Blog-Art: het verslag en zo

Geplaatst op 13 oktober, 2009 

Het weer had afgelopen vrijdag bijzonder goede voornemens met het eerste Blog-Art evenement want het was heerlijk zonnig herfstweer. Zonnetje, treintje, boekje, zo’n dag was het. Wel een jas mee want er stond een stevige wind.

De eerste Blog-Art gaat van start

Toen ik om kwart voor drie in Den Haag het Theater aan het Spui binnenstapte was het er nog rustig. In de foyer liepen al wat mensen rond: sommigen rustig (de bezoekers) en anderen wat meer gehaast (de organisatie). Tijd genoeg Karin Ramaker een hand te geven, haar te feliciteren met de eerste Blog-Art, om koffie te bestellen en een strategisch tafeltje op te zoeken. Omdat er tegelijkertijd een programma draaide in de foyer en in de kleine zaal stippelde ik ondertussen op het programmaboekje mijn route uit. Het werd langzaam drukker en al snel doken laptops, netbooks, smartphones en meer van dat moois op voor de eerste tweets over  Blog-Art.

Ik wist niet dat Den Haag ook een nachtburgemeester heeft maar kwam daar al snel achter toen Rene Bom , nachtburgemeester van Den Haag en master of ceremony van Blog-Art, de eerste woorden sprak. Hij gaf de microfoon snel door aan de wethouder van cultuur en financiën Marieke Bolle die zei blij te zijn met een evenement als Blog-Art in Den Haag.

Ik had ondertussen gezelschap gekregen van Arnoud de Jong. Arnoud blogt al acht jaar op zijn weblog Verbal Jam . Later bleek dat ik Arnoud al een tijdje via Twitter volg maar dat kwartje viel op dat moment niet. Als de online wereld elkaar ineens offline ontmoet kun je rare dingen verwachten. Een echt gezicht of een avatar kunnen twee heel verschillende dingen zijn. Ik moet mijn avatar trouwens ook maar eens updaten want die matcht niet meer helemaal met de stand van zaken nu.

Muziek maken met een stoel.

Na de opening was er muziek in de foyer. Matt Harris maakte muziek op de rocking chair van Harco Rutgers. Het Engelse woord rocking chair betekent schommelstoel maar de rocking chair van Harco was geen gewone schommelstoel maar een schommelbankje vol met electronica en geluidseffecten. Als je op de rocking chair tikt, klopt, slaat, bonkt, beukt of trommelt, kun je er muziek mee maken.

Nu hou ik meer van strakke-vierkwartsmaat-rockmuziek dus ik was meer geboeid door het verschijnsel rocking chair dan door de voor mij nogal science fiction achtige muziek die Matt Harris ermee maakte. Mijn dochter en ik trommelen na het eten wel eens op tafel en maken dan samen muziek. Daar heeft ze dan enorm plezier in. Misschien dat Harco Rutgers eens met de meubelindustrie moet gaan praten want ik denk dat er een interessante markt ligt te wachten om ook andere meubels (vooral tafels!) om te bouwen tot elektronische muziekinstrumenten.

Creatief ondernemen met de stichting Dollypop.

Na de laatste klanken van de rocking chair verhuisde ik naar de kleine zaal waar een op papier interessant onderdeel op het programma stond:een presentatie van de stichting Dollypop. De naam van de man die de presentatie gaf is langs me heen gegaan (tip: als je een presentatie geeft, laat ook altijd je eigen naam op de agenda of in het programmaboekje zetten).

De stichting Dollypop houdt zich bezig met creatief ondernemen. Een aanpak die me wel aansprak is het bedenken van oplossingsrichtingen door allerlei verschillende mensen bij elkaar te zetten. Een bedrijf, gemeente of organisatie heeft een probleem en in plaats van dat de probleemeigenaren en specialisten rond de tafel gaan om een oplossing te bedenken, komen er ook heel andere mensen aan tafel zoals een kunstenaar, een psycholoog, een filosoof.

Deze manier van werken levert een heel rijke output op met als nadeel dat er ook creatieve ideeën zijn waarvan het bedrijf, gemeente of organisatie zegt dat zij daar niets mee kunnen. Stichting Dollypop benadrukte daarom het belang van een goede probleemdefinitie of oplossingsvraag. Voorzichtig kwam hierover in de zaal, die voor de helft uit zelfstandige ondernemers en freelancers bestond, een dialoog op gang. Wat kun je als creatieveling, als kunstenaar, voor het bedrijfsleven betekenen? Hoe kun je als kunstenaar bijdragen leveren om maatschappelijke problemen op te lossen? Bijzonder interessante vragen maar de opzet en indeling van de presentatie bood helaas te weinig tijd en ruimte hier verder op in te gaan.

Vanuit mijn ervaring bedacht ik me dat kunstenaars in staat zijn om met een stukje van een idee, of als het idee nog erg vaag is, alvast aan de slag te gaan en van daaruit verder te werken. Geen enkele schrijver begint pas een boek te schrijven als hij het hele idee voor dat boek in zijn hoofd heeft zitten. Een schrijver begint al met schrijven als hij een paar zinnetjes heeft. Door op te schrijven wat hij al heeft borrelen er weer andere zinnen op die samen met de zinnen die er al zijn langzaam maar zeker het verhaal vormen. En tot verrassing van de schrijver gaat dat verhaal soms een eigen leven leiden, gaat het een eigen kant op en vertelt het verhaal zichzelf.

Veel bedrijven willen graag eerst de volledige oplossing van het probleem kennen voordat ze de oplossing uitvoeren. Het bedrijf mist dan de kansen die er zijn om alvast stukjes van het probleem op te lossen en om die alvast uit te voeren. Kunstenaars kunnen dat vaak wel en kunnen met deze manier van werken bedrijven zeker van dienst zijn.

Hoewel het onderwerp van de stichting Dollypop interessant was, vond ik dat de presentatie wel wat pittiger had kunnen zijn. Beetje sambal erin zeg maar. Met zo’n mooi onderwerp als creatief ondernemen had er naar mijn idee meer ingezeten.

En nog een wethouder.

Toen ik terug naar de foyer liep werd iedereen opgeroepen naar de kleine zaal te gaan voor een toespraak van Rabin Baldewsingh, wethouder van Den Haag op het gebied van onder andere burgerzaken, leefbaarheid en media.

Hij liet een prachtige kans liggen om op Blog-Art spijkers met koppen te slaan: de VOC mentaliteit zoals Balkenende dat wel noemt. Hij vertelde dat hij een online burgerplatform in Den Haag wel ziet zitten en voegde eraan toe dat hij hierover nog een beetje twijfel in zijn hart heeft. Hij riep de aanwezige bloggers op dat kleine beetje twijfel weg te nemen door zo’n burgerplatform te beginnen. Die bloggers vroegen Rabin Baldewsingh waarom hij er zelf niet mee begint. Daarop riep de wethouder met luide stem: ‘Ik daag U uit!’.

Op deze manier gaat dat platform er volgens mij niet komen. Had de wethouder de aanwezigen gevraagd wie hem wil helpen met zo’n platform, dan had hij ter plaatse het project online burgerplatform Den Haag kunnen starten. Als je de vraag naar een burgerplatform en de daarvoor benodigde financiële middelen (wethouder) in een ruimte hebt samen met creativiteit en expertise (de bloggers), dan moet het toch raar lopen wil je daar geen win-win situatie uit creëren.  Maar zo raar liep het wel. Of misschien had gewoon één van de bloggers moeten roepen: ‘Zullen we het samen doen?’.

Video kunst met Michael Minneboo.

Na het ik-daag-u-uit van wethouder Rabin Baldewsingh was de presentatie van Michael Minneboo een verademing. Michael vertelde over video-art en deed dat aan de hand van enkele filmpjes op zijn weblog.

Eerst liet hij zijn filmpje zien over de lamelos veiling. Dat filmpje vond ik vooral grappig. Van zijn volgende voorbeeld van wat video-art kan doen was ik onder de indruk. Het was het filmpje ‘Moments‘ van Will Hoffmann met muziek van de IJslandse band ‘Parachutes‘. Echt prachtig. Zo’n filmpje waarvan je na afloop zegt ‘Waar maak ik me toch druk om, ik ga leven!’. Michael vertelde over de compositie van dit filmpje en wat maakt dat het zo pakkend is.

Vanuit de zaal maakt Arnoud de Jong een interessante opmerking over wat er kan gebeuren als je in de openbare ruimte staat te filmen, dat mensen er agressief van kunnen worden. Zeker iets om rekening mee te houden als je in het openbaar gaat filmen.

De neplog van Stella de toiletjuffrouw.

In de foyer stond de neplogwedstrijd op het programma. Wat nou precies het wedstrijdelement was heb ik waarschijnlijk net gemist want toen ik in de foyer arriveerde begon Willem Claassen te vertellen over de neplog van Stella de toiletjuf.

Stelle de toiletjuffrouw is een bedacht personage die in werkelijkheid niet bestaat. Daarom is haar weblog een neplog. Het idee van zo’n neplog lijkt me wel grappig om vanuit een heel ander perspectief te schrijven.

Het Twittergedicht van Rutger de ex-superheld.

Daarna stapte Rutger de Quay het podium op in de foyer voor zijn Twittergedicht. Op zijn twitterprofiel schrijft Rutger over zichzelf: ‘In een vorig leven was ik een superheld. Nu ben ik gewoon dertien en een beetje gek.’ Rutger is dertien en twittert en blogt op de koekjesfabriek. Ik vond één twittergedicht wel een beetje kort, van mij had hij er wel wat meer mogen voordragen.

Blogpassie met Erwin Blom.

Na het eten ging mijn programmavoorkeur uit naar de presentatie van Erwin Blom over de kracht van weblogs. Met Erwin Blom had Blog-Art een echte ambassadeur van het webloggen in huis. Wat een enthousiasme en passie!

Erwin ging terug in de tijd naar de punkmuziek eind jaren 70. De essentie van het webloggen gaat terug naar de ‘do it yourself’ mentaliteit van de punkperiode, het zelf doen waar je in gelooft.

Waarom webloggen? 1. Om verhalen te vertellen. 2. Om kennis te delen 3. Voor PR. Bovenaan zijn lijstje met succesfactoren staat niet verwonderlijk passie gevolgd door deskundigheid, persoonlijkheid, open communicatie en regelmaat. Over wat het hem oplevert: een uitlaatklep, kennis, netwerk, werk en een Dutch bloggie .

De presentatie van Erwin liep uit en dat was ook niet verwonderlijk. Als hij dubbele spreektijd had gekregen had hij deze ook ruimschoots volgepraat. De winst van zijn presentatie zat niet zozeer in de inhoud (die voor de ervaren bloggers wel bekend was), maar in het plezier en de passie waarmee hij erover sprak.

Het teruggrijpen naar de punktijd vond ik zeer geslaagd. Nu het bloggen steeds professioneler wordt, steekt ook het gevaar de kop op om elkaar te kopiëren, om van elkaar af te kijken of om het bedenken van verdienmodellen belangrijker te maken dan het bloggen zelf. En dat zou jammer zijn dus back to basics: zelf doen waar je in gelooft.

Low battery power.

Na de presentatie van Erwin blom was er nog volop te doen op Blog-Art. Ik had graag nog ‘Teletekst is dood‘ gezien en ook de forumdiscussie over oude en nieuwe media. Ook de presentatie van Mindz.com over social networks leek me leuk. Vermoeid en met nog een aardige reis voor de boeg besloot ik naar huis te gaan. Onderweg in de trein las ik op Twitter nog wat leuke berichtjes over wat ik allemaal miste. Maar toen ging bij mij de accu uit. Niet van de telefoon maar van mij.

Ik was net op tijd thuis om de eerste beelden van Blog-Art te zien tijdens het late journaal:

Blog-Art op het NOS journaal van 9 oktober 2009 (22:50uur) from Marco Raaphorst on Vimeo.

Kortom…

Als netwerk evenement vond ik de eerste Blog-Art zeer geslaagd, het heeft me allerlei nieuwe en leuke en contacten opgeleverd die dankzij Twitter, LinkedIn en Mindz verder zijn versterkt. Ook de sfeer en organisatie waren prima. Wat betreft de inhoud viel het me een beetje tegen omdat ik graag ook nieuwe dingen en ontwikkelingen had willen horen. Misschien kunnen nieuwe ontwikkelingen op de agenda voor Blog-Art 2010 met als gevaar dat Blog-Art een soort van conferentie wordt in plaats van een kunst evenement. Andere suggesties voor Blog-Art 2010:

After party.

’s Zondags nog even nagenoten van Blog-Art met de sfeerimpressie van Madbello:

#blogart / @blog_art Preview: Blog Art 2009 from Mad Bello on Vimeo.

Bewaard onder Bloggen | Reageer

Tags: , , , , ,

Interview Martijn Aslander

Geplaatst op 29 juni, 2009 

Op woensdag 10 juni had Joris van Heukelom een meer dan inspirerend interview met Martijn Aslander.  Om je een indruk te geven hier enkele passages uit dit interview van Martijn:

Hier het volledige interview met Martijn, ik heb het interview uitgeschreven…

Joris: Welkom in Curriculum Vitae, het betere gesprek op web en tv. Deze uitzending is nu al een uitdaging, dat wat het al voor de uitzending begon. De bedoeling is namelijk dat onze gasten één keer ze de beslissing hebben genomen en de durf hebben om op deze mooie stoel te gaan zitten, dat ze ons een CV sturen. Maar de gast van vandaag die weigert dat. Wat er dan gebeurt, is complete chaos in het productieteam, er wordt gebeld, er wordt genegotieerd om een mooi woord te gebruiken. En wat bleek? Op een bepaald moment gingen wij maar bellen, de gast en ik, en bleek dat de gast, hij blijft nog even anoniem in deze introductie, geen CV had. Goed, dag kan. Je kan geen CV hebben. Maar toen stelde ik de simpele vraag: maar je hebt toch wel een baan? Nee, geen baan. Maar je leeft toch wel ergens van? Ja, van donaties, van wat mensen mij geven. Het werd op dat moment ook in mijn hoofd vrij ingewikkeld. Toen kwam deus ex machina nederdalen en toen zei ik: weetje, zet op één A4’tje kort je levensloop van toen je een jaartje of 4-5 was tot nu en dan doen we daar wel mee. Dat verhaaltje dat kreeg in een dag of twee geleden binnen en dat las ik en toen dacht ik: verrek, dat is eigenlijk een mooie synopsis voor een mooi jongensboek. Onze gast van vandaag: Martijn Aslander. Martijn, welkom in de studio.

Joris: Klopt het een beetje, mijn verhaaltje?

Martijn: Ja, zo zou je het ook kunnen zeggen.

Joris: Ja, nee, vanuit mijn perspectief.

Martijn: Ja, dat klopt.

Joris: Ik was een beetje in de war.

Martijn: Nou, dat is ook een deel van mijn werk dus dat is gelukt.

Joris: Mensen in de war brengen?

Martijn: En aan het denken zetten.

Joris: Ja heel goed. Kom jij nou uit een groot gezin?

Martijn: Nee, gewoon een huis-tuin-en-keukengezin. Een normaal gezin. Normale gezinnen bestaan natuurlijk niet. Vader, moeder, zusje.

Joris: Geen twaalf kinderen?

Martijn: Nee.

Joris: Want dat gevoel had ik meteen: deze man, deze extreem sociaalvaardige man, moet wel opgegroeid zijn in een heel groot gezin.

Martijn: Nee. Maar ik heb gemazzeld. Ik ben opgegroeid in een heel klein dorpje in Drente, alleen daar zat een heel groot vakantiepark. En daar kwamen zomers zo elke week zo’n vijfduizend mensen in dure bungalows of in tentjes dus arm en rijk, en uit alle hoeken van het land. En na een week waren ze weer weg, waren er weer nieuwe. Dus ik heb tien jaar lang allerlei sociale vaardigheden kunnen oefenen en als het mis ging kreeg ik een week later weer nieuwe mensen.

Joris: Ging je daar dan bewust mee om?

Martijn: Nee, dat heb ik pas achteraf kunnen constateren: oh, daar heb ik dat geleerd, wat een goed idee.

Joris: En wat zijn dan de dingetjes die je daar dan geleerd hebt, waar je nu nog wat aan hebt?

Martijn: Dat mensen uit de randstad anders praten en anders doen dan bijvoorbeeld mensen in Drente die ik gewend was bij mij in het dorp. En dat mensen uit het zuiden weer een andere vorm van uitbundigheid hebben, en dat Friezen… Dus op die manier leer je dat spelenderwijs.

Joris: Dat praten dat geloof ik wel, maar dat doen?

Martijn: Wat is je vraag?

Joris: De vraag is heel simpel: wat doen mensen uit de randstad anders dan de mensen uit de provincie?

Martijn: Die nemen meer een pose aan. Vanuit mijn perspectief natuurlijk met mijn beperkte referentiekader op dat moment, leek het zo.

Joris: En als je dan nog even verder gaat, vakantiepark, middelbare school: meteen wat mij opviel in dat mooie verhaaltje is toch het bewustzijn van geld.

Martijn: Ik begrijp niet zo goed wat je vraagt.

Joris: Nee ik vraag ook nog niks, ik probeer jou in verwarring te brengen. Het bewustzijn van geld. Want er staat heel duidelijk: toen ging in centjes verdienen aan al die mensen en ik verdiende al zes Euro of zes gulden in die tijd per uur.

Martijn: Het was meer de fun hoor, niet het geld. Ik ontdekte in één keer bijvoorbeeld in het dorpje waar ik daarvoor woonde, daar was een heel groot hunebed en hadden ze nog geen bebording geregeld, en ik zag keer op keer, toen was ik een jaar of 5-6-7 of zo, dat mensen de weg zochten naar dezelfde plek. Op een gegeven moment dacht ik: als ik nou op die kruising ga staan met mijn fietsje, en als ouders dan aarzelend een beetje om zich heen kijken en vragend kijken van waar moeten we nou naar toe naar dat hunebed, dat ik kon zeggen: goh, u zoekt zeker het hunebed, zal ik even voorop fietsen? Daar had ik ook lol aan, ik vind mensen helpen leuk. En dan merkte ik dat ik daar in één keer geld voor kreeg. Daar vroeg ik geen geld voor, ik kreeg het gewoon. Ik dacht: hé, dat is leuk, als je mensen helpt dan krijg je zomaar wat terug.

Joris: Welke rol speelt geld dan in je leven?

Martijn: Dat is al jaren complex. Ik heb er een andere relatie mee dan de meeste mensen. Het is handig dat het er is maar ik merk dat, zeker waar ik nu sta, dat mensen te veel focussen op geld omdat ze denken dat je daar dan spullen mee kan kopen en dat je daar gelukkig van wordt. Mijn passie is dingen in beweging krijgen en ik heb ontdekt dat geld daar vaak een beperkende factor in speelt in plaats van een versterkende factor. En in dit economisch tijdsgewricht beginnen we ook te zien dat het best een goed punt is daarover na te denken.

Joris: Hoe overleef je dan?

Martijn: De aanname die iedereen doet is dat als je niet van te voren geld vraagt voor wat je doet dat je dan waarschijnlijk niks krijgt of bijna niks. Maar als ik een groot probleem voor je op los en jij bent eigenaar van een groot bedrijf, dan bespaar ik je misschien een paar ton en wil je misschien wat terug doen. Op het moment dat ik de beste spreker ben op een congres of niet één van de slechtste sprekers op het congres waar heel veel sprekers zijn, dan zou het raar zijn als ik het minste kreeg. Ik heb geleerd daarop te vertrouwen en daar leer je veel meer van. Je krijgt een kortere feedbackloop en je krijgt sneller inzicht. En je leert ook op welke plekken je welke dingen moet doen. Dus het leert mij elke keer weer opnieuw of ik ook van waarde ben. Als je focust op waarde in plaats van op winst, veel bedrijven zijn dat vergeten volgens mij, dan blijf je scherp en dan blijf je volgens mij ook bezig met luisteren naar ‘wat wil de klant?’

Joris: En is dat nou iets wat in de volledige maatschappij aan het omturnen is, aan het veranderen is? Ben jij een voorbode van een nieuwe trend?

Martijn: Ik heb het natuurlijk niet uitgevonden, wat ik doe is zo oud als de weg naar Rome. De grap is: de verspreidbaarheid van inzichten en ideeën en kennis is groter dan ooit. Er zijn een aantal paradigma verschuivingen in onze samenleving en de economie, en die zijn wat mij betreft fundamenteel. Als je dat perspectief erbij pakt en je gaat dan kijken naar de veranderende rol van geld in deze samenleving, dan denk ik dat ik inderdaad in de voorhoede zit van die mensen Maar ‘I am only the messenger’.

Joris: Als messenger ben je ook ervaringsdeskundige.

Martijn: Inmiddels wel ja.

Joris: Precies, want jij hebt meegemaakt, als ik dat dan moet geloven, en dat doe ik, dat je voor de klas staat, op een podium staat, mensen inspireert, dat je een raad van bestuur een bepaalde kant opkrijgt, en dat die dan achteraf, nadat de feiten gepleegd zijn, naar je toe komen en zeggen: ‘hier heb je wat geld’.

Martijn: Ja, of andere dingen. De grap is: geld is niet altijd belangrijk. Als ik voor een vliegtuigmaatschappij spreek en ik help ze met wat voor kennis of inzichten dan ook, wil ik dan geld hebben of tickets? Die lege stoelen die hebben ze toch al dus geef mij maar wat lege stoelen. Dat kost hun niks en levert mij weer op. Je kunt veel speelser omgaan met beloningsmodellen. Elke adviseur die op dit moment kijkt zou ik willen vragen: hoe kun jij nou in Godsnaam, en ik snap het toneelstukje wel dat we geleerd hebben met z’n allen, maar hoe kun je nou van te voren weten wat je waard bent? Ja marktmechanisme, prijsperceptie, al die blabla, dat zal, maar volgens mij kun je alleen achteraf bepalen wat iets waard is. En om het nog complexer te maken: heel vaak kan een advies pas over een jaar blijken wat het advies waard geweest is, niet eens on the spot. En dat het complex is dat snap is. Maar dat wil niet zeggen dat de discussie en het denken erover niet minder waardevol is. Veel adviseurs zijn niet bezig met nadenken over waarde maar met het binnenhalen van klanten.

Joris: Deze topic, dit paradigma, deze manier van denken, die is erg in. Die wordt eigenlijk een stuk geaccelereerd door de crisis.

Martijn: Ik heb de tijd mee.

Joris: We zijn met z’n allen wel tegen een hele dikke boom gereden.

Martijn: En terecht.

Joris: Ja, nee, eens. Maar dank je niet als die crisis straks achter de rug is, dat kan best 2-3-4 jaar duren…

Martijn: Nee, mensen beginnen versneld te ontdekken dat vlak voordat je doodgaat dat het niet telt hoeveel huizen je bezeten hebt, in hoeveel auto’s je gereden hebt. Wat telt is: heb ik de kansen en mogelijkheden gepakt die ik had, heb ik mijn talent kunnen ontplooien en heeft een ander waar wat aan gehad? Wat voor ervaringen heb je zelf opgedaan en achtergelaten op deze planeet? Dat is niet per se idealistisch, dat is vooral praktisch. Ik merk gewoon dat je daar blijer van wordt dan van het binnenharken van geld, het opbouwen van bezit en daarmee verwerven van status. In de netwerksamenleving krijg je status als je toegang hebt en kunt bieden en ook biedt.

Joris: Er is ook zoiets als legacy, datgene zoals het altijd gegaan is, zoals al die bedrijven werken. Gaan die bedrijven dan van binnenuit veranderen?

Martijn: Mijn voorspelling is dat binnen toen jaar bedrijven niet meer aan goede mensen kunnen komen, de grote bedrijven. Het grote hiërarchische tijdperk, de hiërarchische structuur, is ten einde. Het werkt niet meer. We krijgen vijf tot zevenhonderdduizend man tekort op de arbeidsmarkt binnen tien jaar. Talent laat zich niet meer vangen voor geld. Van negen tot vijf in een gebouw zitten, tijd ruilen voor geld, met z’n allen in de file gaan staan, niet eens software mogen downloaden op het web terwijl die gewoon beter is en gratis is dan de spullen die het bedrijf aanbiedt, doesn’t make sense!

Joris: Goed punt. Was ook één van de vragen die ik had voorbereid. Dat is leuk want ik heb nog geen één keer op mijn blaadje moeten kijken bij jou, dus dit wordt een lang gesprek. Dat vindt Romy altijd heel prettig, dat ik lang praat. Maar als alle goed mensen straks niet meer in de bedrijven zitten, wie gaat binnen de bedrijven dan die goede mensen nog inhuren?

Martijn: Die bedrijven vallen gewoon om, die hebben geen bestaansrecht meer. Laten wen wel zijn, we hebben zeker een aantal honderdduizenden mensen verborgen werkloosheid, mensen die betaald worden terwijl ze niet echt wat toevoegen. Niks ten nadele van die mensen, die kunnen waarschijnlijk heel veel. Iedereen heeft talent, iedereen heeft drive en passie, maar dat systeem sluit niet aan bij de wensen en mogelijkheden van die mensen.

Joris: Maar goed, als alles optimaal georganiseerd zou zijn, zouden er veel meer werklozen zijn.

Martijn: De vraag is of dat erg is. Je moet het in Nederland echt stelselmatig verprutsen wil je geen dak boven je hoofd hebben en geen eten hebben. Het probleem wordt pas als je veel status denkt nodig te hebben en dat ontleent aan bezit waardoor je geld nodig hebt. Als je dat kan loslaten kun je gewoon bezig met zelfverwezenlijking. Kijk naar de piramide van Maslow. In Nederland hebben we shelter, we hebben een dak boven ons hoofd, we hebben te eten. Het enige dat we nog moeten doen is onszelf verwezenlijken, daar worden we uiteindelijk optimaal gelukkig van. Helemaal met het web en met WIFI en een laptop met om je heen kijken hoe jij van waarde kan zijn voor een ander, ben je daar echt beter toe in staat dan ooit eerder in de geschiedenis van de mensheid.

Joris: Vind je dan niet dat je dat laatste stuk van de piramide van Maslow en daarmee ook de oplossing van een grote problematiek, dat je die niet ontzettend technologiseert? Want kun je datzelfde wat jij predikt, en waar ik in grote mate van zeg: ja, dat klinkt veelbelovend, dat is een mooie wereld, kun je datzelfde ook bereiken als je niet Twittert, als je niet online bent?

Martijn: Absoluut want de mensen om je heen met wie je omgaat die doen dat weer wel. Ik ben zelf maar anderhalf uur per dag online, ik ben geen computerfreak. Die anderhalf uur dat ik die computer wel gebruik, moet ie het ook echt doen en graag zoals ik wil. Daarom heb ik een Mac.

Joris: Dankzij Lifehacker hangt dat wel een beetje op je voorhoofd dat je een computerfreak bent.

Martijn: Mensen mogen zelf weten wat ze van dingen maken. Feit is dat ik dus daardoor in staat ben om dat wat een ander in twee dagen doet, zelf in een uurtje of twee uurtjes te doen. Ik kijk anders naar hoe organiseer je dingen, hoe werk je samen. En ik heb al geleerd dat ik beter vragen kan stellen aan mensen die het leuk vinden om te helpen dan dat ik alles zelf ga doen. Waarom zou ik gaan googelen als ik een vraag op Twitter kan zetten, en dertig mensen gaan voor mij googelen omdat ze het leuk vinden om te helpen. Ik heb geleerd, mensen vinden het ontzettend leuk om te helpen mits het is met iets waar ze heel goed in zijn, wat weinig moeite kost, en daar worden ze blij van. Mensen vinden het leuk om te helpen maar het moet niet te ingewikkeld zijn.

Joris: Ben jij goed in alleen zijn?

Martijn: Nou, stelselmatig langdurig, ik ben geen kluizenaar. Een maand in mijn eentje, dat is trouwens wel een leuk experiment, moet ik eens aangaan, schuw ik ook niet, maar ik vind het heerlijk onder de mensen te zijn zodat ik het daarna ook weer heerlijk vind om helemaal alleen te zijn. Dus het is aan en uit zeg maar.

Joris: Ben je veel alleen?

Martijn: In mijn werk is dat een beetje lastig want ik ben de hele dag wel in verbinding met veel mensen. Ik heb heel veel lol in wat ik doe. Maar ik heb toch een aantal dagdelen per week dat ik alleen ben en daar ook echt van geniet.

Joris: Nu ga ik wel naar mijn blaadje. Jij houdt niet van hokjes, dat is duidelijk.

Martijn: Jawel. Alleen ik hou van hokjes zeg maar met een permeabele wand. Ik stop iedereen altijd in een hokje en zodra ik nieuwe informatie mag ie in een ander hokje.

Joris: Nu ga ik jou in een hokje steken. Ik ga je vragen jezelf in een hokje te steken. Je bent een specialist timemanagement, je bent een filosoof, je bent een personal coach of je bent een marketeer.

Martijn: Filosoof! Ik denk na over dingen en dat deel ik met anderen.

Joris: Het marketingvak?

Martijn: Boring! Marketing, dat weten veel mensen niet, is een samentrekking van twee woorden: market en getting. Eigenlijk, in dit tijdperk, zou het moeten heten marketgiving. Alleen markeving dat klinkt voor geen meter dus laat maar.

Joris: Als je echt een probleempje hebt met lispelen hebt dan kom je zo op markving terecht. Nee, dat wordt niks.

Martijn: Maar dat is wel waar het over gaat.

Joris: Je wordt soms wel door de marketeer ingehuurd.

Martijn: Nee, ik ben niet te huur. Ze bellen wel eens of ik mee wil denken.

Joris: Precies! Sorry, mijn oprechte excuses meneer Aslander. Je haalt je neus op voor marketing. Dat is het leuke, je hebt goede verhalen, je hebt krachtige verhalen, je hebt sterke verhalen en die resoneren over het web heen. Dus als je op zoek gaat naar jou, dan kom je ook al heel snel terecht in die verhalen. En ik vond daar toch dat je je neus een heel klein beetje ophaalde voor de huidige praktijk van het marketing vak.

Martijn: Te lang is de marketeer niet bezig geweest met nadenken over klantwaarde maar het creëren van aura daar omheen. En ik denk: de enige die kan bepalen dat jouw product deugt, dat zijn de mensen die fan zijn van jouw product. En als je daar niet mee bezig bent en je gaat aan de voorkant wel bezig met een mooi verhaal ophangen en de back-end en de organisatiestructuur die daaronder ligt sluit niet meer aan op de werkelijkheid van het web:  radicale transparantie, de tamtam via Twitter, waar ben je dan in godsnaam mee bezig? Dan ben je bezig met aandeelhouderswaarde creëren en met winst scoren over de ruggen  van anderen. Voeg wat toe! Alsjeblieft.

Joris: Sneller een doctoraat, of sneller een eredoctoraat dan een doctoraat?

Martijn: Een propedeuse had ik gezegd.

Joris: Zelfs dat. Ben je van plan dat eredoctoraat ook te behalen?

Martijn: Dat is geen doel op zich. Ik heb ooit voor de grap geroepen, nou volgens mij, ik ben een drop-out, ik heb twee jaar ingeschreven gestaan bij rechten in Groningen. Dat was heel leuk, een hoop geleerd, boeiend vak. Alleen ik had te weinig tijd. De colleges daar ging ik dan wel naar toe want ik was niet zo’n feestbeest. Fascinerend, ook gave boeken, gave inspirerende mensen zoals meneer Lokin, ik kan iedereen aanraden om naar te gaan luisteren. Maar ik had geen tijd om die tentamens te leren want ik was al druk met bedrijfjes opzetten, dingen in beweging krijgen. En toen was ik drop-out en toen zei ik, volgens mij is een propedeuse, ik heb vier studiepunten gehaald in twee jaar, ik ben nog steeds aan het afbetalen maar dat is niet erg, een propedeuse halen was voor mij toch ingewikkelder denk ik dan een eredoctoraat. Wat bedoel ik daarmee? Voor een propedeuse moet je stelselmatig hetzelfde doen als de rest waar ik aantoonbaar slecht in ben. En voor een eredoctoraat, als ik goed gekeken heb wat voor mensen dat krijgen, moet je gewoon heel lang volhouden, enige tientallen jaren, dat je iets anders doet dan de rest. Ik denk: oh, maar dat kan ik wel. Alleen het duurt wat langer.

Joris: Maar die ambitie is er wel?

Martijn: Nee, het is een goeie grap. En als ik hem krijg dan is het mooi en als ik hem niet krijg dan is het ook goed.

Joris: Je hebt geen enkele ambitie in het leven?

Martijn: Jawel! De Nobelprijs voor de vrede. Hoe zeg je dat: ‘shoot for the stars, you might end up at the moon’. Leg de lat hoog, het gaat niet om dat doel op zich. Als je geen hogere doelen stelt, hoe kun je jezelf dan aan je haren uit het moeras omhoog trekken om, als het zwaar is en moeilijk en je weet het even niet, om verder te gaan? Hoe kun je dan andere mensen aan het denken zetten en inspireren?

Joris: En wat doe jij concreet om dat doel, de Nobelprijs van de vrede, te bereiken?

Martijn: Niets. Zulke dingen daar kun je geen hele concrete richting aan geven. Het enige dat ik kan doen is kijken van: goh, kan ik bijdragen aan denken over waarde, kan ik nadenken over communicatiekracht, kan ik nadenken over kunnen we grote maatschappelijke economische vraagstukken oplossen met kennis die er al is, liefst zonder geld want dan kan er ook niemand controle over uitoefenen? Op het moment dat je geen macht kunt uitoefenen door middel van geld, moet je macht uitoefenen door middel van inhoud en open dialoog. Mauk Mulder is daarin een groot inspirator voor mij. Dat is een professor die machtsrelaties duidt en zegt altijd: macht is niet goed of slecht. In Nederland vinden we dat een beetje stom, het woord macht, dan roepen we invloed maar dat is gewoon marketing. Er is heel veel onnodige machtsafstand, experts die zich achter hun positie verschuilen. En heel lang kwamen mensen in de top van de piramide van de organisatie in Nederland weg met het niet leveren van waarde of het vasthouden aan hun positie in plaats van dat ze zouden laten stromen en het maximale uit de mensen, voor wie ze het zouden moeten doen, halen. En die mechanismen zijn dankzij radicale transparantie op het web en dankzij de kracht van het web en dalende communicatiekosten helemaal aan het veranderen. Dus macht in netwerkdynamiek is totaal anders dan de dynamiek van macht in een traditionele organisatie. Ik denk dat het een goede zaak is. Als ik daaraan kan bijdragen met mijn werk, dan denk ik dat ik op de goede weg ben.

Joris: Toch heeft dat systeem tientallen jaren, zo niet honderden jaren, misschien wel duizenden jaren, gewerkt.

Martijn: Nee, het is post-industrieel gedachtegoed dit. De organisatievormen die we nu kennen zijn vormen die we ongeveer honderdvijftig jaar gehad hebben en die niet meer rekening houden met dat kennis overal alom vertegenwoordigd is, dat je overal toegang hebt tot informatie.

Joris: Maak het dan zeer concreet, we leven 2028. Dat is al even hier vandaan.

Martijn: Dan hebben we computerkracht die zo krachtig is dat één computer net zoveel berekeningen kan maken als de hele mensheid bij elkaar.

Joris: Daar heb ik niet zoveel aan.

Martijn: Jawel! Op het moment dat jij prostaatkanker gaat krijgen kan die computer al jouw DNA sequenties doorrekenen en een medicijn voor jou maken waar we nu nog veel te lang over doen. Daar ga jij heel veel aan hebben.

Joris: Wat doet de mens anders dan dat die nu doet. In 2028? In zijn werkende leven, in zijn privé leven?

Martijn: Ik zou het niet weten. Ik had twee jaar geleden niet kunnen bedenken hoe krachtig Twitter zou kunnen zijn. Dat kun je gewoon niet bedenken. Ik durf geen voorspellingen te doen over waar gaat het naar toe. Maar ik denk dat we als mensheid beter af zijn met wat er aan zit te komen. En dat we heel veel ballast, overbodige ballast, dat we daar vanaf kunnen. Ik denk dat we grote vraagstukken voor de wereld, voeding, water, allemaal dat soort zaken, dat we die kunnen oplossen met kennis die we nu al hebben, alleen die nog niet ontsloten is en gestapeld is omdat we nog vanuit de oude schaarsteparadigma’s denken.

Joris: Kun jij mij vertellen hoe het komt dat, en dat heb ik gezien bij PICNIC, dat zie je ook bij TED, waar technologie en bewust ondernemerschap, om simpele termen te gebruiken, komen daar heel dicht bij elkaar. PICNIC is ooit begonnen als een congres, jaarlijks iets, om te inspireren, het feest, de hoogmis van de creativiteit. En technologie, creativiteit, en alles wat in de jaren tachtig als groen werd aanschouwd, komt daar nu samen. Wat heeft technologie met dat bewust ondernemerschap?

Martijn: Verbindend vermogen! Ik kan met één druk op de knop via Twitter zestienhonderd mensen deelgenoot maken en die zestienhonderd gaan daarna ook weer doorvertellen. Dus ik kan heel snel dingen waarvan ik denk dit deugt, dit is van waarde, ik heb een hulpvraag, wie denkt er mee, wat vinden jullie ervan, ik kan andere mensen involven in wat ik aan het doen ben. De eenling die z’n best doet er iets van te maken is ineens niet meer alleen.

Joris: Dan ga je ervan uit dat al het goede altijd al in de mens zat.

Martijn: Ja, dat is mijn wereldbeeld.

Joris: Alleen werd de mens er nooit op aangesproken.

Martijn: We hadden geen tools in handen om te verbinden met elkaar. De denkfout die gemaakt wordt bijvoorbeeld is dat die zzp-ers, die miljoen, dat die in hun eentje zijn. Nou mooi niet. Die zijn met z’n allen sneller dan ooit, wendbaarder dan ooit en die leven van het delen van kennis. En dat gebeurt in de traditionele hiërarchische structuur al lang niet meer. En dat betekent dat de leercurve van mensen die die technologie gebruiken vele malen krachtiger is dan mensen die niet meedoen.

Joris: Maar zijn die zzp-ers dan de beste mensen die uitstromen uit de grote kolossen van ondernemingen?

Martijn: Dat lees je in allerlei rapporten over waarom gaat iemand voor zichzelf beginnen zonder de behoefte te hebben aan een groot bedrijf. Mensen hebben behoefte aan zelfverwezenlijking, slagkracht. En kom op, we gaan toch niet vergaderen met z’n allen en papier maken over een strategieplan dat verouderd is op het moment dat we het eindelijk eens zijn over dat stuk papier en de inkt droog is. It doesn’t make sense! Dat sluit gewoon niet meer aan bij de maatschappelijke behoeftes.

Joris: Wordt je nou vaak teleurgesteld als je dit allemaal predikt?

Martijn: Nee, per lezing nemen er mensen ontslag. Ik heb veel presentaties. En die gaan dan ook meedoen.

Joris: Is dat ook je belangrijkste, om even een hele oude wereldterm te gebruiken, je belangrijkste KPI, hoeveel mensen ontslag nemen na een presentatie van Martijn?

Martijn: Nee. Mijn KPI is krijg ik mensen aan het denken en kan ik ze meekrijgen en kunnen we gaan sparren over: goh, wat zijn we nou met z’n allen aan het doen? Ik merk, dat is één van de missies van Lifehacking, we zitten echt zoveel onnodig dubbel werk te doen. Een groot deel van de Nederlanders, een paar miljoen, zijn per dag meer dan 3 – 4 uur bezig met de computer. Niemand heeft ze geleerd hoe ze e-mail moeten handelen. We hebben overvolle in-boxen en die zorgen voor een vol brein. Als we het moeten hebben van kennis, ideeën en innovatiekracht en creativiteit, dan moeten we gaan nadenken over ons brein. Mijn stelling is: we hebben geen flauw benul wat werken met je hoofd inhoudt. Het is bezopen dat je acht uur per dag betaald wordt voor te werken met je hoofd, terwijl één derde van de complete workforce van Nederland ’s avonds tussen acht uur ’s avonds en één uur ’s nachts, creatiever, productiever en energieker is dan ’s ochtends om acht uur. Als we die mensen nou niet meer ’s ochtends inzetten wanneer ze niet op hun best zijn, staan ze dus niet in de file en hebben we gelijk geen files meer. Waar ik gepassioneerd over ben want dat merk je, is: we hebben geen flauw benul waar onze kennis- en informatiesamenleving, de netwerksamenleving over gaat. En ik heb zo’n lol mensen uit te leggen wat je daarmee kunt doen en hoe je veel meer kunt doen met de tijd. Niet zodat je nog harder kunt werken maar dat je tijd overhoudt om uit te rusten, Benedictus, voor jezelf te zorgen en na te denken over dingen in plaats van aan dingen. En dat is wat we met z’n allen de hele dag aan het doen zijn, aan dingen denken.

Joris: En hoe zit Nederland dan als land?

Martijn: Wow, we lopen voorop! We zijn een gidsland. Alleen we moeten een taal aanmeten om dat aan de rest van de wereld te laten zien.

Joris: Zijn we dat nog steeds?

Martijn: Nee, niet nog steeds. Voor het eerst sinds tijden zijn we het weer. We hebben bijna allemaal breedband, we hebben bijna geen analfabetisme, we hebben geen grote taal-, cultuur- en religieuze barrières. En de interconnectiviteit in Nederland, dus de mate waarin honderd willekeurige Nederlanders elkaar onderling kennen, is hoger dan waar ook ter wereld als je Vaticaanstad niet serieus neemt als land. Dat betekent dat in potentie kunnen wij heel snel iets oppikken, iets organiseren en met elkaar delen. En bijna niemand heeft door wat voor krachten Twitter daar bijvoorbeeld in spelen.

Joris: Nederland heeft ook geen last van hiërarchische afstanden.

Martijn: De machtsafstanden in Nederland zijn klein. En toch hebben veel mensen echt last van die traditionele machtstructuren in de hiërarchieën. Maar de grap is: macht bestaat bij de gratie van degene die het toelaat. Dus iemand die zegt: ‘Hallo baas, zoek het lekker uit, ik doe niet meer mee want jij laat mij niet excelleren en ik mag niet eens software downloaden waardoor ik oude systemen moet gebruiken die echt niet meer werken terwijl ander dingen gratis zijn en beter. Ik doe niet meer mee’. En dat gebeurt. Mensen zetten gewoon de knop uit en doen niet meer mee.

Joris: Curriculum Vitae. We praten, een woordbrij, het gaat snel, je vertelt veel, het is breed, je zou het kunnen samenvatten en weer samenvatten en weer samenvatten. Ik rij met jou naar Den Haag, spreekwoordelijk, we bellen aan bij onze minister president, Jan Peter, ik ga niet mee naar binnen, ik duw jou binnen, en kom jou op het eind van de dag weer halen. Wat zou je die man allemaal verteld hebben?

Martijn: Dat hij op moet houden met geld uitgeven aan adviseurs.

Joris: Dat is één.

Martijn: Dat scheelt al een hele hoop. Dat hij, als hij het programma TextExpander voor de Mac of Fingertips voor Windows zou opkopen als staat, zou hem ongeveer tien miljoen Euro kosten, dat hij acuut binnen een halve dag in Nederland honderd miljoen manuren vrij kan spelen. Er is simpele software waarmee je al die mensen die heel de dag aan het typen zijn slimmer kunnen werken. Dus ik zou honderd miljoen manuren kunnen vrijspelen met tien miljoen Euro. Als we die honderd miljoen manuren zouden inzetten om in de thuiszorg het gebrek aan handjes op te lossen of in onderwijs zouden inzetten om jonge mensen te inspireren, dan slaan we een dubbelslag. Neem thuiszorg. We zitten in oude paradigma’s te denken, marktwerking, al die management bullshit over efficiency. En toch klagen de mensen: hé, ik heb behoefte aan aandacht en ik heb behoefte aan zorg. Waar gaat het over? De zolder opruimen, boodschappen doen, iemand in bad stoppen, iemand wassen, wat kleding doen. En dat moet nu allemaal in geldconcepten via tussenlagen en niet efficiënte mechanismen. Terwijl elke lezing waar ik ben, vraag ik aan de zaal: wie van jullie zou volgend jaar best eens twee dagen voor de klas willen staan en zijn kennis en ervaring met jonge mensen willen delen? En wie zou er wel eens één dag, want dat vinden mensen toch minder leuk, boodschappen willen doen en iemand helpen wassen of het gras maaien voor mensen die hulpbehoeftig zijn? Dat is bijna één derde van alle zalen waar ik kom, wil dat acuut. Volgens mij zijn dus zorg, onderwijs, duurzaamheid, bureaucratische vraagstukken en dat zou ik willen vertellen aan de minister president.

Joris: Je hebt maar één dag met die man.

Martijn: Ik kan heel snel praten en hij is heel slim.

Joris: Dat kan ik bevestigen. Dus adviseurs, knip ze er maar uit.

Martijn: Ga ze achteraf vragen wat ze hebben toegevoegd.

Joris: Speel paar honderdduizend manuren vrij.

Martijn: Paar honderd miljoen manuren vrij.

Joris: Nog een aantal dingen, dingen waar hij meteen wat mee kan?

Martijn: Ja, minder regels. Ze roepen wel er moeten minder regels komen maar een goede vriend van mij, Herman Kopinga, die heeft een goed verhaal, die heeft het altijd over: we moeten mensen leren denken in principes. Als de principes duidelijk zijn achter de regels, dan heb je die regels niet nodig. Dan kun je gewoon een beroep doen op iemands boeren verstand, of gezond verstand. Dus we hebben allemaal regels om te voorkomen dat er x, y, z zou kunnen gebeuren terwijl, volgens mij doen we allemaal veel te ingewikkeld.

Joris: Vind je dat hij het goed doet?

Martijn: Ik weet niet zo goed wat hij doet. En politiek is een arena waar ik uit blijf omdat, het gaat over praten. En ik heb eigenlijk een beetje, ja dat kan ik hier wel zeggen, mijn buik vol van mensen die oplossingen proberen te creëren door te praten. Vorig jaar was er een meneer in Estland, hij was gisteren in Nederland bij Pinc, een grote inspiratie conferentie, en die was het zat. Die zag allemaal zwerfvuil liggen en die dacht: wat een bende. Die heeft in zeven maanden tijd bedacht hoe hij het ging doen en toen heeft hij één dag vijftigduizend mensen uit Estland zo gek gekregen om even te helpen. In vijf uur tijd hebben ze het hele land opgeruimd en alle zwerfvuil was weg.

Joris: Dat is bijna vier procent van de bevolking.

Martijn: Ja maar je hebt niet zo heel veel nodig. De grap is: die man werd wakker en die dacht: wat zal ik morgen eens gaan doen. En mijn probleem is met de protestgeneratie, de hippiegeneratie, we zijn gewend om te praten, te congresseren, plannen te maken en dan zitten we in oude organisatorische concepten te denken en in geld. Terwijl als we gaan denken in: wat kan ik nu bijdragen, en dan via Twitter en dat soort kanalen. Als honderdduizenden mensen een klein beetje doen, dan doe je ook in één keer heel veel. We moeten op een andere manier gaan kijken naar het aanvliegen van vraagstukken en oplossingen.

Joris: Ben je gelukkig?

Martijn: Ik ben blij met wat ik doe. Ik prijs me gelukkig met mijn gezondheid en mogelijkheden die ik heb en voor mezelf creëer en daarmee ook voor anderen. Maar ik vind geluk zo’n ingewikkeld thema.

Joris: Je hebt er wel een mening over.

Martijn: Ik ben niet ongelukkig. Dat is misschien een beter thema. En geluk, heel veel mensen streven, we hebben al die spirituele boeken en zo, mensen streven naar geluk. Volgens mij kun je veel meer streven naar blij zijn. Want volgens mij, als je stelselmatig blij bent, dan word je vanzelf gelukkig. Volgens mij is blij worden veel makkelijker dan gelukkig worden. Heel veel mensen zijn op zoek naar het hogere geluk maar volgens mij als je de dingen doet die je leuk vindt, met andere woorden je wordt er blij van en je bent stelselmatig blij, wat best makkelijk te regelen is volgens mij, dat zit hem in kleine dingen, dan word je volgens mij vanzelf gelukkig. Dat scheelt een hoop leeswerk.

Joris: Dank je wel voor dit ontzettend fijne inspirerende gesprek.

Bewaard onder Inspiratie, Ondernemen | 1 Comment

Tags: , , , , , , ,

Natte dekens

Geplaatst op 19 april, 2009 

Wel eens gehoord van ‘Wet blankets’ ? Wet blankets zijn mensen die met hun “goedbedoelde” op- en aanmerkingen de vonken van andermans creativiteit willen blussen.  Zelf geef ik er de voorkeur aan om niet de persoon maar die zogenaamd goedbedoelde opmerking een wet blanket te noemen. 

Gisteren hoorde ik weer een wet blanket, het was een woord met een hoog blusgehalte: realiteitszin. Als je een origineel idee hebt of een ambitieus plan, dan moet je ‘realiteitszin’ hebben want de realiteit mag je nooit uit het oog verliezen. Waarom eigenlijk?

Ik denk dat iemand die het over realiteitszin heeft diep van binnen misschien het volgende bedoelt: 

‘Ik wil dat je binnen mijn beperkte realiteit blijft want dat is veilig voor mij.  Het idee dat er buiten mijn beperkte realiteit nog veel meer is vind ik doodeng.’

Wat doe je dan als creatieveling? Nog een extra blok hout op het vuur!

Lees ook: Julia Cameron: The Artist’s Way

Bewaard onder Mening | Reageer

Tags:

Het creatieve genie

Geplaatst op 28 maart, 2009 

Als ik een stuk heb geschreven en de laatste punt heb gezet dan denk ik ook echt klaar te zijn. Klaar met het onderwerp, klaar met het thema, over en uit. What’s next?

Zo dacht ik klaar te zijn met wat ik eerder schreef in ‘Overvloed en beperking‘. Tot ik via Twitter van @hemelwandelaar een tip kreeg om de TED video ‘A different way tot think about creative genius’ van Elisabeth Gilbert eens te bekijken.

Wat ik schreef in ‘Overvloed en beperking’ is ineens niet klaar meer. Het is weer helemaal open, het is een schakeltje geworden in een groter geheel dat het creatieve proces heet.

Een creatief proces is voor mij soms net een bevalling. Alleen weet ik niet waarvan en wanneer ik ga bevallen, misschien is het wel loos alarm. Weet ook niet of ik even moet wachten of juist moet persen. Bang voor een miskraam of voor een dood geboren kindje. Bang de bevalling niet aan te kunnen. Bang voor de pijn van de persweeën.

En dat maakt een creatief proces soms tot gekmakende ervaring. Als zich een nieuw idee aandient denk ik ‘Oh nee, daar gaan we weer…’.

Elisabeth Gilbert zegt over het creatieve proces dat de mens niet het creatieve genie IS maar dat de mens een creatief genie HEEFT. Het creatieve genie is een soort van magische Goddelijke entiteit buiten de kunstenaar die hem helpt met zijn werk. De kunstenaar werkt als het ware samen met het creatieve genie maar is dat genie niet zelf.

Deze visie schept een psychologische afstand tussen de kunstenaar en de uitkomsten en resultaten van zijn werk. De kunstenaar moet wel zijn deel doen zoals blijven schrijven, schilderen, beeldhouwen of muziek maken, maar wordt daarbij geholpen door het creatieve genie. De kunstenaar deelt de successen en mislukkingen met het creatieve genie, de kunstenaar slaagt of faalt niet alleen maar samen met zijn creatieve genie.

Twee prachtige stukjes in de TED Talk zijn het voorbeeld van Tom Waits op 12:30 minuut waarin Elisabeth vertelt over hoe Tom Waits zijn creatief genie aansprak. En op 14:27 waarin Elisabeth vertelt over hoe ze tegen haar eigen creatieve genie sprak.

Bewaard onder Inspiratie, Schrijven | 2 Comments

Tags: , , ,

Derek Sivers inspireert

Geplaatst op 27 oktober, 2008 

Twee korte inspirerende filmpjes van Derek Sivers, de oprichter van CD Baby.

In het eerste filmpje, Derek Sivers speech to Berklee College of Music, vertelt hij over zijn “hard lessons learned”, de zes dingen die hij graag had willen weten op zijn eerste dag op Berklee. 1. Focus, disconnect and do not be distracted.  2. Do not accept their speed limit. “When you are not practicing, someone else is. And when you meet him, he will win” (Martial arts saying). 3. Nobody will teach you anything, you have to teach yourself.  4. Learn from your heroes, not only theirs. 5. Don’t get stucked in the past. 6. When done, be valuable.

In het tweede vertelt hij over perfectie, over de valkuilen daarvan en hoe die te omzeilen voor een succesvolle creatieve artistieke carriere. Hij zegt hierin: If you get a philosofy of starting lots of sentences with the words “Let’s see what happens if…”  then you also start to look at everything as an experiment. And if it doesn’t work out, it doesn’t mean you are a failure.

Nuttig en inspirerend materiaal als je op het punt staat de sprong in het onbekende diepe van creativiteit en kunst te wagen.

Bewaard onder Inspiratie | Reageer

Tags: ,

81 Creatieve tips

Geplaatst op 15 oktober, 2008 

Op de blog van Dr. Zoltan staat een lijst met maar liefst 81 tips voor een creatieve carriere. De lijst is een zware aanrader voor iedereen die zijn/haar creativiteit serieus neemt.

Tip nummer 46 sluit heerlijk aan bij de twee eerdere blog posts vandaag (over geld):

46.) Money is not what the universe is made of. Recognize its use as one tool for exchanging energy in a society, but realize that there are other ways of exchanging creative energy. Don’t get locked into only one economic system. Not everything can be measured in dollars, euros, pesos, or whatever type of colorful paper or metal you and billions of your friends are hypnotized by. (Dr. Zoltan).

Bewaard onder Citaten | Reageer

Tags: ,

Julia Cameron: The Artist’s Way

Geplaatst op 21 september, 2008 

Ik heb het boek uit, het boek “The Artist’s Way” van Julia Cameron. Het boek biedt een 12-weken programma voor het opruimen van creatieve blokkades en een weg naar herstel van creativiteit.

De formule is eenvoudig: elk hoofdstuk biedt een inleidende thema-tekst van Julia Cameron en aan het eind van elk hoofdstuk een aantal oefeningen. Als rode draad door het hele boek loopt de opdracht aan de lezer om aan het begin van elke dag de zogenaamde ochtendpagina’s te schrijven. Gewoon beginnen met schrijven, het maakt niet uit waarover, als je maar schrijft.  Een tweede rode draad door het boek is om wekelijks met jezelf een kunstenaarsafspraakje te maken, een afspraakje met jezelf zonder anderen erbij om te doen wat je leuk vindt, Iets wat je inspireert.

Ik vond de formule van het boek erg krachtig. De tijd die ik nodig had voor het boek en voor alle oefeningen was wel aanzienlijk langer dan 12 weken.  Het is interessant te merken wat een weerstand sommige oefeningen oproepen. En dat is prima, dat zijn de creatieve blokkades die van zich laten horen, bijvoorbeeld in de vorm van allerlei oordelende gedachten zoals “wat een stomme oefening, wat een oponthoud zeg deze oefening, ik wil verder in het boek ipv tijd verspillen aan deze oefening”.  Het leukste vond ik om weer in contact te komen met oude dromen en om die weer tot leven te brengen. En dat gaat geleidelijk. Soms langzaam en dan ineens weer snel. Eerst een stap vooruit en dan weer twee achteruit en dan weer drie vooruit.

En wat ontzettend helpt is om perfectionisme los te laten want perfectionisme werkt als een creatieve blokkade. Terwijl ik deze blogtekst zit te schrijven bemerk ik een aantal bekritiserende gedachten zoals dat deze tekst niet goed genoeg is, dat de tekst anders moet, dat ik er beter eerst nog maar eens een nachtje over kan slapen voordat ik deze tekst online zet. En dat is precies waar dat boek over gaat: om die bekritiserende gedachten voorbij te laten waaien, ze wel op te merken maar er niet tegen te vechten. En natuurlijk om deze tekst gewoon te publiceren zoals deze nu is. Gewoon doen. Het gaat om progressie, niet om perfectie.

Ik vond op YouTube nog een filmpje van Julia Cameron waarin zij onder andere ingaat op het gevaar van “wet blankets”, mensen die met hun “goedbedoelde” op- en aanmerkingen de vonken van jouw creativiteit willen blussen.

Bewaard onder Boeken, Schrijven | 13 Comments

Tags: ,

Wij zijn verhalenvertellers

Geplaatst op 12 september, 2008 

Behoor je ook tot de generatie die vroeger als kind veel buiten speelde?

Dan bedacht je samen met vriendjes je eigen avonturen. Je kroop in de rol van jouw held als Ivanhoe, Floris of Zorro en je vocht tegen het kwaad en het onrecht. Je stuurde jouw Action Man op een geheime missie om de camper te saboteren van de Barbie van je zus. Je richtte een geheime club op en je bedacht geheimtaal en speciale codes. Je fiets was een motor en de straat was het wilde westen. De bosjes om de hoek waren een jungle en op het grasveldje aan de overkant van de straat speelde je voetbalinterlands. Met lego bouwde je een dorp en je verzon alles wat daar gebeurde. Een stukje PVC pijp met wat stroken papier was een groots wapen. Tijd kende maar twee tijdstippen: speeltijd en etenstijd.  

We zijn verhalenvertellers. We waren het als kind en zijn het nu nog. We zijn er om verhalen te vertellen door ze op te schrijven, te zingen, te dansen, te schilderen, te boetseren, te beeldhouwen, te acteren of door ze gewoon te vertellen. We zijn creatieve en artistieke wezens.

Ooit zijn we vergeten dat we verhalenvertellers zijn en zijn we gaan geloven dat we iets anders zijn zoals verkoper, leraar, ingenieur, monteur of arts. We kunnen ophouden ons zelf te verloochenen en weer gaan doen wat we vroeger ook zo graag deden: verhalen vertellen.

Bewaard onder Mening | 3 Comments

Tags: ,

← Vorige paginaVolgende pagina →