De buurt, de gemeente en het vertrouwen

Geplaatst op 8 februari, 2020 

Afgelopen woensdag vond voor de Oosterhoutse gemeenteraad een informatiebijeenkomst plaats met als onderwerpen de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie en de nieuwe werkwijze in wijken en buurten.

Moest ik deze avond in één zin duiden, dan deze: Oosterhout verlaat het oog van de orkaan en trekt dapper richting turbulentie. Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans schreef er een boek over: ‘In het oog van de orkaan’. In het oog van de orkaan is alles rustig en stil maar dat is niet de plek waar je in deze verandering van tijdperk moet zijn. Waar je wel moet zijn, is in de turbulentie want daar vindt alle verandering plaats. Verandering zo diepgaand dat we spreken van een transitie.

Gezien de rijke vertegenwoordiging deze avond van de vele actieve buurten die Oosterhout rijk is, moeten  diezelfde buurten wel iets van een voorgevoel hebben gehad van het buurtgestuurde avontuur waar Oosterhout zich op gaat abonneren.

Tijdens de presentaties was af en toe een sprankeling van de passie te merken waar we op de publieke tribune graag wat meer van hadden meegekregen maar het moet ook gezegd dat het een informatie avond voor de gemeenteraad was en geen inspiratie avond voor de publieke tribune. En informatie was er volop en in die zin een rijke avond.

Wat me achteraf het meest heeft bezig gehouden, waren de kritische vragen van de raadsleden deze avond. Gelukkig stonden de raad en de voorzitter het toe dat ook het publiek enkele vragen mocht stellen en ook die waren kritisch.

Om die kritische vragen van de raadsleden en het publiek beter te kunnen begrijpen, heb ik me afgevraagd vanuit welke achterliggende behoefte deze vragen kwamen. Ik kan me enorm vergissen maar ik kwam uit op de behoefte aan vertrouwen. Logisch eigenlijk want er staat nogal wat te gebeuren.

De uitkomst van een transitie laat zich niet of nauwelijks voorspellen. Konden we dat wel, dan hadden we er niet zo’n moeite mee. Hebben we het over vertrouwen, dan is het belangrijk vooral vertrouwen in elkaar te hebben. Vertrouwen dat als we samen optrekken, we ontdekken dat die hele transitie niet iets is om bang voor te zijn maar iets is dat ons vooruit helpt.

Amper twee dagen later publiceerde BN DeStem over de renovatie van de burgemeester Holtroplaan: dat het ontwerp voor deze renovatie naar aanleiding van zorgen uit de buurt terug naar de tekentafel gaat.

De magnifieke eik die dankzij het herzien van de plannen geen parkeerplaats wordt maar behouden blijft

En als je het dan over vertrouwen hebt, vertrouwen om samen op te trekken, dan heb je hier dat vertrouwen. Een plan, een buurt die zich daarover laat zien en horen en een gemeente die daar goed naar luistert en besluit het plan te gaan herzien. Gejuich in Oosterheide maar de winnaar in deze is niet Oosterheide, niet de betrokken buurtbewoners en ook niet de betrokken ambtenaren, raadsleden en wethouder. Het samen optrekken, dat is de grote winnaar.

Tijdens de informatie avond zei een van de sprekers dat er in Oosterheide al is begonnen met buurtgestuurd werken. Op de tribune keken we elkaar met wat verbazing aan want over de pilot buurtgestuurd werken in Oosterheide is voor zover ons bekend nog geen besluit genomen. Maar wie weet heeft de spreker deze Holtoplaan affaire voor ogen gehad. Dat een buurt zich laat zien en horen en dat een gemeente daar serieus naar luistert is een prachtige aanloop richting buurtgestuurd werken.

Eerder geblogd: Reconstructie Holtroplaan / Vondellaan: die inloopavond moet opnieuw

Bewaard onder Mening, Onze wijk | Reageer

Tags: , , , , ,

Citygard: hoe afval jouw buurt kan helpen

Geplaatst op 31 december, 2019 

Moet je nou eens voorstellen dat afval jouw buurt of wijk helpt om schoner en mooier te worden en ook bijen, hommels en tal van ander bestuivers aan voedsel helpt zodat ze hun nuttige taak kunnen vervullen.

Stop maar meteen met dromen want het kan echt en het bestaat al: de CityGard.

Foto: Room for Concepts

De CityGard transformeert een ondergrondse afvalcontainer tot een prachtig minituintje. Niks geen nepoplossing met kunstgras en plastic bloemen om bijplaatsing van afval naast afvalcontainers te voorkomen maar een prachtig tuintje met echte planten en bloemen.

Foto: Room for Concepts

De CityGard wordt gemaakt van gerecycled polyropyleen, ook wel PP genoemd, veelal hard plastic dat op straat te vinden is als zwerfafval.

Dus wat gaan we in 2020 in Oosterheide doen?

We gaan net zoals we dat al zes jaar doen, zwerfafval opruimen maar in 2020 raken we helemaal ‘hyper’ als we op straat polypropyleen vinden want met 50 kilo hiervan laten we daar samen met de gemeente Oosterhout, CityGard en Room for Concepts een paar van deze minituintjes van maken.

Foto: Room for Concepts

Klinkt best wel circulair vind je niet? En of het dat is!

Zin om me te doen? Stuur me even een berichtje en ik laat je weten wanneer en waar we in Oosterheide de straat op gaan om grondstof te rapen voor dit mooie project.

Een goed, gezond, schoon en duurzaam 2020 toegewenst en denk niet dat kleine dingen, jouw bescheiden bijdragen, er niet toe doen…

 

Bewaard onder Onze wijk | Reageer

Tags: , , , , , , , , ,

Reconstructie Holtroplaan / Vondellaan: die inloopavond moet opnieuw

Geplaatst op 23 december, 2019 

Dinsdagavond 10 december, inloopavond van de gemeente Oosterhout over het project Holtroplaan / Vondellaan, een ingrijpende reconstructie middenin het hart van onze buurt. Hard geraakt en dan loop je na afloop met zoveel  blogzinnen rond dat je niks kunt schrijven.

Op de fiets naar huis had ik een half uur lang redenen zitten bedenken om niet naar deze bijeenkomst te hoeven gaan. Geen zin is meestal een afleidingsmanoeuvre voor iets anders. Geen zin mezelf druk te maken? Al iets beter maar nog steeds een afleidingsmanoeuvre voor de vrees om na zo’n avond weer machteloos met lege handen te staan.

Een compromis dan maar. Ik  ga me niet inhoudelijk met het project bemoeien maar interview bezoekers voor een artikel voor de website Buurtgestuurd Werken Oosterhout over hoe onze gemeente anno 2019 verbinding met de bewoners maakt en ze bij een project in hun eigen buurt betrekt. Goeie deal: geen lege handen vrees maar wel een buurtgestuurd blogje.

Buurtslagvelden

In een zaaltje van activiteitencentrum de Bunthoef twee lange tafels met grote tekeningen en daar omheen mensen die niet zo blij kijken. Ah!, dat wordt een kritisch blogje want waar is die mooie 3D impressie, die maquette, of die VR brillen waarmee we in het project kunnen rondlopen en rondkijken? Mag het alsjeblieft een beetje moeite kosten gemeente?

.

Aan de kant zit een oude vrouw met een rollator, ze is van de overkant van de Holtroplaan hierheen gekomen. Ze heeft schrik want de gemeente heft beide zebrapaden over de Holtroplaan op. Hoe moet ik hier dan straks komen? Ik wil nog wel wat jaren blijven leven.

Aan de zijkant van het zaaltje zie ik nog een tekening liggen, er staat niemand. Als ik nou eens op die tekening kijk en niet aan die praattafels ga staan, dan hou ik mezelf toch nog een beetje uit de wind. Ik kijk en zie een heleboel rode kruisjes in mijn buurt. Geen legenda die vertelt wat die rode kruisjes zijn maar ik zie het meteen want daarvoor ken ik mijn buurt te goed: rode kruisjes zijn plaatsen waar nu prachtige bomen staan en die in het plan dood moeten.

In de Holtroplaan is een kolossale rotonde ingetekend en ook daar een boel rode kruisjes. De huidige zebrapaden zijn inderdaad verdwenen. Fietsers en voetgangers die de Holtroplaan willen oversteken moeten allemaal over die rotonde net als alle auto’s, vrachtwagens en bussen. Ook de kwetsbare oudjes uit de Buurstede die op Zuiderhout boodschappen willen doen, naar de bushalte willen of naar de prikpost moeten voor bloedafname.

Niet één maar twee slagvelden: de Holtroplaan en de Vondellaan. De Holtroplaan valt ten prooi aan een rotonde en de Vondellaan wordt opgeofferd aan parkeerplaatsen. Het aantal rode kruisjes is om gek van te worden. Zowat alle bomen vanaf de Lidl tot aan de Holtroplaan moeten dood. Ook die honderdjarige magnifieke eik, die prachtige eyecatcher van de straat? Ja ook die. Dood. Voor een rotonde en parkeerplaatsen.

Ik draai me om naar de twee lange praattafels en ineens sta ik daar. Hoe het mogelijk is dat we meer bomen nodig hebben en minder autogebruik, en dat Oosterhout met dit plan precies het tegenovergestelde doet. Hoe het mogelijk is dat we de uitstoot van CO2, fijnstof en stikstofoxide flink moeten reduceren, en dat we met dit plan precies het tegenovergestelde doen. Hoe het mogelijk is dat de Europese Unie net laat weten twee miljard bomen te willen planten om ervoor te zorgen dat Europa in 2050 klimaatneutraal is, en dat we hier prachtige gezonde bomen doden.

Een rotonde is veilig en bomen worden gecompenseerd, verder geen antwoorden. Ik probeer het nog een keer: wie wordt er blij van dit plan? Ik herhaal de vraag drie keer, geen antwoord van de ambtenaren. En dat is niet helemaal correct want ik krijg wel antwoord: dat ik maar beter naar de andere tafel kan gaan met mijn vragen.

De tweede praattafel is een heel ander verhaal. Hier krijg ik van een ambtenaar een eerlijk verhaal te horen: we hebben vijf verschillende scenario’s uitgewerkt en het scenario dat hier op tafel ligt, heeft ook niet mijn voorkeur.

Er blijkt ook een scenario te zijn waarbij het versterken van de openbare ruimte als uitgangspunt is genomen door het aantal parkeerplaatsen aan de zuidkant van winkelcentrum Zuiderhout te beperken en in te zetten op een pleinfunctie waar mensen aangenaam kunnen verblijven en elkaar kunnen ontmoeten. Nondedju, waarom staan we niet naar een tekening van dat plan te kijken?

We gaan ons vastketenen aan die bomen hoor ik zeggen en als ik samen met een oudere buurtbewoonster naar buiten loop, hoor ik zorgen hoe ze straks vanaf het Paterserf veilig op winkelcentrum Zuiderhout komt en hoe het met de bewoners van de Buurstede moet die dezelfde oversteek moeten maken?

Als ik thuis kom vraagt mijn partner hoe het in de Bunthoef was. Beter dat ik je dat niet vertel maar ga zelf nog even kijken, de informatie avond duurt  nog tot half acht. En weg is ze. Zeker weten dat als ze straks thuis komt, ze in de eerste zin het woord ‘bomen’ laat vallen. Hadden jij en ik daar een weddenschap over afgesloten, dan had ik ik die veel te gemakkelijk gewonnen.

Deze reconstructie mist een flinke dot lef de mens voorop te stellen en niet de auto. Logisch dat niemand enthousiast is, ambtenaren niet en buurtbewoners nog minder. Op de Holtroplaan met een rotonde inzetten op veiligheid en tegelijkertijd op de Vondellaan met nog meer parkeerplaatsen inzetten op meer autogebruik, is op de rem trappen en tegelijkertijd gas geven.

Niemand heeft het die avond gemakkelijk en wie er desondanks toch is: respect.

Proces

Ik zou graag willen dat de inloopavond begin volgend jaar opnieuw wordt georganiseerd maar dit keer met alle vijf de scenario’s op tafel. Tijdens de inloopavond heb ik geleerd dat er voor dit project vijf verschillende scenario’s zijn uitgewerkt. Ik vond het bijzonder jammer dat we er daarvan maar eentje te zien kregen. Oosterhout wil graag werk maken van buurtgestuurd werken en buurten veel meer eigen regie geven. Om hiermee een begin te maken wordt volgend jaar in Dorst en Oosterheide Oost (Bloemenbuurt, Schrijversbuurt en Natuurkundigenbuurt) een pilotproject gestart.

Het zou onredelijk zijn om te verwachten dat vanuit dit pilotproject buurtgestuurd werken, alle plannen voor de renovatie opnieuw worden gemaakt. Ik vind het wel zeer redelijk en ook nodig dat we vanuit onze buurt via een nieuwe inloopavond kennis mogen maken met alle vijf scenario’s en dat onze stem ook wordt meegewogen bij de uiteindelijke keuze.

Oosterhout gaat wethouders toewijzen aan de verschillende wijken van de stad om, zo is het idee, het buurtgestuurd werken extra kracht te geven Ik onderschrijf dit volledig. Het opnieuw organiseren van een inloopavond met alle scenario’s op tafel en het meewegen van de stem van onze buurt, biedt een extra kans voor het slagen van dit renovatieproject en glans voor het buurtgestuurd werken.

Inhoud

Dat er iets gedaan moet worden aan de verkeersveiligheid in onze buurt, daarover is iedereen het wel eens. Punt voor mij is dat het project teveel aan die veiligheid wordt opgehangen, alsof het alleen daarom gaat. Veiligheid is onderdeel van iets groters, iets belangrijkers. Ik noem dat welzijn. Het is niet moeilijk voorbeelden te verzinnen waarbij er wel sprake is van veiligheid maar niet van welzijn. Ik vind dat het aspect welzijn niet of nauwelijks wordt meegewogen in dit project.

Ik herhaal nu wat ik tijdens de inloopavond ook heb gedeeld aan beide praattafels. Wat we in Oosterhout hard nodig hebben is minder autogebruik. Minder autogebruik leidt tot meer veiligheid op straat en minder uitstoot van CO2, fijnstof en stikstofoxiden. Behalve minder autogebruik hebben we ook minder versteend oppervlak nodig. En waar we vooral meer, heel veel meer, van nodig hebben, zijn bomen en hun positieve impact op onze gezondheid en het klimaat.

Het project zoals ik het tijdens de inloopavond heb leren kennen, doet precies het tegenovergestelde van wat we zo hard nodig hebben en wel op alle punten die ik hierboven heb genoemd. Ik vind dat niet acceptabel. Steeds meer steden doen wel wat nodig is om autogebruik te ontmoedigen en groen te stimuleren. Dat doen deze steden ook voor ons, voor Oosterhout, want een stad is geen glazen stolp. Wij zijn daarom moreel verplicht hieraan mee te doen en wel met volle kracht en overtuiging. We zijn verplicht hieraan mee te doen voor ons welzijn en dat van onze kinderen en hun kinderen.

Doe eens gedurfd

Oosterhout, doe eens iets gedurfds met openbare ruimte, durf eens positief op te vallen. Er kan zoveel meer en beter met de openbare ruimte dan deze opofferen aan autogebruik. Dat Oosterhout geen grote stad is, wil niet zeggen dat we geen grootse dingen kunnen doen. Ik verzin even iets.

Maak van de Holtroplaan een groene corridor die Oosterheide oost en west met elkaar verbindt in plaats van dat deze Oosterheide in tweeën splijt. Betrek hierbij ook de huidige groenstrook tussen de Holtroplaan en de Lodewijk Napoleonlaan. Maak er een bos van met door dat bos een promenade voor fietsers en voetgangers en waar ook  auto’s welkom zijn maar wel als gast. Ken je de Boulevard van Vlissingen? Ja, zoiets, maar dan in het groen.

Mij hart gaat uit naar mijn dappere buurtbewoners, dat ze zich hebben durven laten raken omdat ze zo van onze buurt houden.

Bewaard onder Onze wijk | Reageer

Tags: , , , ,

Wat buurtgestuurd werken leert van ‘de Eetkamer’

Geplaatst op 29 november, 2019 

Tijdens het symposium Buurtgestuurd Werken van 8 oktober, vonden in Oosterhout een aantal workshops plaats waarvoor initiatiefnemers uit andere gemeenten waren uitgenodigd.

Ook onze eigen stad kent volop betrokken bewoners en initiatieven waar we van kunnen leren. Zo sprak ik met Eugene Springer, initiatiefnemer van ‘de Eetkamer van Oosterheide‘.

Eugene Springer – Foto: Sjoerd Fotografie

Het initiatief van de Eetkamer is tot stand gekomen vanuit het feit dat ik een maaltijd maakte voor mijn vrouw en mezelf en mijn vrouw zei ‘dit is bepaald geen bijstandsmaaltijd’. En toen zei ik dat het EUR 1,72 heeft gekost. Toen heb ik bij mezelf gedacht als ik nou eens een bordje eten ga maken voor drie EURO om mensen te laten zien dat je goed, gezond, lekker en vers kunt eten voor drie piek. Voorgesteld aan de Bunthoef, daar was de enige voorwaarde dat ik het volhield. Het is toen begonnen met een clubje van 20 mensen met vrienden en kennissen en later toen ik een keer een rijsttafel heb gemaakt werden het er 70 en nu is het elke week tussen de 70 en de 100.

Heel belangrijk bij zo’n burgerinitiatief is dat je het doet. Op een gegeven moment krijg je allerlei hulp aangeboden zoals welzijnsinstellingen die je willen sponsoren of de gemeente die wil sponsoren en dat moet je allemaal weigeren. Dan blijf je autonoom en voorkom je overleg- en vergaderstructuren. Zo hou je het project volledig autonoom en dat blijf ik zo doen tot ik het niet meer leuk vind.

Het mooie van het hele initiatief , en dat heb ik geleerd van het symposium Buurtgestuurd Werken, is dat elk burgerinitiatief een ecosysteem heeft. Ik vind dat een heel prettige gedachte. De Eetkamer staat nu in volle bloei en er zal op een gegeven moment een herfst intreden en dan laat ik rustig de bladeren op de verse grond vallen en ontstaat er wel weer een ander leuk idee.

Ik ben er eindeloos trots op dat het gelukt is, daar gaat het niet om, maar je moet niet blijven hangen aan je idee. Je wordt heel vaak voor van alles gevraagd en mensen willen je een platform bieden maar dat platform heb je al: je eigen initiatief. In onze gemeente word je al gauw op een schild gehesen maar je doet iets omdat je het leuk vindt.

Behalve het doen is het belangrijk om klein te beginnen. Op een gegeven moment krijg je een clubje om je heen van mensen die je gaan helpen. Dat zijn vrijwilligers en zo blijft het ook leuk. Ik noem het mijn team de Eetkamer en dat ontstaat vanzelf. Het is een soort inktvlek.

Een uitvloeisel is dat er meer initiatieven komen in de stad waarbij er ook gegeten wordt met elkaar zoals in Arkendonk en de Pannehoef. Dan word ik wel eens gebeld ‘je krijgt concurrentie’ maar zo zie ik dat helemaal niet. Ik help die initiatieven een stukje op weg: begin klein met vrienden en kennissen en 1x per maand. Ik ga binnenkort eens kijken hoe het er gaat. En niets is zo leuk als dat je eigen initiatief wordt ingehaald door anderen. Als zij het beter kunnen krijg ik tijd voor iets anders.

Ik vond het symposium Buurtgestuurd Werken een heel leuk en interessant symposium. Ik heb vijf jaar geleden een keer een blogje geschreven ‘van onder naar boven’ en dat je ergens klein moet beginnen vanuit je eigen wijk en op een gegeven moment rolt zoiets door. Ik geloof niet zo in theorie, je hebt mensen nodig die vanuit enthousiasme ergens induiken. En dan hoop je dat het mee gaat en als dat niet gebeurt is het ook goed.

Je ziet tijdens zo’n symposium ook angst zo van het gaat straks allemaal anders. Maar het simpel houden en soms ook een beetje stout sprak me wel aan. 28 december ga ik uit dank voor alle mensen van de Eetkamer op winkelcentrum Zuiderhout twee flinke emmers erwtensoep uitdelen: de Eetkamer trakteert. Niet omdat het moet maar omdat het leuk is, verder zit daar geen gedachte achter.

De enige hoop, want ik ga met open vuur werken, is dat ik gearresteerd word want dat mag namelijk niet. Maar het is een schoolvoorbeeld van hoe ik Buurtgestuurd Werken zie. We gaan met elkaar voor de buurt iets leuks doen en goed lachen met twee flinke ketels en ik hoop ook sneeuw. Ik leen die ketels trouwens van de burgemeester dus als ik gearresteerd wordt zeg ik dat ik die ketels van het hoofd van de politie heb.

Het is wat ik vind van Buurtgestuurd Werken: begin ergens, maakt niet uit waar. Een aantal voorbeelden zie je ook in het Floralia park zoals een aantal dames die daar gaan zitten handwerken. Die komen hier uit de buurt om samen te handwerken en het worden er steeds meer en die lenen wol aan elkaar uit en zo moet je het doen, ambitieuzer ook niet.

Het gevaar van het symposium is dat we straks weer een hoop rapporten hebben: het kaft is mooi en nu verder. Gewoon ergens beginnen. En ambtenaren: wees gewoon niet bang, dat is het allerbelangrijkste. Als je een fout maakt, dan maak je ‘m maar. En je hebt een burgemeester die erachter staat, daar mag je fouten van maken.

Ik heb ooit in 1977 van mijn toenmalige bazin geleerd: Eus, neem nou een beslissing want geen beslissing is altijd verkeerd. En als je een fout hebt gemaakt kun je altijd bijsturen. En als het echt fout gaat dan zeg je dat tegen elkaar en dan drink je samen een biertje en lach je en begin je opnieuw. Gewoon ergens beginnen en een fout maken en die ambtenaren die moeten gewoon faciliteren. Niet alles natuurlijk want er lopen ook mafklappers rond die weet ik veel wat willen doen. Maar als je een beetje nuchter nadenkt en er is een plan: doe gewoon lekker mee. En als het niet helemaal klopt, wat gaat er dan mis? We moeten af van die angstcultuur.

Bewaard onder Onze wijk | 2 Comments

Tags: , , , , , ,

De energie van samen de buurt besturen

Geplaatst op 19 oktober, 2019 

Dinsdag 8 oktober vond in Oosterhout het symposium buurtgestuurd werken plaats. Ik kan daar kort en bondig over zijn: power aan de buurten. Een gedachtegoed dat hier en daar nog een beetje moet landen maar landen gaat het.

Hoop voor Oosterhout dus en die hoop liet zich bij aanvang van het symposium meteen voelen bij het informele bakkie koffie + rondkijken wie er allemaal waren. Je moet wel erg gevoelloos of onder invloed van weet ik veel wat zijn geweest als je toen al niet de beleving had dat hier iets stond te gebeuren.

De ziel van de in 2016 overleden professor Mauk Mulder moet die dag in Oosterhout zijn neergestreken want zijn gedachtegoed klonk in vrijwel alle presentaties en verhalen door. Mauk Mulder definieert macht als een relatie en heeft het dan ook over machtsrelaties: als je vindt dat iets of iemand teveel macht heeft, moet je je eigen macht verder ontwikkelen.

En dat is waar dit symposium de hoognodige beweging bracht: het veranderen van de machtsrelaties tussen de aanwezige raadsleden, ambtenaren, professionals zoals van Surplus en Thuisvester, en actieve wijk- en buurtbewoners.

Na warme woorden van welkom was de microfoon voor gastspreker Frans ‘Ruimtemaker’ Soeterbroek die wat mij betreft in Oosterhout was achtergebleven om handen en voeten te geven aan het buurtgestuurd werken. Niet eerder heb ik iemand zo’n duidelijk verhaal horen vertellen hoe vanuit onze wijken en buurten samen onze stad te maken.

Frans Soeterbroek over samen de stad maken

De buurten echt laten sturen, hoe doe je dat? Frans Soeterbroek had tips voor Oosterhout waarvan deze de markeerstiftbehandeling zeker waard zijn:

En wat ik misschien wel de meest treffende vond, deze opmerking van Frans over wat burgers belangrijk vinden: Af en toe kunnen knokken, niet alles in zielloze processen smoren.

Op het vervolgprogramma stonden ook vijf parallelle workshops op verschillende locaties waarvoor initiatiefnemers uit andere gemeenten waren uitgenodigd:

In de aanloop naar het symposium kon iedereen inschrijven op een workshop naar keuze en al snel waren alle workshops volgeboekt. Zelf nam ik deel aan de workshop ‘Spoorpark Tilburg’ waarover daarom meer.

Aan de overkant van het kanaal waren we in de Blikken te gast bij Stichting Bock waar initiatiefnemers Johan Dunnewijk en Noud Derks ons vertelden over het grootste burgerinitiatief van Nederland: Spoorpark Tilburg.

In afwachting van advies: wees af en toe een beetje stout

We sloten deze workshop af met een interessante rondvraag: neem in gedachten een initiatief dat je zelf wel zou willen ondernemen in Oosterhout: wat zou je dan spannend vinden, wat jou je moeten overwinnen?

Een greep uit de antwoorden waarvan er enkele best wel binnen kwamen en bedenk bij de antwoorden dat de groep bestond uit raadsleden, ambtenaren, professionals en actieve wijk- en buurtbewoners:

Na afloop van de workshops kwam iedereen weer samen in de raadzaal van het gemeentehuis voor een korte samenvatting per workshop wat we ervan kunnen leren.

Dankzij Spoorpark Tilburg waren we verrijkt met een hoop inzichten. Mijn extended version:

En meer van dit soort inzichten kwamen voort uit de vier ander workshops en je kunt je voorstellen dat er een energie voelbaar was waar menigeen zich over uitsprak tijdens de afsluitende borrel. Het is deze energie die ik graag wil duiden: niet als de energie van het symposium maar als de energie die ons te wachten staat als we buurtgestuurd werken, de energie van samen de buurt besturen. Dinsdag 8 oktober kregen we er alvast een voorproefje van.

De meeste deelnemers aan het symposium konden van deze energie geen genoeg krijgen, een aantal had er merkbaar ook wat moeite mee: Dat van die schakel overslaan, moet dat nou echt? Als het om een miljoenenproject gaat wel ja, dat laat je niet stranden bij een ambtenaar met bezwaren.’

Voor wie er niet bij was en flink wat heeft gemist maar nog makkelijk kan inhaken, maakte de ORTS de volgende video impressie:

Peter de Kock

Bewaard onder Onze wijk | Reageer

Tags: , , , , ,

Kan meteen het vakje ‘burger een lesje geleerd’ ook worden afgevinkt.

Geplaatst op 17 augustus, 2019 

Gentiaan, Google het gerust, is een bloemrijke familie plantjes waar nogal was geneeskrachtige eigenschappen aan worden toegeschreven.

De gelijknamige straat in Oosterheide is verre van geneeskrachtig te noemen. Nog niet zo lang geleden was de Gentiaanstraat een wijkbibliotheek rijk, een mooie plek om te lezen, te leren, te ontmoeten en te verbinden. Maar aangezien dergelijke kwaliteiten niet in geld zijn uit te drukken, gaat daar in een neoliberale samenleving al gauw een streep doorheen.

De Gentiaanstraat in betere tijden: met wijkbibliotheek

Het pand van de voormalige wijkbibliotheek kwam leeg te staan, een ideaal onderkomen voor een rijke verzameling aan burgerinitiatieven. Maar ja, geen verdienmodel, niet in staat de marktprijs te betalen en dan sta je in een neoliberale samenleving meteen buiten spel.

Een koper zoeken dan maar. Maar wie wil voor een oud pand met een rijke geschiedenis betalen als die rijkdom niet in geld is uit te drukken? Slopen dan maar.

Die grond is weer wel in Euro’s uit te drukken door er appartementen op te bouwen maar voor het zover is zaaien we de boel nog even in met bloemenrijk gras want ja, de Gentiaanstraat ligt immers in de bloemenbuurt.

Ja ho, echt niet zegt een aantal omwonenden, niks geen bloemenrijk gras want dat leidt tot verrommeling, afvaldumping en ongedierte en dat willen wij niet.

Oh, zegt de gemeente, wij hebben geen goed verhaal over het belang van biodiversiteit en wij hebben ook niet de creativiteit om in plaats van bloemenrijk gras bijvoorbeeld zonnebloemen in te zaaien of bloembollen dus we komen graag tegemoet aan de bezwaren. Kunnen we meteen het vakje ‘proces gevolgd’ afvinken.

En zo maakt de bloemenbuurt haar reputatie waar: geen buurt van bloemen maar een buurt van steen, buurt van versteende tuinen en versteende harten. En geen ambtenaar die dit zag aankomen, dat in deze versteende buurt de handen niet op elkaar gaan voor bloemenrijk gras.

Als toegift krijgen we van de gemeente dit nog mee: De gemeentelijke organisatie voert besluiten uit die de politiek heeft genomen. Jullie als betrokken burgers kunnen het thema biodiversiteit vast wel op de politieke agenda van de gemeenteraad krijgen…

Kan meteen het vakje ‘burger een lesje geleerd’ ook worden afgevinkt.

Bewaard onder Onze wijk | Reageer

Tags: , , , ,

Capt.ZAPpoz over zwerfafval en de impact van gebundelde kracht

Geplaatst op 1 juni, 2019 

Ik heb een zwak voor gewone onopvallende mensen die dan ineens iets opmerkelijks doen waardoor ze wel van een ander planeet lijken te komen. Maar ze komen niet van een andere planeet, ze komen van hier, van de aarde. Het enige wat ze doen is hun hart volgen.

In het Floralia park in Oosterheide sprak ik met zo iemand: Jan Daamen, ook wel bekend als Capt.ZAPpoz. Zwerfafval opruimend Oosterhout heeft Jan leren kennen als die man in die rode jas die, als er in Oosterhout ergens zwerfafval wordt opgeruimd, van de partij is om mee te helpen. Zijn grijpstok maakte al snel plaats voor zijn smartphone waarmee hij elk stukje zwerfafval dat hij opruimt, registreert en vastlegt met behulp van Litterati. Meer dan 50.000 stuks inmiddels.

Capt.ZAPpoz, een bekende verschijning in Oosterhout en ook ver daarbuiten. Mag ik je voorstellen…..

Karakteristiek ’to the max’: Capt.ZAPpoz en Litterati

Peter: Hoe ben jij begonnen met het opruimen van zwerfafval?

Jan: In 2015 merkte ik op een gegeven moment dat ik pijn kreeg in mijn linkerbeen als ik wat verder moest lopen. Ik moest naar kantoor in Gouda en de bushalte was opgebroken dus ik moest een halte eerder of later uitstappen, dat was net wat verder dan ik normaal liep en dat deed gewoon pijn. Ik bewoog in die tijd weinig en werkte veel thuis, maar dat je van zo’n klein stukje pijn kreeg, dat vond ik toch een beetje raar.

Een paar maanden later was er op tv een programma over etalagebenen en ik herkende alle symptomen. Via mijn huisarts kwam ik terecht bij een vaatchirurg in Breda. Gelukkig hoefde ik geen operatie zoals dotteren, er was een goede werkzame therapie en dat was looptraining.

Doordat ik ben gaan lopen, zag ik pas wat een troep er in de bermen en op straat lag. Daar ergerde ik me aan maar deed verder niks behalve potverdorie zeggen.

Op een gegeven moment was ik een beetje overtraind geraakt en moest ik even stoppen met lopen. Ik mocht wel fietsen en heb me toen aangemeld bij de Fietsersbond. Het leek me wel wat om de online routekaarten bij te werken waarmee je fietstochten kunt plannen. Als onderdeel daarvan ging ik op onderzoek naar een fietsplan van de gemeente Oosterhout. Via de website van de gemeente zag ik toen ineens iets over ZAPpers, ZwerfAfval Pakkers. Daar had ik nog nooit van gehoord, het leek me wel gaaf en zo ben ik er ingerold.

Kort daarna, in oktober 2016, gaf René Rövekamp in Oosterheide in de Blikken van Stichting Bock een presentatie voor alle ZAPpers in Oosterhout. Ik ben me daarna gaan oriënteren op het Internet en zo kwam ik Litterati tegen en Dirk Groot.

Peter: Wat was voor jou de overweging om Litterati te gaan gebruiken?

Jan: Dirk Groot was er toen al fanatiek mee bezig en René Rövekamp had er tijdens zijn presentatie ook over gesproken dus ik wilde het gewoon eens proberen. In het begin vond ik het maar niks want je raapt 4x zo weinig op als je van elke dingetje een foto moet maken maar ik ben het wel blijven doen. Pas na de lezing van Peter Siegel tijdens de bijeenkomst voor alle Oosterhoutse ZAPpers in het Floralia park in juni vorig jaar en waar ik toen een presentatie over Litterati heb gegeven, ben ik echt fanatiek met Litterati aan de slag gegaan.

”Ik ben sinds 2015 bezig met zwerfafval rapen en het is ondertussen 2019 en ik raap nog steeds. Oprapen helpt niet om het probleem op te lossen”

Peter: Waarom vind jij het belangrijk om Litterati te gebruiken als je zwerfafval opruimt?

Jan: Ik ben sinds 2015 bezig met zwerfafval rapen en het is ondertussen 2019 en ik raap nog steeds. Oprapen helpt niet om het probleem op te lossen. Er zal altijd afval zijn maar er is ook vermijdbaar afval. Dat wat wij oprapen en wat eigenlijk niet opgeraapt had hoeven worden, daar zet ik me voor in, om vooral plastic flesjes en blikjes uit de afvalstroom te halen omdat die schadelijk zijn. Als we daar toch eens statiegeld op kunnen krijgen….

Ik dacht eerst wat maakt statiegeld nou uit maar als je leest hoe effectief dat in het buitenland is, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden….. Dat moeten we hier ook echt voor elkaar krijgen.

Vorig jaar waren we erg hoopvol over de invoering van statiegeld maar in maart kregen we van de verantwoordelijke Staatssecretaris een knietje in ons kruis. We blijven gewoon doorstrijden en daarom werd voor mij het vastleggen van zwerfafval zo belangrijk. Ik ben het op een andere manier gaan bekijken: dat ik een rechercheur ben, iemand van de sporendienst die alle slachtoffers eerst zorgvuldig in beeld brengt en pas daarna laat afvoeren naar een ziekenhuis of kerkhof. Misschien is het ergens nu wel schoon maar als je terug in de tijd kunt kijken wat er allemaal gelegen heeft… En dat kan ik met de Litterati database aantonen.

Het antwoord op het knietje van de Staatssecretaris: data, data en nog eens data op weg naar statiegeld.

Peter: Waarom is het belangrijk dat we die data over zwerfafval hebben?

Jan: Je kunt er verschillende dingen mee doen. Op klein niveau kun je ermee naar de gemeente. Bijvoorbeeld als je merkt dat er op een bepaalde plek veel afval ligt. Misschien komt dat omdat er geen prullenbak is.

Bij een bushalte heb ik een meting gedaan omdat er zoveel peuken lagen. Dat was voor mij een goede aanleiding om wat vingeroefeningen met Litterati te doen. Ik deed een nulmeting: alle peuken opgeraapt en in beeld gebracht met Litterati. Dat deed ik daarna zo’n beetje wekelijks. Tijdens dit onderzoek kwam er een peukentegel, via Litterati onderzocht ik het effect en dat viel enorm tegen.

Ik denk dat zo’n peukentegel wel kan helpen maar je moet ‘m wel op een plaats leggen waar mensen schuilen en dat is niet buiten de overkapping van de bushalte maar erbinnen. Bovendien moet er aandacht besteed worden aan een oproep aan rokers om peuken niet zomaar weg te gooien maar deze in het putje te doen.

Dit was dus zo’n projectje waarbij je Litterati kunt inzetten. Uiteindelijk kun je er veel grotere dingen mee doen, je draagt bij aan een grote internationale database. Daarmee kun je bijvoorbeeld in beeld brengen van welke fabrikanten de verpakkingen afkomstig zijn die we op straat aantreffen en dat helpt weer om producentenverantwoordelijkheid uit te breiden. Nu is het vaak zo dat fabrikanten ons iets aanbieden in een bepaalde verpakking die wij dan maar moeten accepteren of niet en als we het product accepteren, is het ineens ons probleem om van dat afval af te komen.

Peter: Heb je met jouw data wel eens contact gehad met fabrikanten?

Jan: Ik heb bijgedragen aan het Antaflu experiment. Ik heb heel wat Antaflu verpakkingen geraapt en vastgelegd in Litterati en met die data is Dirk Groot naar Pervasco gestapt, de maker van dat snoepje. Pervasco heeft beloofd binnen één jaar over te stappen op een papieren wikkel. Dat is een harde toezegging waar ook Merijn Tinga bij aanwezig was samen met een gerechtsdeurwaarder. Daarmee is het geen loze belofte van de fabrikant maar iets concreets waar we op terug kunnen komen.

”En het is het probleem van ons allemaal en we kunnen er ook allemaal iets aan doen.”

Peter: Veel mensen wijzen als het gaat om zwerfafval vaak naar de schoolgaande jeugd. Is dat zo, zijn zij de veroorzakers?

Jan: Dat lijkt mij wat kort door de bocht. Ze dragen eraan bij maar ik vind al dat wijzen maar niks. Zo van: anderen hebben iets gedaan dus is het mijn pakkie-an niet, ik hoef er niks aan te doen, het is mijn probleem niet. En het is het probleem van ons allemaal en we kunnen er ook allemaal iets aan doen.

Je kunt het opruimen of meer bewustzijn creëren. Veel mensen weten niet dat plastic zo lang in de natuur achterblijft. Ze horen er wel steeds meer over, over de plastic soep en walvissen met weet ik veel hoeveel kilo’s plastic in hun maag. Ik zie het zwerfafval alleen maar liggen en wie het dan gedaan heeft, daar kun je over gaan fantaseren maar je weet het niet. Er zit niet altijd opzet achter, onverschilligheid of onachtzaamheid kunnen ook een rol spelen.

Peter: Op het moment dat een verpakking op straat terecht komt, heeft die verpakking al een hele reis afgelegd van productie naar de winkel en verkoop. Hoe zou die keten kunnen bijdragen om het probleem van zwerfafval op te lossen?

Jan: Voor mij is het belangrijkste dat we stoppen met plastic voor eenmalig gebruik want dat is het schadelijkste, daar richt ik mij op. Plastic dat misschien enkele seconden wordt gebruikt en daarna 10, 20, 100, 200, 500 jaar blijft liggen als niemand het opruimt. Je kunt aan de producentenkant bekijken of er andere materialen zijn die duurzamer zijn. Plastic is een grondstof die heel lang meegaat, eigenschappen die je kunt gebruiken voor bijvoorbeeld protheses voor benen of een kunstgebit, iets wat 50 of 100 jaar mee moet gaan.

Zwerfafval kun je ook opruimen in zakken die gemaakt zijn van zwerfafval

Peter: Wat jou betreft hoeven we geen oorlog tegen kunststoffen te gaan voeren?

Jan: Nee. Maar ga het niet gebruiken voor dingen die je maar heel kort nodig hebt, verzin daar iets anders voor. Gebruik bij voorkeur net als vroeger ook seizoengroenten zodat we geen producten verpakt in plastic vanuit een ander land hiernaar toe moeten transporteren. We moeten waarde toekennen aan verpakkingen, bijvoorbeeld via statiegeld. Dat gaat niet op elk product natuurlijk maar waar het wel op kan zijn plastic flesjes en blikjes. Dat scheelt gewoon 40% van wat wij aan zwerfafval vinden. Als het waarde heeft lijkt het me sterk dat mensen het dan nog weggooien. En als ze het wel weggooien, dan heeft het voor iemand anders waarde om het op te rapen.

Peter: Nu die speler in het midden, die winkelier. Wat zou nou een grote supermarktketen kunnen doen?

Jan: In de strijd voor statiegeld zijn zij een verliezer omdat zij fysieke ruimte moeten inleveren om meer statiegeldautomaten weg te zetten. En omdat zij een grote speler in de keten zijn, gaat dat waarschijnlijk om grote bedragen. Maar die automaten hoeven in mijn beleving niet alleen in winkels te staan maar kunnen ook op tal van andere plekken staan zoals bij sporthallen, trek het breder en kijk naar landen waar statiegeld al succesvol is en hoe het daar gaat.

Peter: Heb je wel eens iemand aangesproken op het veroorzaken van zwerfafval?

Jan: Nee, ik heb nog nooit gezien dat iemand iets weggooide maar er zijn wel situaties dat ik niet bij het delict ben maar wel voor 99,99% zeker ben. Dat is bijvoorbeeld het geval met een plek in het bos aan de Oude Bredase Baan waar veel bierblikjes en bierflesjes worden achtergelaten. Van mij mag daar gerust bier worden gedronken maar neem daarna wel je afval mee. Ik ruim er soms 200 blikjes en flesjes op die in de greppel worden achtergelaten.

Ik heb de wijkagent gevraagd of hij met me mee wilde denken over maatregelen. Ik kreeg daar goede reactie op zoals dat er wat vaker met de motor gepatrouilleerd zou worden. De wijkagent is er op een vrijdagmiddag langsgereden en trof daar 4 of 5 mensen aan. Hij heeft hun personalia opgenomen en ze op het hart gedrukt dat ze hun blikjes weer mee terug moesten nemen. Dat vond ik al heel wat.

Peter: Zie jij sindsdien verbetering?

Jan: In eerste instantie was er een schrikeffect, dat heeft een week geduurd en daarna begon het weer opnieuw. Niet zoveel als voorheen, ik denk dat we vaker zo’n actie moeten doen.

Peter: Je kent via Twitter vast wel Toon Eerdekens. Toon wil hetzelfde als wij, namelijk schoon, maar Toon bekijkt het anders: je moet juist alles laten liggen want door het op te ruimen zit je juist de fabrikanten te helpen om lekker door te gaan met wat ze al die tijd gedaan hebben. Hoe zie jij dat?

Jan: Ik kan het niet laten liggen. Zichtbaar maken van wat er op straat ligt vind ik prima, ik doe dat in de virtuele wereld via Litterati door alle foto’s te posten van wat ik opruim. Ik wil er ook steeds meer mee gaan doen zoals politieke partijen ondersteunen met rapporten gebaseerd op die data.

Peter: Jij registreert bijna alles wat je opruimt met Litterati maar de meeste ZAPpers doen dat niet. Ben je dan niet bang dat we de industrie in 2021 laten wegkomen zonder statiegeld door met zoveel mensen fanatiek te ZAPpen?

Jan: Nee, die angst heb ik niet. Ik moet elke dag rapen dus wat ik raap is een druppel op een gloeiende plaat en zonder statiegeld blijft die plaat heus wel gloeien.

Peter: De reductie van 70 – 90 procent in 2021 waar de industrie mee aan de slag moet, zie jij dat gebeuren?

Jan: De industrie is op dezelfde manier bezig zoals ze dat al lang doen. Zo volg ik Zwerfie Rotterdam waar een proef loopt met meer afvalbakken. De doelstelling is dat daardoor meer zwerfafval opgehaald wordt. En dan gaan wij meten en dan blijkt dat dit helemaal niet helpt, wij ruimen daar nog steeds meer op dan het landelijk gemiddelde. Het is dus niet succesvol en zo zijn we al tientallen jaren bezig.

”Wij zijn eigenlijk geen zwerfafval aan het oprapen maar we zijn data aan het verzamelen. Dat is waar ik me mee bezig hou.”

Peter: Behalve zapper ben je sinds kort ook Plastic Avenger. Wat is een Plastic Avenger en wat is dat voor organisatie?

Jan: Eigenlijk is het gewoon een groep mensen die zwerfafval opruimen. Je voelt je geen held maar blijkbaar ben je een held als je zwerfafval opruimt. En zo zijn er een hoop mensen die zwerfafval oprapen en die dat echt belangrijk vinden en als we die nou eens koppelen aan mensen uit andere disciplines zoals mensen uit de wetenschap die onderzoek doen: hoe schadelijk is al dat plastic voor de gezondheid van de mens, wat is de invloed van plastic in de plastic soep, waar zitten allemaal microplastics in, dat soort wetenschappelijke onderzoeken. Of mensen uit de afvalverwerking, denk bijvoorbeeld aan ontwikkelingen om van plastic weer terug olie te maken. Zo zijn er tal van initiatieven op allerlei gebied en om die aan elkaar te knopen, dat is het idee. Een soort netwerkorganisatie.

In februari is deze bijeenkomst voor het eerst georganiseerd en daar is een manifest uit voortgekomen met vijf actiepunten. Het actiepunt waar ik me op focus is het verzamelen van data. Wij zijn eigenlijk geen zwerfafval aan het oprapen maar we zijn data aan het verzamelen. Dat is waar ik me mee bezig hou.

Peter: Ik zag dat je al 50.000 stuks zwerfafval hebt geregistreerd in Litterati. Ongelooflijk.

Jan: Ik ben in augustus 2017 begonnen met Litterati en vorig jaar in juni heb ik er in het Floralia Park een lezing over gegeven. Dat was tijdens een bijeenkomst voor alle ZAPpers, georganiseerd door de Gemeente Oosterhout. De teller stond toen op 8.800 en nu al op 50.000 en dat gaat flink door.

Peter: Je motieven om te gaan ZAPpen snap ik heel goed maar dat actievoeren, want dit is actievoeren, heb je dat altijd al in je gehad?

Jan: Eigenlijk helemaal niet. Ik ben vrij timide en een introvert persoon. Wel altijd sociaal gevoel gehad maar heb dat door de introvertheid nooit geuit. Ik denk dat ik een beetje open ben gebloeid en uit mijn comfortzone ben gestapt.

”…..verder was het alleen maar mijn hart volgen. Gewoon doen waar je blij van wordt.”

Peter: Nu heb je nog niet zo lang geleden besloten je baan op te zeggen om jezelf fulltime met dit soort werk bezig te houden en ook met klimaatstrijd. Hoe bevalt dat en hoe kom je tot zo’n beslissing Jan? Je baan opzeggen, dat is nogal wat.

Jan: Ik vond het werk dat ik deed echt heel erg leuk. Ik had 29 jaar gewerkt als salaris administrateur bij een accountants kantoor. Mensen kennen mij ook als een echte workaholic, ik deed verder niks anders dan alleen maar werken. Afgelopen jaar zijn wij van softwarepakket gewisseld en dat had ook allerlei consequenties voor mij. Mijn rol zou zich wat meer op de achtergrond gaan afspelen maar ik had me er wel in kunnen vinden om ook daar dienstbaar in te zijn. Terwijl anderen door deze verandering juist heel erg moesten aanpoten, kreeg ik meer tijd.

Ik had mezelf ook een beetje weggecijferd wat betreft vakantie nemen, vakantie was voor mij altijd meer een moetje. Toen kwam de baas me vertellen dat ik wel vakantie moest opnemen. Inmiddels was het augustus of zo. Ik bedacht om mijn vakantie dan maar op te splitsen in drie perioden van twee weken. Die perioden heb ik allemaal gepland om mensen te ontmoeten, om zwerfafval te rapen en van hot naar her te reizen.

Allerlei dingen vielen toen samen. Ik ontmoette Lilly Platt, het meisje van de schoolstaking, zij had mij uitgenodigd om op mijn verjaardag tijdens World Cleanup Day in Zeist zwerfafval te gaan rapen. Ik ben gaan reizen en nam contact op met mensen die ik allemaal via Twitter kende en bewonderde en vroeg of ze het leuk zouden vinden om samen wat te gaan doen. Amsterdam, Rotterdam, Duiven, Apeldoorn, ik ben het hele land doorgereisd en kreeg er ook veel energie van.

Tussendoor was ik weer gaan werken en keek toen al weer uit naar de volgende vakantie. Ik werd daar zo blij en gelukkig van dat ik bedacht dat het zo gaaf zou zijn als ik dit mijn hele verdere leven zou kunnen doen. Toen ben ik gaan rekenen of ik financieel zes jaar kan overbruggen, zonder inkomen tot aan mijn AOW. Dat was het enige rationele aan het aspect, verder was het alleen maar mijn hart volgen. Gewoon doen waar je blij van wordt.

Peter: Heb je reacties gekregen?

Jan: De meeste reacties waren positief. Mensen stonden versteld en hadden ook bewondering voor mijn besluit. Soms vonden ze me ook een rare vent, je zo in het ongewisse storten als je een gesettelde baan hebt waar niks mis mee is. We zijn nou eenmaal niet op deze wereld om te werken, eigenlijk willen we gewoon gelukkig zijn. Ik voel me wel in de gezegende omstandigheid dat ik dat kan doen.

Peter: Je tweede actiepijler naast zwerfafval opruimen is de klimaatstrijd.

Jan: Dat is meer ondersteunend. De aanleiding is Lilly Platt, een meisje van destijds tien, die ging schoolstaken omdat ze dat van Greta Thunberg had gezien. Vraag me niet naar het waarom of om een rationele verklaring want die heb ik eigenlijk niet. Vanuit mijn binnenste moest ik haar gewoon steunen. Lilly heeft op Twitter heel veel volgers maar met dat staken was zij helemaal alleen.

Peter: Dat is best kwetsbaar voor haar geweest, zo alleen in het begin.

Jan: Eigenlijk nog steeds. Het is echt vanuit innerlijke motivatie dat ze het blijft doen.

Peter: Is dat wat jou geraakt heeft, die kwetsbaarheid?

Jan: Ja, zeker in het begin. Toen zaten we te fantaseren dat er politie op ons af zou komen tijdens het demonstreren. Dat we leuzen zouden roepen en kabaal maken en dat er dan politie zou komen om haar te arresteren. En dat gaat echt niet gebeuren want dan gooi ik me ervoor. Maar zover is het niet hoeven komen.

Peter: Je hebt ook meegedaan aan de grote klimaatmars

Jan: Die mars was 10 maart en ik vond dat ik dat gewoon moest doen. Dat was heel inspirerend. Ik ben er achter de schermen heen geweest met Lilly. Die stond op het podium als klimaatstaker met enkele anderen om iedereen toe te spreken. De mars zelf heb ik samen met de opa van Lilly gelopen, de moeder van Lilly vond het toch wel prettig dat hij niet alleen ging. Het was die dag beestenweer maar super motiverend. Dat heeft me wel geraakt die massaliteit, dat we niet alleen staan, dat Lilly niet alleen staat en dat een hoop mensen begaan zijn met het klimaat.

Hoe hebben wij elkaar ontmoet? Jij was aan het ZAPpen, ik hardlopen.

Peter: Ik sprak je bij Galvanitas tijdens de filmvertoning van ‘De Schapenheld’ en toen zei je dat je het zo druk had. Kun je daar wat over vertellen?

Jan: Volgens mij had ik de dinsdag daarvoor een hele lange dag. Om vier uur opgestaan, ik houd ervan om lekker de tijd te nemen om wakker te worden en om mijn ochtendrituelen te doen. Ik wilde de eerste bus naar Breda hebben en vandaar de trein naar Duiven. Daar was ik uitgenodigd om mee te lopen met stichting GoClean. Die waren met een datafestival bezig om in drie weken tijd 50.000 stuks zwerfafval op te ruimen en vast te leggen met Litterati.

Daar hadden ze mij voor gevraagd en dat leek me hartstikke leuk. Daar heb ik mijn 50.000e zwerfie geraapt. ’s Middags had ik een afspraak om naar Leiden te gaan waar Merijn Tinga het manifest van de Plastic Avengers zou overhandigen aan eurocommissaris Frans Timmermans. Om een uur of vier kwam ik daar aan, net op tijd. We hebben daar in een boot gezeten met Frans Timmermans. Dirk Groot heeft daar een speech gehouden en Auke-Florian van Canal Cups was er ook. Die zijn in Leiden bezig om de plastic bekers in beeld te brengen die tijdens Leidens Ontzet allemaal in het water belanden.

Peter: Hoe was dat met Frans Timmermans, wat gaat hij voor ons doen?

Jan: Er is onlangs Europese wetgeving gekomen die hij mede heeft geïnitieerd. Vier jaar geleden zou dat echt ondenkbaar zijn geweest. Die wet gaat over het verbieden van single use plastics zoals plastic rietjes. Daar gaat nog een hele tijd overheen omdat elk land dat in zijn wetgeving moet implementeren maar het besluit is er wel. Verder bewondert hij natuurlijk onze initiatieven en hij zal ook de weg van de producentenverantwoordelijkheid inslaan. De Europese politiek is echt veel verder dan de nationale politiek.

Peter: Over politiek gesproken… Stel dat je hier in Oosterhout wethouder zou zijn en je had milieuzaken, afval en duurzaamheid in je portefeuille, wat zou je in Oosterhout dan anders doen?

Jan: Het belangrijkste waar ik aan denk is het maaibeleid. Dat als er blikjes en flesjes liggen, dat we dan niet gaan maaien en eens lekker met die machines over dat blik en plastic gaan raggen wat nu in de huidige situatie gebeurt, maar dat we eerst rapen. Bij het aanbesteden van het maaien moet worden meegenomen dat vooraf het zwerfafval moet worden geruimd. Nu gaat het vaak alleen om de laagste prijs.

Peter: Je hebt al een aantal mensen genoemd die je door het opruimen van zwerfafval hebt ontmoet. Daar heb je vast wel e.e.a. van geleerd?

Jan: Zeker, van Merijn Tinga bijvoorbeeld over het belang van beeldvorming, dat een fotomoment veel meer kan doen dan acties. Bijvoorbeeld zo’n foto ontmoeting met Frans Timmermans. Het is niet alleen het mooie omhulseltje, er zit ook veel inhoud achter. Maar om een breed publiek aan te spreken is zo’n fotomoment waardevol. In mijn achterhoofd denk ik dat ik misschien wat vaker in de pers moet, een ingezonden stuk of een interview, dat soort dingen. Niet daar ik daarom zit te springen, absoluut niet, maar misschien dat ik daarmee wat meer teweeg kan brengen.

Kennis en ervaring delen tijdens de duurzaamheidsmarkt Oosterhout

Peter: Zichtbaarheid als actievorm voor jou?

Jan: Ik ben nu eigenlijk gewoon aan het genieten. Ik heb tijd zat dus als iets belangrijk is, gaan we het gewoon doen. Past het niet bij mij, dan ga ik het niet doen. Schakel mij in voor de dingen die ik leuk vind zeg ik tegen iedereen. Zo heeft Zero Waste Nederland gevraagd of ik penningmeester wil worden. Ze zijn zodanig gegroeid dat ze een stichting willen worden en een penningmeester nodig hebben. Toen ze hoorden dat ik stopte met werken en uit de financiële wereld kom, dachten ze aan mij.

Normaal gesproken zou ik zeggen: ga ik echt niet doen, ben juist gestopt met werken en ben nog nooit penningmeester geweest. Ik vind cijfers achter de komma ontelbaar veel leuker dan voor de komma, ik hou van de microscoop en niet van de helikopter view. Misschien dat het zweet me uitbreekt als het om duizenden Euro’s gaat. Dat waren zo mijn bezwaren maar die waren voor Zero Waste geen beletsel.

”En elke dag Live Life to the Max. Nou, dat heeft voor mij wel bijgedragen om te stoppen met werken. Dus hoe ik de toekomst zie? Eén dag!”

Peter: Zwerfafval, klimaat, nu Zero Waste, hoe zie jij de toekomst Jan?

Jan: Als ik aan de toekomst denk, dan denk ik aan iemand die heeft bijgedragen aan mijn besluit te stoppen met werken. Ze heeft een ongeneeslijke ziekte, Pulmonale Hypertensie. Gewoonlijk ben je vijf jaar na het constateren van deze ziekte dood en voor haar is dat nu zeven jaar geleden. Ze heeft als levensmotto Live Life to the Max. Elke dag kan de laatste zijn.

Zij had ervoor kunnen kiezen om zich ingrijpend te laten opereren wat zou betekenen dat ze een nieuw hart en nieuwe longen zou krijgen. En dan zegt ze: ga ik niet doen. Ik heb al allerlei ingrijpende operaties achter de rug. Wat ik daarvoor op moet geven is een normaal leven omdat ik op de lijst komt te staan en constant beschikbaar moet zijn. Ik mag dit niet doen, ik mag dat niet doen, ik mag geen wijn drinken, ik mag niet op vakantie want elk moment kan een donorhart beschikbaar zijn. Zo wil ik echt niet leven. Dus ik ga voor de kwaliteit en niet voor de kwantiteit. En elke dag Live Life to the Max.

Nou, dat heeft voor mij wel bijgedragen om te stoppen met werken. Dus hoe ik de toekomst zie? Eén dag!  Ik plan wel wat vooruit natuurlijk maar als het over mijn eigen toekomst gaat is het genieten van elke dag. Niet alleen ernaar streven: ik geniet van elke dag. Ik streef niet naar het genieten, ik geniet van elke dag. Ik ben hatrstikke gelukkig nu, elke dag.

Peter: Dat moet een hele nieuwe ervaring voor je zijn?

Jan: Dat is hartstikke lekker.

Peter: Over ervaringen gesproken, wat ik me herinner is dat je vroeger in het onderwijs bent begonnen.

Jan: Als kleine jongen wilde ik al onderwijzer worden, dat stond gewoon vast. Op de middelbare school zeiden mijn ouders: ga maar voor het hoogst haalbare want je weet maar nooit, misschien wil je wel geen onderwijzer worden. Jawel, ik wil wel onderwijzer worden. Ik heb het Atheneum gevolgd en ging daarna naar de Pedagogische Academie in Breda. Daar ben ik na 1,5 jaar gestopt, ik was absoluut niet geschikt om orde te houden in de klas. Ik ging ervan uit dat iedereen wel geïnteresseerd was in de boodschap die ik te vertellen had. Waarom zou je dan met andere dingen bezig zijn dan lekker leren lezen, schrijven en rekenen? Daar bleken kinderen heel anders over te denken en ik kon daar echt niet mee overweg.

Omdat ik nooit over een ander beroep had nagedacht wist ik niet wat ik moest doen en ben ik wat gaan werken als assistent verkoopleider. Toen besloot ik Duits te gaan studeren in Amsterdam. Ondertussen was ik met muziek bezig, met blokfluit spelen en had ik muziekstukken gemaakt, geschreven en uitgevoerd. Mijn muziekstuk werd op een gegeven moment uitgegeven. Oh gaaf, dan kan ik misschien stoppen met Duits als het goed genoeg is om te worden uitgegeven. En kan ik misschien conservatorium gaan doen, wie weet kan ik daar wat mee.

Toen ben ik via de muziekschool naar Jan van Dijk, de compositiedocent in Tilburg gestuurd. Die vroeg me wat voor muziek ik zoal beluister. Ik zei Bach. En wat nog meer? Ik zei nog meer Bach. Begin eerst maar eens met wat bredere muziek te leren kennen en dan piano leren spelen. Over een jaar kun je dan toelatingsexamen doen. Nou, dat was positief want hij zei niet stop er maar mee. Ik kwam diezelfde avond thuis, heb radio 4 aangezet, en daar viel ik met mijn neus in de boter.

Voorheen had ik vooral naar oude muziek geluisterd: Middeleeuwen, renaissance muziek en Bach. Maar die avond werd Sacre du Printemps van Stravinsky live uitgevoerd in een bewerking voor 4 piano’s door Maarten Bon. Ik wist niet wat ik hoorde! Dat was moderne klassieke muziek en dat ben ik toen ook gaan beluisteren. Ik heb de theoretische vakken op het conservatorium een paar jaar gedaan, maar er helaas ook weer mee gestopt vanwege de praktijkvakken. Ik was op te late leeftijd met piano spelen begonnen en had het eindexamen niveau nooit kunnen halen. Daar heb ik een flinke knauw van gekregen.

Ik was toen inmiddels 30 en met muziek was ik zo’n 100 uur per week bezig geweest. En als je dat ook op moet geven en je bent dan al  30, dan weet je het echt even niet meer. Ik heb van alles gedaan, alles opgegeven en heb uiteindelijk een beroepskeuze test laten doen. Daar kwamen een paar dingen uit die ik nog niet gedaan had: tolk/vertaler bij de EU en  boekhouder. Omdat ik zo snel mogelijk een baan wilde heb ik voor boekhouder gekozen.

Peter: Je hebt onlangs een grote stap gezet door je baan op te zeggen maar het is jou zo te horen niet vreemd om grote stappen te zetten, je hebt het vaker gedaan.

Jan: Oh ja? Dat was allemaal noodgedwongen door confrontaties met mijn eigen beperkingen. Als ik bijvoorbeeld wel voor de klas had kunnen staan, was ik onderwijzer geworden.

Peter: Veel hangt inderdaad met toevalligheden aan elkaar. Voor hetzelfde geld had jij geen last van je been gehad en was je misschien niet gaan ZAPpen. Maar ik hoor jou echt wel een paar grote stappen zetten. Dingen die je heel erg geraakt hebben omdat je bijvoorbeeld moest stoppen met het conservatorium.

Jan: Zo heb ik er niet over nagedacht, voor mij was dit geen groot besluit. Je moet dingen doen die je moet doen als je dat zo voelt. Ik ben gewoon in de gelukkige omstandigheid dat ik het me kan veroorloven om te stoppen met werken.

Peter: Op de volgende vraag weet ik eigenlijk het antwoord al want je leeft bij de dag en daar word je erg gelukkig van, maar heb je plannen en ambities?

Jan: Nou…..? Of het zou moeten zijn wat ik al eerder zei: kijken waar mijn grenzen liggen. Ik ben daarin wat opener geworden denk ik. Daarom ga ik ook penningmeester worden, samen met mijn broer die me eventueel kan helpen, dat is een fijn gevoel. Maar ik ga het gewoon doen. Ik ga niet vaker nee zeggen, ik ga vaker ja zeggen.

Actief in ZAP-groepen door heel Nederland: de kracht van samen

”Al die individuen die samenwerken, al die gebundelde kracht, dat is veel sterker dan individuele kracht. Dus laten we samenwerken.”

Peter: Laatst vertelde je me dat je een soort van verbindende factor wilt worden om ZAPpers bij elkaar te brengen. Wat wil je daarmee bereiken?

Jan: Dat je niet alleen als individu bezig bent. Volgens Jeff Kirschner, de oprichter van Litterati, kun je als individu verschil maken maar kunnen we samen impact creëren. Al die individuen die samenwerken, al die gebundelde kracht, dat is veel sterker dan individuele kracht. Dus laten we samenwerken.

Bewaard onder Inspiratie, Onze wijk | 6 Comments

Tags: , , , , , , ,

From source to sea: hoop en vertrouwen na de film

Geplaatst op 17 februari, 2019 

Het was eind vorig jaar tijdens een ZAPZATERDAG, samen de wijk Oosterheide in om zwerfafval op te ruimen, dat Jan Daamen me vertelde over de film ‘From Source To Sea’ van Merijn Tinga en dat hij deze film en Merijn graag naar Oosterhout wilde halen.

Een mooi idee, een groot idee, beetje on-Oosterhouts ook dus ja, laten we het gewoon gaan doen.

Afgelopen vrijdag stond hij in de Blikken: Merijn Tinga, internationaal bekend als de Plastic Soup Surfer, om voor een volle tribune zijn film ‘From Source To Sea’ te presenteren en te vertellen over zijn strijd tegen de plastic soep.

Dat moet je maar in je hebben, zo’n project. Jezelf confronteren met de enorme omvang van het probleem en met alle krachten en machten die meer om geld geven dan om een schoon en gezond leefmilieu voor mens en dier. En dan toch doorzetten, al jaren aan een stuk.

De inleiding kwam van Jan Daamen en hij had een bijzondere primeur: hij gaat zich voortaan fulltime bezig houden met het opruimen van zwerfafval en met het verbinden van strijders tegen de plastic soep. Hij gooit er zijn leven flink voor overhoop omdat dit is wat hij het allerliefst wil doen. De handen gingen flink op elkaar in de Blikken en terecht.

Jan en Merijn zij aan zij in de strijd tegen de plastic soep

Het mooiste compliment over deze avond in de Blikken mocht ik een dag later in ontvangst nemen toen iemand me tijdens de open dag van het Frencken College aansprak. Hij was die avond ervoor ook in de Blikken geweest en was het meest geraakt door het feit dat er nog mensen zijn met een roeping, een missie, en daar vol overgave gehoor aan geven.

Dit, zo zei hij, geeft mij hoop. Ik maak mij zorgen, veel zorgen maar zolang er mensen opstaan zoals Jan en Merijn durf ik te hopen. En ook omdat er weer jonge mensen opstaan die van zich laten horen.

De film was indrukwekkend, de opkomst ook, maar het was vooral een avond vol hoop en vertrouwen.

Missie, roeping, of hoe je het ook wilt noemen, is geen zwart/wit ding, het is niet zo dat je het hebt of niet hebt. Tussen 100% en 0% liggen nog een heleboel andere smaken, voor ieder wat wils, voor jou, voor mij, voor ons allemaal.

En daar ging deze avond over.

Iedereen die erbij was, die heeft meegeholpen en bijgedragen en dat zijn er een heleboel, dank jullie wel!

Bewaard onder Films, Onze wijk | 2 Comments

Tags: , , , , , , , , ,

← Vorige paginaVolgende pagina →