Bewust vragen beantwoorden

Geplaatst op 10 juli, 2009 

Vragen stellen doen we allemaal. Antwoorden geven doen we ook allemaal. Iemand vraagt iets en een ander die het antwoord weet geeft antwoord. Simpel toch?

Rondom vragen stellen en vragen beantwoorden bestaan een aantal patronen. Het helpt je daar bewust van te zijn om te voorkomen dat je jezelf geweld aan doet als je een vraag van een ander beantwoordt. In dit artikel noem ik een aantal van die patronen, waarom sommige vragen wel leuk zijn te beantwoorden, waarom andere vragen niet leuk zijn om te beantwoorden en wat dan te doen.

Observatie

Een jaar of wat geleden stond ik te wachten op de Interliner toen een voor mij onbekende man mij vroeg waar ik heen ging. Zonder er bij na te denken gaf ik hem antwoord. En daar schrok ik van, dat ik iemand die ik totaal niet kende zomaar vertelde waar ik heen ging. Ik wist niet eens waarom hij dit wilde weten. De reden van zijn vraag bleek pas daarna toen hij mij voorstelde gebruik te maken van een kortingsregeling door zogenaamd samen te reizen. Maar op het moment dat ik hem vertelde waar ik heen ging wist ik de reden van zijn vraag niet. Ik wist eigenlijk ook niet waarom ik hem antwoord gaf. Automatische piloot dacht ik.

Reflectie

Het was inderdaad een automatische piloot, een patroon dat zegt dat het onbeleefd is om een vraag niet te beantwoorden en dat het onbeleefd is een wedervraag te stellen. Vertaald naar behoeften: een vraag beantwoorden om te worden geaccepteerd. Het effect van dat patroon is dat ik een antwoord geef om een vraag waarbij ik geen enkel idee heb van het hoe en waarom van die vraag. Het patroon is dan: een vraag MOET beantwoord worden omdat het onbeleefd is dit niet te doen en omdat je anders niet geaccepteerd wordt. Zo’n patroon komt ergens vandaan.

Oorzaken

Over vragen stellen en vragen beantwoorden leren we als kind een dubbele boodschap:

Een dubbele boodschap: stel zelf geen vragen maar beantwoordt wel de vragen van een ander.

Gevolgen

Later, als we eenmaal zelf volwassen zijn weten we vaak niet eens dat we een patroon ontwikkeld hebben. Zo’n patroon kan allerlei gevolgen hebben:

Als het leuk is een vraag te beantwoorden.

Het kan hartstikke leuk zijn om een vraag te beantwoorden. Een vraag kan een uitnodiging zijn om te delen over iets waar je blij van wordt. Als iemand je vraagt hoe je vakantie is geweest wil je misschien heel graag vertellen hoe leuk die vakantie wel niet was.

Uit een vraag kan ook meteen duidelijk zijn waar je iemand mee helpt als je de vraag beantwoordt. Als iemand je de weg vraagt is duidelijk waar je mee helpt als je de vraag beantwoordt: je helpt de vragensteller op zijn bestemming te arriveren.

Door een vraag te beantwoorden kun je met jouw kennis en ervaring een ander een stukje verder helpen en dat kan leuk zijn.

Het kan leuk zijn een vraag te beantwoorden als je helder hebt waar je aan bijdraagt met het beantwoorden ervan. Als je helder hebt aan welke behoefte je bijdraagt, de behoefte van jezelf en/of die van de ander.

Als het niet leuk is een vraag te beantwoorden.

Sommige vragen zijn helemaal niet leuk om te beantwoorden. Sommige vragen zijn geen vraag maar een oordeel in de vorm van een vraag. Een vraag als ‘Waarom heb je dat zo onhandig aangepakt’ bevat een oordeel (onhandig) over hoe je iets hebt aangepakt. Als je het oordeel hoort, bewust of onbewust, dan sta je waarschijnlijk niet te popelen om die vraag te beantwoorden.

Sommige vragen zijn geen vraag maar een opdracht tot het geven van het gewenste antwoord. Iemand vraagt of je iets wil doen en je zegt ‘nee’. Als daarna dan vragen volgen over het hoe en waarom van jouw ‘nee’, dan was de vraag van de vragensteller misschien geen vraag maar een opdracht iets te doen. Had je op de vraag om iets te doen ‘ja’ geantwoord dan had de vragensteller waarschijnlijk niet gevraagd naar het hoe en waarom van jouw ‘ja’.

En dan zijn er vragen die tijd, energie en aandacht vragen om te beantwoorden en terwijl je ermee bezig bent merk je weerstand. Dit is een moment om alert te zijn want de kans bestaat dat je jezelf ruimte aan het ontnemen bent, dat je jezelf geweld aandoet, dat je iets aan het doen bent wat je eigenlijk niet wilt doen. Weerstand is een belangrijke indicator om even pas op de plaats te maken en je af te vragen wat er in je leeft en speelt, jezelf af te vragen hoe je je voelt en wat je behoefte is.

De vragensteller zet met zijn vraag jou aan het werk en je hebt geen idee waar je met al dat werk aan bijdraagt. Het gebeurt vaak dat de vragensteller zijn eigen huiswerk niet heeft gemaakt voordat hij jou aan het werk zet met het beantwoorden van een vraag.

Mijn aanname is dat een vragensteller weet waarom hij wat vraagt. En als hij dat niet weet, dan is het de taak van de vragensteller dit eerst voor zichzelf helder te maken. Als het hoe en waarom van de vraag duidelijk is en ook wordt gecommuniceerd, dan is het voor de ander die de vraag moet beantwoorden, duidelijk waar hij met zijn of haar antwoord aan bijdraagt. Het is dan voor de beantwoorder van de vraag veel gemakkelijker te kiezen of hij/zij die bijdrage wil leveren, of hij/zij die vraag wil beantwoorden of niet.

Voorbeeld

Een simpel voorbeeld is dat iemand je vraagt of je even tijd hebt. Als je dan ‘ja’ zegt heb je geen idee om hoeveel tijd het gaat en je hebt ook geen idee wat er met die tijd gaat gebeuren.

Als iemand je vraagt of je een kwartiertje hebt om even te overleggen over het verjaardagsfeestje van je beste vriend of vriendin, dan weet je wel om hoeveel tijd het gaat en wat je met die tijd gaat doen.

Nu zal niet iedereen bij het stellen van een vraag zo concreet zijn als in dit voorbeeld. Maar jij als degene die gevraagd wordt of je even tijd hebt, kan wel naar die concreetheid vragen: om hoeveel tijd gaat het ongeveer en waar gaat het over? Of: ‘Waar draag ik aan bij met mijn tijd?’

Slot

Voor de vragensteller: het is prima om vragen te stellen en het is gezond om nieuwsgierig te zijn. Check het hoe en waarom van je eigen vraag voordat je de ander aan het werk zet en communiceer dit.

Voor de beantwoorder: het is prima om vragen te beantwoorden als je het leuk vindt dat te doen. En het is net zo prima om geen vragen te beantwoorden als je daar geen zin in hebt of niet weet waar je met jouw antwoord aan bijdraagt. Weerstand is daarbij een nuttige indicator. Het is prima om de vragensteller een wedervraag te stellen naar het hoe en waarom van zijn vraag en om te vragen concreet en specifiek te zijn. Of: ‘Waar draag ik aan bij met mijn antwoord?’ En als iemand je een vraag stelt en je weet het antwoord niet, dan is ‘Dat weet ik nu niet’ ook een antwoord.

Bewaard onder Communicatie | 2 Comments

Tags: , , , ,