Het kostbare goed dat autonomie heet

Geplaatst op 9 september, 2013 

Bij het rode stoplicht stopte ik naast hem en wees naar de rijweg: jij hoort daar te rijden, niet hier op het fietspad.

Hij was me eerder op datzelfde fietspad al voorbij gescheurd en toen we voor het stoplicht naast elkaar stonden was dat een mooi moment voor een korte evaluatie van de verkeersveiligheid. Veel tijd was daar niet voor want het stoplicht ging op groen maar gelukkig was hij zo sportief om naast me te blijven rijden.

Zijn argument, wijzend op de weg naast ons: daar wordt veel te hard gereden, 70, 80 km per uur waar 50 km per uur de maximum snelheid is. Daar voel ik me op mijn brommer niet veilig.

Daar heeft hij een punt. Op die weg wordt inderdaad veel te hard gereden. Dat komt onder andere omdat de weg eruit ziet als een stuk snelweg maar het is in de bebouwde kom en bordjes dat je er 70 of 80 mag ontbreken en dan hoor je er toch echt 50 te rijden. Maar laten we even kijken naar de cijfers en reken met me mee.

Jij rijdt op de rijbaan 45 waar sommige automobilisten 80 rijden. Dat is 1,78 keer jouw snelheid. Dat vind jij gevaarlijk en daarom rijd je op het fietspad. Op dat fietspad rijden de meeste fietsers ongeveer 15 km per uur. Jij op je brommer rijdt er 45 km per uur, dat is 3x de snelheid van de meeste fietsers.  Daarmee creëer jij hier op het fietspad een snelheidsverschil dat nog groter is dan op de rijbaan. En dat vind jij niet gevaarlijk?

Ik zou me op de brommer ook niet zo erg happy voelen op die rijbaan. Er wordt hard gereden, dat is een feit. Maar als je dan omwille van je eigen veiligheid met je brommer op het fietspad rijdt, pas dan ten minste je snelheid aan en rij er geen 45 maar 15 of 20. Ik vind autonomie een groot en kostbaar goed, maar wel in harmonie met de omgeving.

Hij beëindigde de evaluatie trouwens met: maar ik let goed op. Hij gaf weer gas en was weg. Met 45 km per uur.

Bewaard onder Mening | 2 Comments

Tags: , ,

Een pijnlijke les in autonomie

Geplaatst op 13 september, 2011 

Een jaar of vijf geleden volgde ik het leerjaar Geweldloze Communicatie. Later, als ik een gezellige grijsaard op leeftijd ben, zal ik er prachtige verhalen over vertellen aan wie het maar horen wil. Voor de bloglezers hier alvast een primeur.

Aan het begin van het leerjaar was het de bedoeling om groepjes van drie te vormen, zogenaamde buddy-groepjes, om een jaar lang met je buddy’s ervaringen en inzichten uit te wisselen en om steun te krijgen tijdens het leer- en groeiproces. Want de inzet van het leerjaar was niets minder dan het loslaten van je persoonlijke drama. En daar heb je, zo was het verhaal, wel wat support van buddy’s bij nodig.

We besteedden uitgebreid aandacht aan het proces van kiezen, hoe kies je je buddy’s, op grond waarvan kies je, welke gevoelens en behoeften spelen daarbij, wat verwacht je van je buddy’s en wat heb jij je buddy’s te bieden? We stelden buddy-profielen op om er zeker van te zijn dat we toch echt met de juist buddy’s in zee gingen. De inzet was hoog en een jaar was lang.

Na alle voorbereiding brak eindelijk de les aan waarin we onze buddy’s daadwerkelijk gingen kiezen. De les begon en ergens halverwege de ochtend zei de trainster ineens: ‘zo, en dan hebben jullie nu drie minuten om je buddy’s te kiezen.’

Iedereen schoot overeind en wat volgde was een scene die zich het best laat vergelijken met de chaos op de beursvloer tijdens een dikke beurscrash. Na drie minuten waren de meeste groepjes gevormd.  Maar was iedereen blij? Niet echt. Niemand had erop gerekend dat na de zorgvuldige voorbereiding, de grande finale van het buddy’s kiezen op deze manier zou verlopen en in zo’n korte tijd.

De moraal van het verhaal was wreed en pijnlijk: niemand had gevraagd om meer tijd dan de aangekondigde drie minuten, niemand had zich uitgesproken over een andere manier van buddy’s kiezen. Iedereen had braaf gehoorzaamd, de eigen autonomie massaal verloochend in ruil voor loyaliteit aan de trainster en uit aangeleerde angst voor de denkbeeldige straf.

Als gezellige grijsaard zal ik later vertellen dat als iemand je iets vraagt of opdraagt, altijd eerst na te gaan hoe het voor je is om gehoor te geven aan de vraag of opdracht en dat je altijd naar je eigen gevoelens en behoefte(n) kunt luisteren voordat je besluit of je wel of niet in actie wilt komen. Ongeacht wie degene is die de vraag stelt of opdracht geeft.

Lees ook:

Bewaard onder Communicatie, Mening, Persoonlijk | 10 Comments

Tags: , , , , , ,