kun je datzelfde wat jij predikt, en waar ik in grote mate van zeg: ja, dat klinkt veelbelovend, dat is een mooie wereld, kun je datzelfde ook bereiken als je niet Twittert, als je niet online bent?

Martijn: Absoluut want de mensen om je heen met wie je omgaat die doen dat weer wel. Ik ben zelf maar anderhalf uur per dag online, ik ben geen computerfreak. Die anderhalf uur dat ik die computer wel gebruik, moet ie het ook echt doen en graag zoals ik wil. Daarom heb ik een Mac.

Joris: Dankzij Lifehacker hangt dat wel een beetje op je voorhoofd dat je een computerfreak bent.

Martijn: Mensen mogen zelf weten wat ze van dingen maken. Feit is dat ik dus daardoor in staat ben om dat wat een ander in twee dagen doet, zelf in een uurtje of twee uurtjes te doen. Ik kijk anders naar hoe organiseer je dingen, hoe werk je samen. En ik heb al geleerd dat ik beter vragen kan stellen aan mensen die het leuk vinden om te helpen dan dat ik alles zelf ga doen. Waarom zou ik gaan googelen als ik een vraag op Twitter kan zetten, en dertig mensen gaan voor mij googelen omdat ze het leuk vinden om te helpen. Ik heb geleerd, mensen vinden het ontzettend leuk om te helpen mits het is met iets waar ze heel goed in zijn, wat weinig moeite kost, en daar worden ze blij van. Mensen vinden het leuk om te helpen maar het moet niet te ingewikkeld zijn.

Joris: Ben jij goed in alleen zijn?

Martijn: Nou, stelselmatig langdurig, ik ben geen kluizenaar. Een maand in mijn eentje, dat is trouwens wel een leuk experiment, moet ik eens aangaan, schuw ik ook niet, maar ik vind het heerlijk onder de mensen te zijn zodat ik het daarna ook weer heerlijk vind om helemaal alleen te zijn. Dus het is aan en uit zeg maar.

Joris: Ben je veel alleen?

Martijn: In mijn werk is dat een beetje lastig want ik ben de hele dag wel in verbinding met veel mensen. Ik heb heel veel lol in wat ik doe. Maar ik heb toch een aantal dagdelen per week dat ik alleen ben en daar ook echt van geniet.

Joris: Nu ga ik wel naar mijn blaadje. Jij houdt niet van hokjes, dat is duidelijk.

Martijn: Jawel. Alleen ik hou van hokjes zeg maar met een permeabele wand. Ik stop iedereen altijd in een hokje en zodra ik nieuwe informatie mag ie in een ander hokje.

Joris: Nu ga ik jou in een hokje steken. Ik ga je vragen jezelf in een hokje te steken. Je bent een specialist timemanagement, je bent een filosoof, je bent een personal coach of je bent een marketeer.

Martijn: Filosoof! Ik denk na over dingen en dat deel ik met anderen.

Joris: Het marketingvak?

Martijn: Boring! Marketing, dat weten veel mensen niet, is een samentrekking van twee woorden: market en getting. Eigenlijk, in dit tijdperk, zou het moeten heten marketgiving. Alleen markeving dat klinkt voor geen meter dus laat maar.

Joris: Als je echt een probleempje hebt met lispelen hebt dan kom je zo op markving terecht. Nee, dat wordt niks.

Martijn: Maar dat is wel waar het over gaat.

Joris: Je wordt soms wel door de marketeer ingehuurd.

Martijn: Nee, ik ben niet te huur. Ze bellen wel eens of ik mee wil denken.

Joris: Precies! Sorry, mijn oprechte excuses meneer Aslander. Je haalt je neus op voor marketing. Dat is het leuke, je hebt goede verhalen, je hebt krachtige verhalen, je hebt sterke verhalen en die resoneren over het web heen. Dus als je op zoek gaat naar jou, dan kom je ook al heel snel terecht in die verhalen. En ik vond daar toch dat je je neus een heel klein beetje ophaalde voor de huidige praktijk van het marketing vak.

Martijn: Te lang is de marketeer niet bezig geweest met nadenken over klantwaarde maar het creëren van aura daar omheen. En ik denk: de enige die kan bepalen dat jouw product deugt, dat zijn de mensen die fan zijn van jouw product. En als je daar niet mee bezig bent en je gaat aan de voorkant wel bezig met een mooi verhaal ophangen en de back-end en de organisatiestructuur die daaronder ligt sluit niet meer aan op de werkelijkheid van het web:  radicale transparantie, de tamtam via Twitter, waar ben je dan in godsnaam mee bezig? Dan ben je bezig met aandeelhouderswaarde creëren en met winst scoren over de ruggen  van anderen. Voeg wat toe! Alsjeblieft.

Joris: Sneller een doctoraat, of sneller een eredoctoraat dan een doctoraat?

Martijn: Een propedeuse had ik gezegd.

Joris: Zelfs dat. Ben je van plan dat eredoctoraat ook te behalen?

Martijn: Dat is geen doel op zich. Ik heb ooit voor de grap geroepen, nou volgens mij, ik ben een drop-out, ik heb twee jaar ingeschreven gestaan bij rechten in Groningen. Dat was heel leuk, een hoop geleerd, boeiend vak. Alleen ik had te weinig tijd. De colleges daar ging ik dan wel naar toe want ik was niet zo’n feestbeest. Fascinerend, ook gave boeken, gave inspirerende mensen zoals meneer Lokin, ik kan iedereen aanraden om naar te gaan luisteren. Maar ik had geen tijd om die tentamens te leren want ik was al druk met bedrijfjes opzetten, dingen in beweging krijgen. En toen was ik drop-out en toen zei ik, volgens mij is een propedeuse, ik heb vier studiepunten gehaald in twee jaar, ik ben nog steeds aan het afbetalen maar dat is niet erg, een propedeuse halen was voor mij toch ingewikkelder denk ik dan een eredoctoraat. Wat bedoel ik daarmee? Voor een propedeuse moet je stelselmatig hetzelfde doen als de rest waar ik aantoonbaar slecht in ben. En voor een eredoctoraat, als ik goed gekeken heb wat voor mensen dat krijgen, moet je gewoon heel lang volhouden, enige tientallen jaren, dat je iets anders doet dan de rest. Ik denk: oh, maar dat kan ik wel. Alleen het duurt wat langer.

Joris: Maar die ambitie is er wel?

Martijn: Nee, het is een goeie grap. En als ik hem krijg dan is het mooi en als ik hem niet krijg dan is het ook goed.

Joris: Je hebt geen enkele ambitie in het leven?

Martijn: Jawel! De Nobelprijs voor de vrede. Hoe zeg je dat: ‘shoot for the stars, you might end up at the moon’. Leg de lat hoog, het gaat niet om dat doel op zich. Als je geen hogere doelen stelt, hoe kun je jezelf dan aan je haren uit het moeras omhoog trekken om, als het zwaar is en moeilijk en je weet het even niet, om verder te gaan? Hoe kun je dan andere mensen aan het denken zetten en inspireren?

Joris: En wat doe jij concreet om dat doel, de Nobelprijs van de vrede, te bereiken?

Martijn: Niets. Zulke dingen daar kun je geen hele concrete richting aan geven. Het enige dat ik kan doen is kijken van: goh, kan ik bijdragen aan denken over waarde, kan ik nadenken over communicatiekracht, kan ik nadenken over kunnen we grote maatschappelijke economische vraagstukken oplossen met kennis die er al is, liefst zonder geld want dan kan er ook niemand controle over uitoefenen? Op het moment dat je geen macht kunt uitoefenen door middel van geld, moet je macht uitoefenen door middel van inhoud en open dialoog. Mauk Mulder is daarin een groot inspirator voor mij. Dat is een professor die machtsrelaties duidt en zegt altijd: macht is niet goed of slecht. In Nederland vinden we dat een beetje stom, het woord macht, dan roepen we invloed maar dat is gewoon marketing. Er is heel veel onnodige machtsafstand, experts die zich achter hun positie verschuilen. En heel lang kwamen mensen in de top van de piramide van de organisatie in Nederland weg met het niet leveren van waarde of het vasthouden aan hun positie in plaats van dat ze zouden laten stromen en het maximale uit de mensen, voor wie ze het zouden moeten doen, halen. En die mechanismen zijn dankzij radicale transparantie op het web en dankzij de kracht van het web en dalende communicatiekosten helemaal aan het veranderen. Dus macht in netwerkdynamiek is totaal anders dan de dynamiek van macht in een traditionele organisatie. Ik denk dat het een goede zaak is. Als ik daaraan kan bijdragen met mijn werk, dan denk ik dat ik op de goede weg ben.

Joris: Toch heeft dat systeem tientallen jaren, zo niet honderden jaren, misschien wel duizenden jaren, gewerkt.

Martijn: Nee, het is post-industrieel gedachtegoed dit. De organisatievormen die we nu kennen zijn vormen die we ongeveer honderdvijftig jaar gehad hebben en die niet meer rekening houden met dat kennis overal alom vertegenwoordigd is, dat je overal toegang hebt tot informatie.

Joris: Maak het dan zeer concreet, we leven 2028. Dat is al even hier vandaan.

Martijn: Dan hebben we computerkracht die zo krachtig is dat één computer net zoveel berekeningen kan maken als de hele mensheid bij elkaar.

Joris: Daar heb ik niet zoveel aan.

Martijn: Jawel! Op het moment dat jij prostaatkanker gaat krijgen kan die computer al jouw DNA sequenties doorrekenen en een medicijn voor jou maken waar we nu nog veel te lang over doen. Daar ga jij heel veel aan hebben.

Joris: Wat doet de mens anders dan dat die nu doet. In 2028? In zijn werkende leven, in zijn privé leven?

Martijn: Ik zou het niet weten. Ik had twee jaar geleden niet kunnen bedenken hoe krachtig Twitter zou kunnen zijn. Dat kun je gewoon niet bedenken. Ik durf geen voorspellingen te doen over waar gaat het naar toe. Maar ik denk dat we als mensheid beter af zijn met wat er aan zit te komen. En dat we heel veel ballast, overbodige ballast, dat we daar vanaf kunnen. Ik denk dat we grote vraagstukken voor de wereld, voeding, water, allemaal dat soort zaken, dat we die kunnen oplossen met kennis die we nu al hebben, alleen die nog niet ontsloten is en gestapeld is omdat we nog vanuit de oude schaarsteparadigma’s denken.

Joris: Kun jij mij vertellen hoe het komt dat, en dat heb ik gezien bij PICNIC, dat zie je ook bij TED, waar technologie en bewust ondernemerschap, om simpele termen te gebruiken, komen daar heel dicht bij elkaar. PICNIC is ooit begonnen als een congres, jaarlijks iets, om te inspireren, het feest, de hoogmis van de creativiteit. En technologie, creativiteit, en alles wat in de jaren tachtig als groen werd aanschouwd, komt daar nu samen. Wat heeft technologie met dat bewust ondernemerschap?

Martijn: Verbindend vermogen! Ik kan met één druk op de knop via Twitter zestienhonderd mensen deelgenoot maken en die zestienhonderd gaan daarna ook weer doorvertellen. Dus ik kan heel snel dingen waarvan ik denk dit deugt, dit is van waarde, ik heb een hulpvraag, wie denkt er mee, wat vinden jullie ervan, ik kan andere mensen involven in wat ik aan het doen ben. De eenling die z’n best doet er iets van te maken is ineens niet meer alleen.

Joris: Dan ga je ervan uit dat al het goede altijd al in de mens zat.

Martijn: Ja, dat is mijn wereldbeeld.

Joris: Alleen werd de mens er nooit op aangesproken.

Martijn: We hadden geen tools in handen om te verbinden met elkaar. De denkfout die gemaakt wordt bijvoorbeeld is dat die zzp-ers, die miljoen, dat die in hun eentje zijn. Nou mooi niet. Die zijn met z’n allen sneller dan ooit, wendbaarder dan ooit en die leven van het delen van kennis. En dat gebeurt in de traditionele hiërarchische structuur al lang niet meer. En dat betekent dat de leercurve van mensen die die technologie gebruiken vele malen krachtiger is dan mensen die niet meedoen.

Joris: Maar zijn die zzp-ers dan de beste mensen die uitstromen uit de grote kolossen van ondernemingen?

Martijn: Dat lees je in allerlei rapporten over waarom gaat iemand voor zichzelf beginnen zonder de behoefte te hebben aan een groot bedrijf. Mensen hebben behoefte aan zelfverwezenlijking, slagkracht. En kom op, we gaan toch niet vergaderen met z’n allen en papier maken over een strategieplan dat verouderd is op het moment dat we het eindelijk eens zijn over dat stuk papier en de inkt droog is. It doesn’t make sense! Dat sluit gewoon niet meer aan bij de maatschappelijke behoeftes.

Joris: Wordt je nou vaak teleurgesteld als je dit allemaal predikt?

Martijn: Nee, per lezing nemen er mensen ontslag. Ik heb veel presentaties. En die gaan dan ook meedoen.

Joris: Is dat ook je belangrijkste, om even een hele oude wereldterm te gebruiken, je belangrijkste KPI, hoeveel mensen ontslag nemen na een presentatie van Martijn?

Martijn: Nee. Mijn KPI is krijg ik mensen aan het denken en kan ik ze meekrijgen en kunnen we gaan sparren over: goh, wat zijn we nou met z’n allen aan het doen? Ik merk, dat is één van de missies van Lifehacking, we zitten echt zoveel onnodig dubbel werk te doen. Een groot deel van de Nederlanders, een paar miljoen, zijn per dag meer dan 3 – 4 uur bezig met de computer. Niemand heeft ze geleerd hoe ze e-mail moeten handelen. We hebben overvolle in-boxen en die zorgen voor een vol brein. Als we het moeten hebben van kennis, ideeën en innovatiekracht en creativiteit, dan moeten we gaan nadenken over ons brein. Mijn stelling is: we hebben geen flauw benul wat werken met je hoofd inhoudt. Het is bezopen dat je acht uur per dag betaald wordt voor te werken met je hoofd, terwijl één derde van de complete workforce van Nederland ’s avonds tussen acht uur ’s avonds en één uur ’s nachts, creatiever, productiever en energieker is dan ’s ochtends om acht uur. Als we die mensen nou niet meer ’s ochtends inzetten wanneer ze niet op hun best zijn, staan ze dus niet in de file en hebben we gelijk geen files meer. Waar ik gepassioneerd over ben want dat merk je, is: we hebben geen flauw benul waar onze kennis- en informatiesamenleving, de netwerksamenleving over gaat. En ik heb zo’n lol mensen uit te leggen wat je daarmee kunt doen en hoe je veel meer kunt doen met de tijd. Niet zodat je nog harder kunt werken maar dat je tijd overhoudt om uit te rusten, Benedictus, voor jezelf te zorgen en na te denken over dingen in plaats van aan dingen. En dat is wat we met z’n allen de hele dag aan het doen zijn, aan dingen denken.

Joris: En hoe zit Nederland dan als land?

Martijn: Wow, we lopen voorop! We zijn een gidsland. Alleen we moeten een taal aanmeten om dat aan de rest van de wereld te laten zien.

Joris: Zijn we dat nog steeds?

Martijn: Nee, niet nog steeds. Voor het eerst sinds tijden zijn we het weer. We hebben bijna allemaal breedband, we hebben bijna geen analfabetisme, we hebben geen grote taal-, cultuur- en religieuze barrières. En de interconnectiviteit in Nederland, dus de mate waarin honderd willekeurige Nederlanders elkaar onderling kennen, is hoger dan waar ook ter wereld als je Vaticaanstad niet serieus neemt als land. Dat betekent dat in potentie kunnen wij heel snel iets oppikken, iets organiseren en met elkaar delen. En bijna niemand heeft door wat voor krachten Twitter daar bijvoorbeeld in spelen.

Joris: Nederland heeft ook geen last van hiërarchische afstanden.

Martijn: De machtsafstanden in Nederland zijn klein. En toch hebben veel mensen echt last van die traditionele machtstructuren in de hiërarchieën. Maar de grap is: macht bestaat bij de gratie van degene die het toelaat. Dus iemand die zegt: ‘Hallo baas, zoek het lekker uit, ik doe niet meer mee want jij laat mij niet excelleren en ik mag niet eens software downloaden waardoor ik oude systemen moet gebruiken die echt niet meer werken terwijl ander dingen gratis zijn en beter. Ik doe niet meer mee’. En dat gebeurt. Mensen zetten gewoon de knop uit en doen niet meer mee.

Joris: Curriculum Vitae. We praten, een woordbrij, het gaat snel, je vertelt veel, het is breed, je zou het kunnen samenvatten en weer samenvatten en weer samenvatten. Ik rij met jou naar Den Haag, spreekwoordelijk, we bellen aan bij onze minister president, Jan Peter, ik ga niet mee naar binnen, ik duw jou binnen, en kom jou op het eind van de dag weer halen. Wat zou je die man allemaal verteld hebben?

Martijn: Dat hij op moet houden met geld uitgeven aan adviseurs.

Joris: Dat is één.

Martijn: Dat scheelt al een hele hoop. Dat hij, als hij het programma TextExpander voor de Mac of Fingertips voor Windows zou opkopen als staat, zou hem ongeveer tien miljoen Euro kosten, dat hij acuut binnen een halve dag in Nederland honderd miljoen manuren vrij kan spelen. Er is simpele software waarmee je al die mensen die heel de dag aan het typen zijn slimmer kunnen werken. Dus ik zou honderd miljoen manuren kunnen vrijspelen met tien miljoen Euro. Als we die honderd miljoen manuren zouden inzetten om in de thuiszorg het gebrek aan handjes op te lossen of in onderwijs zouden inzetten om jonge mensen te inspireren, dan slaan we een dubbelslag. Neem thuiszorg. We zitten in oude paradigma’s te denken, marktwerking, al die management bullshit over efficiency. En toch klagen de mensen: hé, ik heb behoefte aan aandacht en ik heb behoefte aan zorg. Waar gaat het over? De zolder opruimen, boodschappen doen, iemand in bad stoppen, iemand wassen, wat kleding doen. En dat moet nu allemaal in geldconcepten via tussenlagen en niet efficiënte mechanismen. Terwijl elke lezing waar ik ben, vraag ik aan de zaal: wie van jullie zou volgend jaar best eens twee dagen voor de klas willen staan en zijn kennis en ervaring met jonge mensen willen delen? En wie zou er wel eens één dag, want dat vinden mensen toch minder leuk, boodschappen willen doen en iemand helpen wassen of het gras maaien voor mensen die hulpbehoeftig zijn? Dat is bijna één derde van alle zalen waar ik kom, wil dat acuut. Volgens mij zijn dus zorg, onderwijs, duurzaamheid, bureaucratische vraagstukken en dat zou ik willen vertellen aan de minister president.

Joris: Je hebt maar één dag met die man.

Martijn: Ik kan heel snel praten en hij is heel slim.

Joris: Dat kan ik bevestigen. Dus adviseurs, knip ze er maar uit.

Martijn: Ga ze achteraf vragen wat ze hebben toegevoegd.

Joris: Speel paar honderdduizend manuren vrij.

Martijn: Paar honderd miljoen manuren vrij.

Joris: Nog een aantal dingen, dingen waar hij meteen wat mee kan?

Martijn: Ja, minder regels. Ze roepen wel er moeten minder regels komen maar een goede vriend van mij, Herman Kopinga, die heeft een goed verhaal, die heeft het altijd over: we moeten mensen leren denken in principes. Als de principes duidelijk zijn achter de regels, dan heb je die regels niet nodig. Dan kun je gewoon een beroep doen op iemands boeren verstand, of gezond verstand. Dus we hebben allemaal regels om te voorkomen dat er x, y, z zou kunnen gebeuren terwijl, volgens mij doen we allemaal veel te ingewikkeld.

Joris: Vind je dat hij het goed doet?

Martijn: Ik weet niet zo goed wat hij doet. En politiek is een arena waar ik uit blijf omdat, het gaat over praten. En ik heb eigenlijk een beetje, ja dat kan ik hier wel zeggen, mijn buik vol van mensen die oplossingen proberen te creëren door te praten. Vorig jaar was er een meneer in Estland, hij was gisteren in Nederland bij Pinc, een grote inspiratie conferentie, en die was het zat. Die zag allemaal zwerfvuil liggen en die dacht: wat een bende. Die heeft in zeven maanden tijd bedacht hoe hij het ging doen en toen heeft hij één dag vijftigduizend mensen uit Estland zo gek gekregen om even te helpen. In vijf uur tijd hebben ze het hele land opgeruimd en alle zwerfvuil was weg.

Joris: Dat is bijna vier procent van de bevolking.

Martijn: Ja maar je hebt niet zo heel veel nodig. De grap is: die man werd wakker en die dacht: wat zal ik morgen eens gaan doen. En mijn probleem is met de protestgeneratie, de hippiegeneratie, we zijn gewend om te praten, te congresseren, plannen te maken en dan zitten we in oude organisatorische concepten te denken en in geld. Terwijl als we gaan denken in: wat kan ik nu bijdragen, en dan via Twitter en dat soort kanalen. Als honderdduizenden mensen een klein beetje doen, dan doe je ook in één keer heel veel. We moeten op een andere manier gaan kijken naar het aanvliegen van vraagstukken en oplossingen.

Joris: Ben je gelukkig?

Martijn: Ik ben blij met wat ik doe. Ik prijs me gelukkig met mijn gezondheid en mogelijkheden die ik heb en voor mezelf creëer en daarmee ook voor anderen. Maar ik vind geluk zo’n ingewikkeld thema.

Joris: Je hebt er wel een mening over.

Martijn: Ik ben niet ongelukkig. Dat is misschien een beter thema. En geluk, heel veel mensen streven, we hebben al die spirituele boeken en zo, mensen streven naar geluk. Volgens mij kun je veel meer streven naar blij zijn. Want volgens mij, als je stelselmatig blij bent, dan word je vanzelf gelukkig. Volgens mij is blij worden veel makkelijker dan gelukkig worden. Heel veel mensen zijn op zoek naar het hogere geluk maar volgens mij als je de dingen doet die je leuk vindt, met andere woorden je wordt er blij van en je bent stelselmatig blij, wat best makkelijk te regelen is volgens mij, dat zit hem in kleine dingen, dan word je volgens mij vanzelf gelukkig. Dat scheelt een hoop leeswerk.

Joris: Dank je wel voor dit ontzettend fijne inspirerende gesprek.

Bewaard onder Inspiratie, Ondernemen | 1 Comment

Tags: , , , , , , ,

← Vorige paginaVolgende pagina →