Blog, nozems en vrijheid

Geplaatst op 23 mei, 2009 

Volgens Marshall Rosenberg is de behoefte om een bijdrage te leveren aan het welzijn van anderen en van onszelf de meest wezenlijke behoefte van allemaal. Ik kan daar wel in mee gaan.

Ik voel me elke keer weer blij als ik zie met welke zoektermen bezoekers mijn blog weten te vinden.  Het idee dat ik  anderen een stapje verder te helpen bij wat ze zoeken raakt me.

Een zoekterm die me blijft intrigeren is die van ‘nozems‘. Vanwaar toch die interesse in nozems?

Uit Easy Rider:

Billy: Hey, man. All we represent to them, man, is somebody who needs a haircut.
George Hanson: Oh, no. What you represent to them is freedom.
Billy: What the hell is wrong with freedom? That’s what it’s all about.
George Hanson: Oh, yeah, that’s right. That’s what’s it’s all about, all right. But talkin’ about it and bein’ it, that’s two different things. I mean, it’s real hard to be free when you are bought and sold in the marketplace. Of course, don’t ever tell anybody that they’re not free, ‘cause then they’re gonna get real busy killin’ and maimin’ to prove to you that they are. Oh, yeah, they’re gonna talk to you, and talk to you, and talk to you about individual freedom. But they see a free individual, it’s gonna scare ‘em.
Billy: Well, it don’t make ‘em runnin’ scared.
George Hanson: No, it makes ‘em dangerous. Buh, neh! Neh! Neh! Neh! Swamp!

(Bron: The Internet Movie Database)

Bewaard onder Bloggen, Films, Muziek | 1 Comment

Tags: , , ,

Geweldloze Communicatie niet spontaan?

Geplaatst op 13 mei, 2009 

Regelmatig hoor ik dat Geweldloze Communicatie niet spontaan is, dat als je communiceert volgens het model van Geweldloze Communicatie, dit geen of nauwelijks ruimte biedt voor spontaniteit. Hmmmm?

Spontaan betekent volgens de online Van Dale: zonder dwang, uit eigen beweging.

Je kunt het idee, de aanname of overtuiging hebben dat je ‘moet’ communiceren volgens het model van Geweldloze Communicatie. Bijvoorbeeld omdat je zojuist een training hebt gevolgd en jezelf oplegt dat je het geleerde meteen in de praktijk ‘moet’ toepassen. Of omdat je partner of een vriend(in) volgens dit model communiceert en jij jezelf oplegt dat je dit ook ‘moet’ doen.

Zodra je het idee hebt dat je iets ‘moet’ (van een ander of van jezelf) creëer je ruimtegebrek en dat voelt als bijvoorbeeld weerstand of irritatie. Je kunt dan gemakkelijk denken dat je die weerstand of irritatie ervaart omdat je niet meer spontaan kunt communiceren. Het oordeel ‘ik kan door Geweldloze Communicatie niet spontaan zijn’ kan wel eens een oordeel zijn dat wijst in de richting van de onderliggende behoefte aan ruimte. Ruimte die je jezelf hebt ontnomen door iets te ‘moeten’, door jezelf een ‘verplichting’ op te leggen.

Je kunt ook het idee hebben dat Geweldloze Communicatie niet spontaan is omdat het gaat over het volgen van regeltjes. Regeltjes in de zin van het herkennen van de verschillende stappen van het model en het herkennen van de verschillende valkuilen (onderscheid tussen waarneming en interpretatie/oordeel, onderscheid tussen gevoelens en quasi gevoelens, onderscheid tussen behoeften en strategieën, onderscheid tussen een verzoek en een eis).

We vergeten vaak dat de manier waarop we al jaren communiceren ook is aangeleerd aan de hand van een heleboel regeltjes. Regeltjes die we op school hebben geleerd en die we ons hele leven al zo vaak hebben toegepast dat we ons er niet eens bewust zijn dat we dit doen.

Om een taal te kunnen gebruiken is een woordenschat nodig, kennis van de schrijfwijze, uitspraak en betekenis van de woorden. Er is ook grammatica nodig. Allemaal regeltjes die we ooit hebben geleerd maar die we niet meer herkennen als regeltjes. En omdat we deze regeltjes op de automatische piloot kunnen toepassen noemen we dat soms spontaan communiceren.

Het is met Geweldloze Communicatie net als bij het leren van een vreemde taal of leren autorijden. In het begin voelt het onwennig, ongemakkelijk en frustrerend. Als je iets nieuws gaat leren ben je in het begin onbewust onbekwaam, daarna bewust onbekwaam, vervolgens bewust bekwaam en ten slotte onbewust bekwaam.

Als je naast de manier waarop je altijd communiceert en waarin je onbewust bekwaam bent, een andere manier van communiceren leert waarin je in het begin bewust onbekwaam bent, dan liggen de oordelen als het ware om de hoek op je te wachten. Oordelen over jezelf (‘Ik kan het niet’) of over Geweldloze Communicatie (‘Het is niet spontaan, het is niks voor mij’). Misschien wijzen deze oordelen in de richting van je behoefte aan leren of je behoefte aan vertrouwen.

Geweldloze Communicatie vraagt om bewustzijn, om aanwezig zijn in het hier en nu, om eigen verantwoordelijkheid voor wat er in je leeft en speelt en hoe je dat communiceert met jezelf en de ander.

En daar ligt naar mijn idee een wezenlijk verschil met hoe we gewend zijn te communiceren.

We zijn gewend en ermee vertrouwd om eruit te flappen wat we denken en noemen dat spontaniteit. Handelen zonder dwang en vanuit eigen beweging EN vanuit bewustzijn kan ik spontaan noemen. Is het bewustzijn er niet, dan klinkt spontaniteit voor mij eerder als impulsiviteit. Wil je jouw ‘communicatieshow’ laten runnen vanuit bewustzijn of vanuit impulsen? In het eerste geval bedien jij de knoppen. In het tweede geval geef je de bediening van de knoppen uit handen.

Uiteindelijk kun je ook Geweldloze Communicatie inzetten zonder dwang en uit eigen beweging. Spontaan dus. Maar wel vanuit bewustzijn. En hoewel in het begin de ‘regeltjes’ een handig hulpmiddel zijn en de communicatie misschien wat klinkt als een trucje, wordt Geweldloze Communicatie na verloop van tijd een manier van leven die aansluit op jouw authenticiteit en die net zo goed past als je favoriete spijkerbroek.

Vanuit bewustzijn kun je ook kiezen wanneer je het model van Geweldloze Communicatie expliciet inzet en wanneer niet. Want je kunt bij de bakker natuurlijk gerust een half volkoren vragen zonder te benoemen hoe je je voelt en wat je behoefte is.

Bewaard onder Communicatie, Mening | 1 Comment

Tags: , , , ,

You make me feel like…

Geplaatst op 9 mei, 2009 

Er zijn mensen die denken dat ze een ander een bepaald gevoel kunnen geven. En andersom, dat een ander hen een bepaald gevoel kan geven.

‘Jij geeft mij het gevoel dat het mijn schuld is dat deze klus mislukt is’. Nu is ‘..dat het mijn schuld is dat deze klus mislukt is’ niet bepaald een gevoel maar eerder een interpretatie of oordeel. En door te zeggen ‘Jij geeft mij het gevoel dat…’ leg je de verantwoordelijkheid voor het gevoel (of interpretatie of oordeel) bij de ander neer.

Ook in songteksten klinkt de ‘You make me feel like…..’ regelmatig door. Hoe romantisch het voor sommigen ook klinkt als iemand zegt ‘You make me feel like dancing’ of ‘You make me feel like a star’, voor mij klinkt erin door dat de verantwoordelijkheid voor de gevoelens van de ene lekker op het bordje van de ander worden gelegd.

In wat je voelt kan het gedrag van een ander natuurlijk wel een rol spelen, het kan als trigger fungeren. Maar wat je voelt hangt af van wat je waarneemt, van hoe je de waarneming interpreteert, van je herinneringen en ervaringen, van je gedachten enz. Kortom, gevoelens hangen af van je innerlijke bagage en daar draag alleen jijzelf, de eigenaar van die bagage, de verantwoordelijkheid voor. Gevoelens zijn nuttig, gevoelens signaleren een vervulde of onvervulde behoefte.  Gevoelens communiceren wat je nodig hebt. Gevoelens zetten aan tot actie.

Bewaard onder Codependency, Communicatie, Mening | Reageer

Tags: , , , ,

Respect en erkenning

Geplaatst op 2 mei, 2009 

Vorige week waren mijn partner en ik bij de Praxis om een traphekje uit te zoeken. De veiligheid was haar inbreng in de keuze en de eenvoud van bevestiging was mijn inbreng. Op zoek dus naar een traphekje dat beide kwaliteiten bezit.

Binnen no time hadden we onenigheid over de werking van een bepaald type traphekje. We hadden het traphekje van alle kanten bekeken en ook de afbeelding op de verpakking en interpreteerden de werking verschillend.

So what? Inderdaad: So What? Maar vorige week reageerde ik daar toch anders op. Ik voelde me geïrriteerd. Irritatie met de potentie uit te groeien naar boosheid. Om een traphekje….

Mijn irritatie ging natuurlijk niet over dat traphekje. Op weg naar huis kon ik nog zeggen dat ik behoefte had aan respect en erkenning voor mijn mening. Respect en erkenning, twee voor mij herkenbare behoeften.

En waar moet die invulling van deze behoeften dan vandaan komen? Van die ander? Nee dus! Het is nodig dat die invulling in eerste instantie uit mijzelf komt. En dat was wat er naar mijn idee gebeurde in de Praxis. Als ik mijn eigen idee over hoe een traphekje werkt werkelijk respecteer en erken, kan het dan gebeuren dat ik me geïrriteerd voel als iemand anders het niet met me eens is en een andere kijk heeft? Nee, ik denk van niet.

Ik voelde me geïrriteerd omdat ik de mening van de ander belangrijker maakte dan die van mijzelf. Ik was, naar mijn idee, zeker over mijn kijk op de werking van het traphekje en toch liet ik me raken door die andere mening.

Irritatie en boosheid zijn voor mij signalen dat ik behoefte heb aan respect en erkenning. Signalen ook dat ik iets wat een ander doet, denkt of zegt belangrijker en groter maak dan  wat ik doe, denk of zeg. Signalen dat ik mijn eigen kracht uit handen geef omdat ik mijzelf identificeer met wat ik doe, denk of zeg. Signalen dat ik mijzelf niet in die mate respecteer en erken zoals ik dat graag wil.

In zijn blogpost ‘The mirror game’ zegt Chris Brogan het als volgt:

Listening to people’s opinions is a tricky thing. One reason we fall into low self-esteem is by paying more attention to what others say about us versus being guided from within.

 

En zo heeft dat ene traphekje, dat we overigens wel hebben gekocht, een nuttige rol vervuld.

Bewaard onder Communicatie, Persoonlijk | Reageer

Tags: , , ,

Even onbewust

Geplaatst op 23 april, 2009 

Elke week krijg ik per e-mail een ‘Compassionate Parenting Tip‘. Die van deze week luidde als volgt:

Whatever comes up at any given moment, you can handle it!

That is the power you have if you can determine what you need, what your child needs, and if you can hold both you and your child’s needs with equal importance.

This week, practice holding you and your child’s needs with equal care. Then, problem-solve with your child to find ways of meeting both.

‘Oh ja, logisch, vanzelfsprekend’. Dat is wat ik dacht toen ik de tip las. Mijn behoeften en die van mijn dochter zijn even belangrijk. Die van mij zijn niet belangrijker dan die van haar en die van haar zijn niet belangrijker dan de mijne.

Een paar uur later zat ik op de bank, laptop op schoot, mijn aandacht op het Internet.  Mijn dochter kwam naast me staan, leunend tegen de bank zodat ze met haar vingertjes bij de toetsen van mijn laptop kan.  Ik pak mijn laptop en zet die op de armleuning, die is wat hoger. Ze ziet wat er gebeurt en schuifelt stapje voor stapje naar de zijkant van de bank. Weer probeert ze of ze bij de toetsen kan. Snel verhuis ik de laptop weer terug naar mijn schoot. En zo gaat het een paar keer op en neer en steeds volgt ze de laptop. Ik kan me niet meer concentreren op wat ik aan het doen ben en voel me geïrriteerd. Ik heb rust en ruimte nodig om even ongestoord te kunnen werken.

Pas uren later werd ik me bewust dat ik in die situatie volledig voorbij was gegaan aan de behoeften van mijn dochter. Wellicht wilde ze spelen, contact, verbinding.  Ik had mijn behoeften belangrijker gemaakt dan die van haar.

Dat vond ik dus best pijnlijk. Weten hoe ik iets wil doen, zoals de tip van Compassionate Parenting beschrijft, en het dan ik de praktijk ook meteen herkennen en toepassen, dat zijn toch echt twee verschillende dingen. Door erover te schrijven anker ik het hopelijk wat steviger in mijn bewustzijn. Want dat is wat er gebeurde op de bank: ik was even onbewust van de situatie.

Gelukkig schreef Gertrud Althausen onlangs op haar blog in het artikel ‘Apple Pie’ dat zelfs God moeite had zijn kinderen op te voeden. Dus: ‘what makes you think it would be a piece of cake for you?’.  Zucht! Wat een opluchting, het hoeft allemaal niet perfect te zijn. Volgende keer gewoon beter.

Bewaard onder Persoonlijk, vaderschap | 4 Comments

Tags: , ,

Voelen en denken

Geplaatst op 11 april, 2009 

Het stukje dat ik vanmiddag zat te schrijven wilde niet zo wilde vlotten zoals ik het graag wilde. Ik had last van branderige ogen en gesnotter. Hooikoorts. De drang om in mijn ogen te wrijven won het van de ervaring dat het de pijn alleen maar erger maakt.

Ik voelde me moe. Mijn ogen wilden dicht om de pijn te verzachten en om even te slapen. Ik kon het schrijven niet loslaten en had in gedachten nog een waslijstje aan andere dingen die ik wilde doen. Slapen stond niet op dat lijstje, zelfs niet ergens onderaan. Slapen? Vanavond zo rond een uur of  twaalf maar niet nu. 

Hoe hard moet een lichaam schreeuwen voordat het gehoord wordt? Waarom hoeft een gedachte maar heel even wat te roepen om al aandacht te krijgen? Van niet naar je lichaam luisteren kun je ziek worden, heel erg ziek. En van naar je gedachten luisteren kun je gek worden, heel erg gek.

Ooit heb ik geleerd om niet naar mijn gevoel te luisteren en om mijn gevoel te overstemmen met een kakofonie aan gedachten. Ik kan me niet herinneren dat ik op school ook maar één keer iets heb geleerd over gevoelens. Ik heb op school wel een heleboel andere dingen geleerd. Lezen en schrijven, dat wat nuttig om te leren. Over het nut van de rest ben ik niet zo zeker.

Het echte leren gebeurt niet op school maar daarna. Dan mag je afleren wat je op school hebt geleerd en leren wat je echt nodig hebt.

Wat ik echt nodig had vanmiddag was rust en slaap. Ik had even tijd nodig om daaraan toe te geven en om mezelf te geven wat ik nodig had. Dat waslijstje is er nog steeds maar ik heb nu wel de energie om dat lijstje af te werken.

Bewaard onder Persoonlijk | Reageer

Tags: , , ,

Oplossingsgericht sturen en geweldloze communicatie

Geplaatst op 5 april, 2009 

Dit artikel is een bewerking van een comment dat ik eerder plaatste op het NOAM netwerk . Het betreft een reactie naar aanleiding van de publicatie ‘Oplossingsgerichte tool voor managers‘ van Coert Visser en Gwenda Schlundt Bodien op Managementsite. Als je niet bekend bent met de verschillende competenties van het oplossingsgericht werken lees dan het artikel van Coert en Gwenda.

Ik zit al een tijdje te broeden op ‘Geweldloze Communicatie’ en ‘Oplossingsgericht werken’: hoe en waar deze beide methoden elkaar kunnen aanvullen en ondersteunen.

Ik bemerk bij mezelf wat weerstand als het gaat over oplossingsgericht sturen. Ik heb meer ervaring met de firma ‘manipulatie, list & bedrog BV’ dan mij lief is en oplossingsgericht sturen is geloof ik niet echt mijn ding. De bottomline zoals ik die herken in het oplossingsgericht sturen is dat degene die gestuurd wordt wel gehoord wordt maar uiteindelijk wel datgene moet doen wat de leidinggevende wil. Dit klinkt voor mij niet als een win/win situatie. Nu zal heel leidinggevend Nederland zeggen dat dat nu eenmaal hoort bij leidinggeven en bij werken in een hiërarchie maar ik geloof daar niet meer zo in. Er is in de wereld veel aan het veranderen en ik denk dat er in toekomst geen functies meer nodig zijn met het woordje ‘leidinggevende’ of ‘manager’. Dit klinkt nu nog als een utopie maar de dingen gaan oh zo snel en steeds sneller.

Waar Geweldloze Communicatie in mijn beleving een prima rol kan spelen die tevens bijdraagt aan een win/win situatie is in het kwadrant van het oplossingsgericht sturen (zie het 4SFC model van Coert en Gwenda). In de  nieuwsbrief NVC Quick Connect (July 2008) staat een artikel van Marshall Rosenberg waarin hij op het niveau van een organisatie de volgende behoeften herkent:

Wat mij in het bijzonder intrigeert is een situatie waarbij tijdens een gesprek twee mensen voor een win/win situatie zorgen door te zoeken naar een oplossing die tegelijk bijdraagt aan de behoefte(n) van de organisatie en die van het individu. Hier kan geweldloze communicatie juist een zeer nuttig hulpmiddel zijn om te behoeften op te sporen, te herkennen en te erkennen en om een strategie, liefst meerdere, te bedenken voor het vervullen van de behoefte(n) van de organisatie en het individu. Bij het bedenken van deze strategieën kan  oplossingsgericht werken weer zeer nuttig zijn omdat het gaat om het verkennen van eerdere successen. Samen sturen ipv dat de ene de andere stuurt.

In de argumentatie over oplossingsgericht sturen wordt wel gezegd dat dit middel alleen wordt ingezet bij ernstige situaties. Ik ben er niet zeker van dat dit ook zo is. In de literatuur vind ik regelmatig voorbeelden terug van de inzet van oplossingsgericht sturen als een medewerker een nieuwe procedure moet gaan volgen.

“Bridging the human and organizational needs can lead to organizations that are more alive and in alignment with the universal life energy in all of us and the world around us.” . Schrijft Rosenberg en ik ben het daarin met hem eens.

Bewaard onder Communicatie, Oplossingsgericht werken | 2 Comments

Tags: , ,

Behoeften, bestaan die eigenlijk wel?

Geplaatst op 10 februari, 2009 

Het herkennen en erkennen van behoeften is een wezenlijk onderdeel van het model van Geweldloze Communicatie. Dit model dat is geïntroduceerd door Marshall Rosenberg, bestaat uit vier stappen:

  1. Waarneming
  2. Gevoel
  3. Behoefte
  4. Verzoek

Voorbeeld: Ik heb de hele dag gewerkt. Ik voel me moe en heb behoefte aan rust. Ik zou graag willen dat iemand de boodschappen doet. Wil jij de boodschappen doen?

Ik vroeg me laatst af of behoeften als zodanig eigenlijk wel bestaan. In het model van Geweldloze Communicatie vervullen ze een nuttige rol, behoeften zetten aan tot actie. Alle mensen op aarde hebben dezelfde behoeften, ongeacht huidskleur, ras of geslacht. Vanuit behoeften kunnen we ons met elkaar verbinden.  

Maar toch….? Vermoeidheid kan ik in mijn lichaam voelen. Maar waar zit dan die behoefte? Is dat niet een mentaal concept dat ik lanceer als ik iets voel? Misschien bestaat er alleen zoiets als het hebben van een behoeftebeleving. Ik kan dus wel de beleving hebben dat ik een behoefte heb.  Het is net als met geweld. Geweld bestaat als zodanig ook niet. Maar je kunt bij bepaald gedrag wel de beleving van geweld hebben.  Als we vrij zouden zijn van mentale concepten dan zouden we vanuit het gevoel direct handelen. 

Het is maar vanuit welke perceptie ik tegen behoeften aankijk. Ik kan me voorstellen dat de IK BEN BEWUSTZIJN niet zoiets kent als behoeften. En de IK als mens kent wel behoeften. Eten en drinken bijvoorbeeld maar ook creativiteit, spelen, autonomie, veiligheid, acceptatie en integriteit om er een paar te noemen.

Bewaard onder Communicatie | 2 Comments

Tags: , , ,

← Vorige paginaVolgende pagina →