Geweldloze Communicatie: de giraf en de wolf

Geplaatst op 20 juli, 2009 

Om te verhelderen wat Geweldloze Communicatie is gebruikt een aantal trainers de metafoor van de giraf en de wolf.

Volgens deze metafoor staat de giraf voor een groot hart, een ruime blik en aandacht voor ieders gevoelens en behoeften. Giraffentaal is verbindende taal. De wolf staat voor het aanvallende en agressieve dier. Wolventaal is een taal vanuit angst, schuld en schaamte.

De metafoor kan best verhelderend werken en toch ben ik er geen liefhebber van. Deze metafoor nodigt namelijk ook uit om communicatie te etiketteren en classificeren als giraffentaal en als wolventaal. Hij of zij die zich bedient van Geweldloze Communicatie is natuurlijk de giraf en de ander die zich bedient van oordelen is dan de wolf. En dat is glad ijs en maar een klein stapje verwijderd van de zwart/wit stereotypen van de good guy en de bad guy.

En dat is nou precies wat het gedachtegoed van Geweldloze Communicatie niet wil.

En…. het beeld van de wolf in deze metafoor doet geen recht aan het dier dat de wolf is. @Hemelwandelaar zei daarover op Twitter:

…en wolven zijn de sociaalste soort die er is, teamwork, family, zorgzaamheid, communicatie – je vindt het bij wolven,

… prachtige beesten waar we van konden leren als we niet zo’n angst voor ze hadden

 

Bewaard onder Communicatie, Mening | Reageer

Tags: ,

Geweldloze Communicatie als maatlat

Geplaatst op 17 juli, 2009 

Maatlatten zijn er in allerlei soorten en maten. Handig voor als je wilt opmeten hoe lang, hoe breed of hoe hoog iets is.

Minder handig zijn de maatlatten waarmee we onze eigen prestaties opmeten of die van anderen, dan wordt een maatlat al gauw een instrument om te oordelen. Vooral als je iets nieuws aan het leren bent kan zo’n maatlat het leerproces saboteren. Het geleerde is dan nog kwetsbaar en om te leren is ruimte nodig om vergissingen en fouten te maken want die voeden juist het  leerproces. Een maatlat is dan het laatste wat je nodig hebt, dus weg ermee!

Bij Geweldloze Communicatie zit er nog een andere adder onder het gras. Geweldloze Communicatie gaat onder andere over het transformeren van oordelen, het vertalen van oordelen naar behoeften. En als we daarmee bezig zijn, als we aan het leren zijn om oordelen te herkennen en te erkennen en te vertalen naar behoeften, dan kan het herkennen van een oordeel, bij onszelf of de ander, gemakkelijk leiden tot een oordeel over het hebben van een oordeel.

Of zoals de nieuwsbrief ‘NVC Quick Connect’ van juli 2009 het zegt:

NVC, with all its focus on transforming judgments, can itself become another yardstick against which to measure ourselves as falling short.

Als je Geweldloze Communicatie aan het leren bent en anderen daarover vertelt, dan kan het gebeuren dat die anderen de maatlat voor hoe jij communiceert, voor hoe jij naar hun maatstaf zou moeten communiceren, drastisch hoger leggen. Voor jou gelden dan plotseling andere normen. Oordelen, wat we allemaal doen, bewust of onbewust, is voor jou dan ‘not done’.

Het is vergelijkbaar met wat vegetariërs meemaken die geen vlees en vis eten. Dat iemand die zelf elke dag vlees of vis eet dan tegen een vegetariër zegt: ‘Maar waarom draag je dan leren schoenen?’ Als je zegt dat je vegetariër bent gaat de maatlat waar een ander jouw gedrag aan afmeet omhoog. Hetzelfde gebeurt als je zegt dat je met Geweldloze Communicatie bezig bent.

Over wat een ander doet of zegt heb je geen controle maar geef wel jezelf  de ruimte om te oordelen. Hoe meer ruimte je jezelf geeft voor je eigen oordelen, hoe geweldlozer je bent. Klinkt als een paradox maar daarom niet minder waar.

Bewaard onder Communicatie | 1 Comment

Tags: ,

Geweldloze Communicatie en boosheid

Geplaatst op 15 juli, 2009 

Gevoelens van boosheid, irritatie en frustratie nemen in het proces van Geweldloze Communicatie een bijzondere plaats in. Of misschien sluit het meer aan bij het gedachtegoed van Geweldloze Communicatie als ik zeg dat in het proces van geweldloze communicatie net zoveel ruimte is voor gevoelens van boosheid, irritatie en frustratie als voor gevoelens van vreugde, blijdschap en dankbaarheid.

Het proces van Geweldloze Communicatie kent een aantal valkuilen zoals de gewoonte om, vaak niet eens bewust, te analyseren, te interpreteren, te classificeren, te vergelijken en te oordelen.

Oordelen over gevoelens kan ertoe leiden dat we over boosheid oordelen als ‘slecht’ en over  het gevoel van blijdschap als ‘goed’. Als we deze oordelen meenemen in het proces van Geweldloze Communicatie kunnen op communicatieniveau de volgende oordelen ontstaan:

Alle gevoelens zijn gelijkwaardig. Er bestaan geen ‘goede’ en ‘slechte’ gevoelens. Het gedachtegoed van Geweldloze Communicatie geeft ruimte aan alle gevoelens. Gevoelens die een bevredigde behoefte signaleren (bijvoorbeeld blijdschap) zijn net zo waardevol als gevoelens die een niet bevredigde behoefte signaleren (bijvoorbeeld boosheid).

Als communicatie wordt ingezet om bepaalde gevoelens te controleren of uit te sluiten zoals boosheid, dan kunnen de woorden nog zo mooi klinken maar ze gaan voorbij aan het gedachtegoed van geweldloze communicatie.

Het is net als met een vredespijp: je kunt er de vrede mee vieren maar een ander ook mee om z’n oren slaan.

Lees ook: Goed en slecht gevoel

Bewaard onder Communicatie | Reageer

Tags: , ,

Bewust vragen beantwoorden

Geplaatst op 10 juli, 2009 

Vragen stellen doen we allemaal. Antwoorden geven doen we ook allemaal. Iemand vraagt iets en een ander die het antwoord weet geeft antwoord. Simpel toch?

Rondom vragen stellen en vragen beantwoorden bestaan een aantal patronen. Het helpt je daar bewust van te zijn om te voorkomen dat je jezelf geweld aan doet als je een vraag van een ander beantwoordt. In dit artikel noem ik een aantal van die patronen, waarom sommige vragen wel leuk zijn te beantwoorden, waarom andere vragen niet leuk zijn om te beantwoorden en wat dan te doen.

Observatie

Een jaar of wat geleden stond ik te wachten op de Interliner toen een voor mij onbekende man mij vroeg waar ik heen ging. Zonder er bij na te denken gaf ik hem antwoord. En daar schrok ik van, dat ik iemand die ik totaal niet kende zomaar vertelde waar ik heen ging. Ik wist niet eens waarom hij dit wilde weten. De reden van zijn vraag bleek pas daarna toen hij mij voorstelde gebruik te maken van een kortingsregeling door zogenaamd samen te reizen. Maar op het moment dat ik hem vertelde waar ik heen ging wist ik de reden van zijn vraag niet. Ik wist eigenlijk ook niet waarom ik hem antwoord gaf. Automatische piloot dacht ik.

Reflectie

Het was inderdaad een automatische piloot, een patroon dat zegt dat het onbeleefd is om een vraag niet te beantwoorden en dat het onbeleefd is een wedervraag te stellen. Vertaald naar behoeften: een vraag beantwoorden om te worden geaccepteerd. Het effect van dat patroon is dat ik een antwoord geef om een vraag waarbij ik geen enkel idee heb van het hoe en waarom van die vraag. Het patroon is dan: een vraag MOET beantwoord worden omdat het onbeleefd is dit niet te doen en omdat je anders niet geaccepteerd wordt. Zo’n patroon komt ergens vandaan.

Oorzaken

Over vragen stellen en vragen beantwoorden leren we als kind een dubbele boodschap:

Een dubbele boodschap: stel zelf geen vragen maar beantwoordt wel de vragen van een ander.

Gevolgen

Later, als we eenmaal zelf volwassen zijn weten we vaak niet eens dat we een patroon ontwikkeld hebben. Zo’n patroon kan allerlei gevolgen hebben:

Als het leuk is een vraag te beantwoorden.

Het kan hartstikke leuk zijn om een vraag te beantwoorden. Een vraag kan een uitnodiging zijn om te delen over iets waar je blij van wordt. Als iemand je vraagt hoe je vakantie is geweest wil je misschien heel graag vertellen hoe leuk die vakantie wel niet was.

Uit een vraag kan ook meteen duidelijk zijn waar je iemand mee helpt als je de vraag beantwoordt. Als iemand je de weg vraagt is duidelijk waar je mee helpt als je de vraag beantwoordt: je helpt de vragensteller op zijn bestemming te arriveren.

Door een vraag te beantwoorden kun je met jouw kennis en ervaring een ander een stukje verder helpen en dat kan leuk zijn.

Het kan leuk zijn een vraag te beantwoorden als je helder hebt waar je aan bijdraagt met het beantwoorden ervan. Als je helder hebt aan welke behoefte je bijdraagt, de behoefte van jezelf en/of die van de ander.

Als het niet leuk is een vraag te beantwoorden.

Sommige vragen zijn helemaal niet leuk om te beantwoorden. Sommige vragen zijn geen vraag maar een oordeel in de vorm van een vraag. Een vraag als ‘Waarom heb je dat zo onhandig aangepakt’ bevat een oordeel (onhandig) over hoe je iets hebt aangepakt. Als je het oordeel hoort, bewust of onbewust, dan sta je waarschijnlijk niet te popelen om die vraag te beantwoorden.

Sommige vragen zijn geen vraag maar een opdracht tot het geven van het gewenste antwoord. Iemand vraagt of je iets wil doen en je zegt ‘nee’. Als daarna dan vragen volgen over het hoe en waarom van jouw ‘nee’, dan was de vraag van de vragensteller misschien geen vraag maar een opdracht iets te doen. Had je op de vraag om iets te doen ‘ja’ geantwoord dan had de vragensteller waarschijnlijk niet gevraagd naar het hoe en waarom van jouw ‘ja’.

En dan zijn er vragen die tijd, energie en aandacht vragen om te beantwoorden en terwijl je ermee bezig bent merk je weerstand. Dit is een moment om alert te zijn want de kans bestaat dat je jezelf ruimte aan het ontnemen bent, dat je jezelf geweld aandoet, dat je iets aan het doen bent wat je eigenlijk niet wilt doen. Weerstand is een belangrijke indicator om even pas op de plaats te maken en je af te vragen wat er in je leeft en speelt, jezelf af te vragen hoe je je voelt en wat je behoefte is.

De vragensteller zet met zijn vraag jou aan het werk en je hebt geen idee waar je met al dat werk aan bijdraagt. Het gebeurt vaak dat de vragensteller zijn eigen huiswerk niet heeft gemaakt voordat hij jou aan het werk zet met het beantwoorden van een vraag.

Mijn aanname is dat een vragensteller weet waarom hij wat vraagt. En als hij dat niet weet, dan is het de taak van de vragensteller dit eerst voor zichzelf helder te maken. Als het hoe en waarom van de vraag duidelijk is en ook wordt gecommuniceerd, dan is het voor de ander die de vraag moet beantwoorden, duidelijk waar hij met zijn of haar antwoord aan bijdraagt. Het is dan voor de beantwoorder van de vraag veel gemakkelijker te kiezen of hij/zij die bijdrage wil leveren, of hij/zij die vraag wil beantwoorden of niet.

Voorbeeld

Een simpel voorbeeld is dat iemand je vraagt of je even tijd hebt. Als je dan ‘ja’ zegt heb je geen idee om hoeveel tijd het gaat en je hebt ook geen idee wat er met die tijd gaat gebeuren.

Als iemand je vraagt of je een kwartiertje hebt om even te overleggen over het verjaardagsfeestje van je beste vriend of vriendin, dan weet je wel om hoeveel tijd het gaat en wat je met die tijd gaat doen.

Nu zal niet iedereen bij het stellen van een vraag zo concreet zijn als in dit voorbeeld. Maar jij als degene die gevraagd wordt of je even tijd hebt, kan wel naar die concreetheid vragen: om hoeveel tijd gaat het ongeveer en waar gaat het over? Of: ‘Waar draag ik aan bij met mijn tijd?’

Slot

Voor de vragensteller: het is prima om vragen te stellen en het is gezond om nieuwsgierig te zijn. Check het hoe en waarom van je eigen vraag voordat je de ander aan het werk zet en communiceer dit.

Voor de beantwoorder: het is prima om vragen te beantwoorden als je het leuk vindt dat te doen. En het is net zo prima om geen vragen te beantwoorden als je daar geen zin in hebt of niet weet waar je met jouw antwoord aan bijdraagt. Weerstand is daarbij een nuttige indicator. Het is prima om de vragensteller een wedervraag te stellen naar het hoe en waarom van zijn vraag en om te vragen concreet en specifiek te zijn. Of: ‘Waar draag ik aan bij met mijn antwoord?’ En als iemand je een vraag stelt en je weet het antwoord niet, dan is ‘Dat weet ik nu niet’ ook een antwoord.

Bewaard onder Communicatie | 2 Comments

Tags: , , , ,

Behoeften herkennen en erkennen

Geplaatst op 1 juli, 2009 

Ken je dat, dat je je moe voelt, behoefte hebt aan rust, en dat je toch door blijft gaan met wat je aan het doen bent? Ik had vandaag een dag met een aantal van die momenten. Het lichaam zei: moe, rust nu! En het hoofd zei: doorwerken, rust straks!

Wat in zo’n geval te doen? Ik zou zeggen: luister naar je gevoel en zorg voor je behoefte aan rust. Kans dat even rust nemen ook de kwaliteit van het werk daarna ten goede komt.

Nou volg ik mijn eigen goede raad niet altijd op. Is dat stom? Is dat een vorm van innerlijk geweld? Toen ik mezelf deze vragen stelde (Let op: oordelen in de vorm van een vraag!) trok ik maar even flink aan de rem. Natuurlijk had het geholpen als ik even rust had genomen. Maar ik deed het niet.

Elk gedrag, hoe onbegrijpelijk het er aan de buitenkant misschien uitziet, elk gedrag vervult een behoefte. Zinloos gedrag bestaat niet. Maar waarom dan doorwerken terwijl het lichaam om rust vraagt? Omdat doorwerken ook weer een behoefte vervult. De behoefte aan erkenning bijvoorbeeld. Of de behoefte aan ruimte (iets af willen ronden).

En door er zo naar te kijken hoef ik niet te oordelen over mijn keuze. Die oordelen zijn er nog wel even, maar klinken al een stuk zachter en milder. Ze doven uit. Waar behoeften herkend en erkend zijn, verdwijnen de oordelen.

Bewaard onder Persoonlijk | 1 Comment

Tags: , ,

Geweldloze Communicatie bestaat niet

Geplaatst op 10 juni, 2009 

Breaking news voor al diegenen op wie de term ‘Geweldloze Communicatie’ werkt als een rode lap op een stier: Geweldloze Communicatie bestaat niet!

In de term Geweldloze communicatie’ klinkt een ontkenning door: geweldloos = zonder geweld. En het menselijk brein kan maar moeilijk uit de voeten met ontkenningen. Denk maar aan het voorbeeld dat iemand je vraagt  om niet aan een roze olifant de denken. Guess what?…..je denkt aan een roze olifant.

Geweldloze Communicatie, zo lees en hoor ik regelmatig, is communicatie vrij van oordelen. En ik zeg dat communicatie zonder oordelen niet bestaat. We hebben oordelen over onszelf en oordelen over de ander. We hebben oordelen over van alles en nog wat ook al doen we nog zo ons best.

En nu nog meer breaking news: dat is prima! Het doel van Geweldloze Communicatie is niet om vrij te zijn van oordelen. Geweldloze Communicatie is een prima hulpmiddel om oordelen, die van onszelf en/of van de ander, te vertalen naar behoeften. Oordelen zijn vaak expressies van onvervulde behoeften. Als ik op de fiets rijd en ik moet keihard in de remmen omdat een automobilist mij niet ziet, dan schrik ik en roep of denk ik misschien ‘klootzak!’. Het oordeel ‘klootzak’ wijst op mijn behoefte aan veiligheid.

Onze taal zit vol geweld. Misschien omdat onze taal is uitgevonden door mensen vol innerlijk geweld. Geweldloze Communicatie is niet geweldloos maar helpt eigen verantwoordelijkheid te nemen voor de beleving van geweld bij jezelf en de ander. En wat je dan ter beschikking staat is het model van Geweldloze Communicatie. Want dat bestaat wel.

Bewaard onder Communicatie, Mening | 1 Comment

Tags: , , ,

Gelijkwaardigheid en verschillen

Geplaatst op 6 juni, 2009 

Mensen zijn gelijkwaardig en verschillend.

Vanuit het perspectief van Geweldloze Communicatie hebben alle mensen op aarde dezelfde behoeften. Alle mensen!

Mannen en vrouwen hebben dezelfde behoeften. Kinderen en volwassenen hebben dezelfde behoeften. Rijke en arme mensen hebben dezelfde behoeften. Mensen met verschillende huidskleuren hebben dezelfde behoeften. Mensen uit verschillende culturen hebben allemaal dezelfde behoeften.

Vanuit deze behoeften kunnen we elkaar herkennen en erkennen, vanuit onze behoeften zijn we allemaal gelijkwaardig.

Waar we in verschillen is hoe we die behoeften bevredigen. Dat wat we doen om voor een behoefte te zorgen noemen we in Geweldloze Communicatie een strategie.

Zo hebben we bijvoorbeeld allemaal de behoefte aan ontspanning. Als ik graag even motor ga rijden om voor mijn behoefte aan ontspanning te zorgen, dan kan een ander een oordeel hebben over de strategie ‘motor rijden’. Bijvoorbeeld: motorrijden is gevaarlijk. Als een ander graag naar een soap serie kijkt om voor haar behoefte aan ontspanning te zorgen, dan kan ik een oordeel hebben over de strategie ‘soap serie kijken’. Bijvoorbeeld: naar een soap serie kijken is stom.

Als we over elkaar oordelen gaat het vaak over de strategieën die we toepassen om voor onze behoeften te zorgen.  Als we voorbij de strategieën kijken naar de achterliggende behoeften, dan kunnen we onze verschillen gemakkelijker accepteren en ons gemakkelijker verbinden met elkaar.

Al zien iemands keuzes er nog zo onhandig uit, elk gedrag heeft nut in de zin van dat het gericht is op de bevrediging van een behoefte.

In de nieuwsbrief ‘NVC Quick Connect’ van Juni 2009 staat een toepasselijk voorbeeld van een moeder die tegen haar kind had staan schreeuwen. Deze moeder oordeelde over zichzelf  (Wat is er toch verkeerd met mij?) omdat ze dat had gedaan. Uiteindelijk blijkt, na wat doorvragen, dat haar gedrag tegen haar kind schreeuwen, voortkwam uit haar behoefte om het welzijn van haar kind te beschermen. En die behoefte zal iedereen herkennen.

Bewaard onder Communicatie, Mening | 4 Comments

Tags: , , ,

Geweldloze Communicatie niet spontaan?

Geplaatst op 13 mei, 2009 

Regelmatig hoor ik dat Geweldloze Communicatie niet spontaan is, dat als je communiceert volgens het model van Geweldloze Communicatie, dit geen of nauwelijks ruimte biedt voor spontaniteit. Hmmmm?

Spontaan betekent volgens de online Van Dale: zonder dwang, uit eigen beweging.

Je kunt het idee, de aanname of overtuiging hebben dat je ‘moet’ communiceren volgens het model van Geweldloze Communicatie. Bijvoorbeeld omdat je zojuist een training hebt gevolgd en jezelf oplegt dat je het geleerde meteen in de praktijk ‘moet’ toepassen. Of omdat je partner of een vriend(in) volgens dit model communiceert en jij jezelf oplegt dat je dit ook ‘moet’ doen.

Zodra je het idee hebt dat je iets ‘moet’ (van een ander of van jezelf) creëer je ruimtegebrek en dat voelt als bijvoorbeeld weerstand of irritatie. Je kunt dan gemakkelijk denken dat je die weerstand of irritatie ervaart omdat je niet meer spontaan kunt communiceren. Het oordeel ‘ik kan door Geweldloze Communicatie niet spontaan zijn’ kan wel eens een oordeel zijn dat wijst in de richting van de onderliggende behoefte aan ruimte. Ruimte die je jezelf hebt ontnomen door iets te ‘moeten’, door jezelf een ‘verplichting’ op te leggen.

Je kunt ook het idee hebben dat Geweldloze Communicatie niet spontaan is omdat het gaat over het volgen van regeltjes. Regeltjes in de zin van het herkennen van de verschillende stappen van het model en het herkennen van de verschillende valkuilen (onderscheid tussen waarneming en interpretatie/oordeel, onderscheid tussen gevoelens en quasi gevoelens, onderscheid tussen behoeften en strategieën, onderscheid tussen een verzoek en een eis).

We vergeten vaak dat de manier waarop we al jaren communiceren ook is aangeleerd aan de hand van een heleboel regeltjes. Regeltjes die we op school hebben geleerd en die we ons hele leven al zo vaak hebben toegepast dat we ons er niet eens bewust zijn dat we dit doen.

Om een taal te kunnen gebruiken is een woordenschat nodig, kennis van de schrijfwijze, uitspraak en betekenis van de woorden. Er is ook grammatica nodig. Allemaal regeltjes die we ooit hebben geleerd maar die we niet meer herkennen als regeltjes. En omdat we deze regeltjes op de automatische piloot kunnen toepassen noemen we dat soms spontaan communiceren.

Het is met Geweldloze Communicatie net als bij het leren van een vreemde taal of leren autorijden. In het begin voelt het onwennig, ongemakkelijk en frustrerend. Als je iets nieuws gaat leren ben je in het begin onbewust onbekwaam, daarna bewust onbekwaam, vervolgens bewust bekwaam en ten slotte onbewust bekwaam.

Als je naast de manier waarop je altijd communiceert en waarin je onbewust bekwaam bent, een andere manier van communiceren leert waarin je in het begin bewust onbekwaam bent, dan liggen de oordelen als het ware om de hoek op je te wachten. Oordelen over jezelf (‘Ik kan het niet’) of over Geweldloze Communicatie (‘Het is niet spontaan, het is niks voor mij’). Misschien wijzen deze oordelen in de richting van je behoefte aan leren of je behoefte aan vertrouwen.

Geweldloze Communicatie vraagt om bewustzijn, om aanwezig zijn in het hier en nu, om eigen verantwoordelijkheid voor wat er in je leeft en speelt en hoe je dat communiceert met jezelf en de ander.

En daar ligt naar mijn idee een wezenlijk verschil met hoe we gewend zijn te communiceren.

We zijn gewend en ermee vertrouwd om eruit te flappen wat we denken en noemen dat spontaniteit. Handelen zonder dwang en vanuit eigen beweging EN vanuit bewustzijn kan ik spontaan noemen. Is het bewustzijn er niet, dan klinkt spontaniteit voor mij eerder als impulsiviteit. Wil je jouw ‘communicatieshow’ laten runnen vanuit bewustzijn of vanuit impulsen? In het eerste geval bedien jij de knoppen. In het tweede geval geef je de bediening van de knoppen uit handen.

Uiteindelijk kun je ook Geweldloze Communicatie inzetten zonder dwang en uit eigen beweging. Spontaan dus. Maar wel vanuit bewustzijn. En hoewel in het begin de ‘regeltjes’ een handig hulpmiddel zijn en de communicatie misschien wat klinkt als een trucje, wordt Geweldloze Communicatie na verloop van tijd een manier van leven die aansluit op jouw authenticiteit en die net zo goed past als je favoriete spijkerbroek.

Vanuit bewustzijn kun je ook kiezen wanneer je het model van Geweldloze Communicatie expliciet inzet en wanneer niet. Want je kunt bij de bakker natuurlijk gerust een half volkoren vragen zonder te benoemen hoe je je voelt en wat je behoefte is.

Bewaard onder Communicatie, Mening | 1 Comment

Tags: , , , ,

← Vorige paginaVolgende pagina →